: 3,8/10,'18,14, l«»l&*' £'"10ö* ».:-0. 8. 6. 20 22,23,25,28^29.- WsH.;7' ' 2' O:H:5. 10:BRIDQEPROBLEEM 209 T 1* Scb. . aan stat^Zjsn N moeten, hoe W en O zich ook verzetten, ie« trekken van de resteprende achff rafikea Barten te troef. OPLOSSING, BRHXHKBKOBLEEM 208 W «oet lirt Scji. van 2 donbleeren. _l«dt O «J»a I» Harten, dan kan W haast sander1 risico a In S. A, bieden. Immers hl] , njaaW.dan mfnttensfi R., 2 sch. en l KI. stag. ? VSor Harten beftoeft hU «let bang ie zijn. *' daar O -- al, heeft h« dan een geforceerd ? bod toch. de Hartens van d« tegenpartil wel zal stoppen. Door dus te doubleeren Heeft W bij zijn partner geïnformeerd of bl} zonder risico tot 3 S.'A kon gaan. Biedt O iets anders, dan kan W altijd nog in R. doorgaan, als hem dit wenscheiuk voorkomt. 3, M. CoReopondentte-wlres: Secretariaat T/d Amsterdammer, -motto Bridge"