Historisch Archief 1877-1940
JVb. 2756
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 MAART 1930
Nieuwe zedelijkheid
VUUR EN STROO
door Willy Pétillon
DB vrije en zelfs wel zeer vrije omgang tussehen
onze groote jongens en meisjes lokt vaak
heftige protesten uit van velen, bezorgd hoofdschud
den van anderen, een min of meer hopeloos
schouderophalen van de meesten. Maar met
hoofdschudden en schouderophalen en zelfs met
protesteeren zijn we er niet van af en met een soort
berustend en fatalistisch beweren, dat er toch
niets aan te veranderen valt, komen we er niet.
Nu ben ik er in de eerste plaats volstrekt niet
zeker van, dat er zoo erg veel veranderd zou moeten
worden, als we de problemen die zich voordoen
maar met een beetje moed en vertrouwen onder
? de oogen willen zien en vooral, als we maar niet
a priori willen aannemen, dat de jeugd inderdaad
zoo heel veel slechter is dan vroeger, alleen omdat
ze anders is, anders in haar uitingen, anders in
haar opvattingen, anders in haar waardebepa
lingen.
De omgang tussehen onze groote jongens en
meisjes is wel een vraagstuk met vele kanten, die
alle om belichting vragen, het is een terrein met
honderd voetangels en klemmen en bij overden
kingen en besprekingen stooten we telkens op ,,ja
maar's" van de meest uiteenloopende beteekenis
en soms worden we wel even huiverig voor onze
?eigen consequenties. Er zijn overigens bepaalde
zijden aan de kwestie, die we eigenlijk berhaupt
.liever niet aanroeren uit een verkeerd begrepen
pruderie, die er ons toe brengt zedig de oogen
neer te slaan, als er een onderwerp wordt aange
roerd, dat iets met sexualiteit te maken heeft.
Tegenover den omgang van de beide geslachten
in hun moeilijkste periode, die zeer zeker haar
gevaren met zich brengt, welke het heel dwaas zou
-zijn te onderschatten of weg te redeneeren, nemen
we gaarne de houding aan van de welopgevoede
vrouw uit het laatst van de vorige eeuw: doen
alsof je niets weet en niets begrijpt, want het is
niet ladylike om het wél te weten, en we negeeren
bepaalde verschijnselen dus maar, alsof ze niet
bestonden. Struisvogelpolitiek !
Als we eenige kans willen hebben klaarheid en
helderheid te krijgen, waar nu nog alles troebel en
nevelachtig is, dienen we ons in de eerste plaats
eerlijk en vrij tegenover het vraagstuk te stellen
en ons los te maken van alle hypocrisie en senti
menteel conservatisme. (Dit laatste is een euvel,
waaraaji we bij de behandeling van allerlei kwesties
tegenwoordig mank gaan en waartegen bijv. de
heer Gulden in het nummer der Groene van 25
-Jan., waarschuwde in verband met de stadsarchi
tectuur).
Vooral oude dames zijn sterk in beide en ais
?deze op vergaderingen of conferenties met pathos
verklaren, dat het haar bekend is (en dat het ze
bekend is en dat ze het zoo maar openlijk durven
zeggen vinden ze van zich zelf meestal iets
gewel.digs, een daad !) hoe in den tegenwoordigen tijd
van de honderd meisjes er geen tien, neen geen vijf,
? rein" zijn, dan gaat er even een rilling door alle
aanwezige dames en er is een oogenblik een hevig en
instemmend gedein van hoofden.
Ik zou altijd zoo graag willen weten wat ze nu
precies met een dergelijke beschuldiging in het
wilde bedoelen, al wil ik wel vooropgesteld toe
geven, dat ze best gelijk kunnen hebben,
n'importe wat de juiste bedoeling moge zijn. Meenen
ze met hun rein zijn" hetonberoerd geblevenzijn,
vlekkeloos, onbekend met verlangens, die. volko
men natuurlijk en in-menschelijk als ze zijn, op zijn
tijd bij ieder jong meisje moeten opwellen, als ze
gezond is en aan haar bestemming beantwoordt?
En verder gaande, ik geloof ook heel graag, dat
weinig meisjes inderdaad onaangeraakt" zijn,
nu niet, maar evenmin in de dagen van onze jeugd
en in de dagen van de jeugd dezer lieve goede groot
moeders, alle toezicht en bewaking en eenzame
opsluiting ten spijt. Het is toch al een heelen tijd
geleden, dat l'révost zijn Demie-Yierges schreef
(een van de streng verboden boeken uit den tijd
van strenge waakzaamheid) en de toestanden.
daarin beschreven, mogen specifiek Parijsch ge
weest zijn, het verschijnsel was dit niet en evenmin
specifiek Fransch, maar wel volslagen internatio
naal.
Als ik in het bovengenoemde verband echter het
woordje rein" hoor bezigen, heb ik echter altijd
een vaag vermoeden, dat de bedoeling verstrek
kender is en dat het begrip virginiteit er mee geraakt
wordt. Kn zelfs dan vrees ik dat de bewering niet
is tegen te spreken, veel minder te weerleggen.
Vrouwenaitsen komen in dit verband met min of
meer ontstellende getuigenissen.
Maar is dit werkelijk wel zoo ontstellend als het
op het eerste gezicht lijkt? Is er in den eisch, dat
een meisje tot aan den dag van haar huwelijk
rein" behoorde te blijven, om nu maar even aan dit
gemakkelijke conventioneele, niets en alles zeggen
de woord vast te houden, niet een bedenkelijk
overblijfsel van den tijd, dat de vrouw, dus ook
het jonge meisje, handelswaarde had, welke waarde
aanzienlijk verhoogd werd door haar maagd-zijn ?
Kn is wat er aan die verhoogde waarde ten grond
slag lag niet precies het tegenovergestelde van.
verheven en nobel en mooi? Me dunkt dat van
nobel en verheven alleen maar gesproken kanen
mag worden, wanneer twee jonge menschen die
elkaar vinden, die in elkaar de vervulling zien van
hun beste en innigste verlangens, beiden onbe
roerd door het leven zijn. Dat is het mooiste en
het beste wat het leven te bieden heeft, het is een
ideaal, waarheen onze jonge, opgroeiende menschen
moeten leeren streven, wetend dat het niet onbe
reikbaar is. Kn het streven naar dat ideaal wordt
dan van zelf de rem en de correctie op de veel
grootere mate van vrijheid die onze jeugd bezit.
Als we dit echter als zoodanig willen zien,
moeten we beginnen met aan haar te gelooven.
vertrouwen in haar te hebben. Daarop kan niet
genoeg de nadruk gelegd worden, zelfs al zien we
wel eens met eenigen angst in het hart toe. Want
het opgroeiend geslacht heeft haar eigen leven.
haar eigen opvattingen, zooal.s wij die in onze jeugd
wenschten te hebben en het recht waartoe we
vaak hartstochtelijk hebben opgeëiseht. Die
eischen zijn voor hen niet meer noodig. Ze. hebben
door den drang der tijden in ruime mate toebe
deeld gekregen, waarvoor wij hebben moeten
vechten. Kn ze staan met die verkregen vrijheid
in de handen als een klein kind, dat op zijn ver
jaardag een stuk speelgoed heeft gekregen, dat
hem ongekende mogelijkheden opent, maar dat
niet geheel zonder gevaar is, als het er niet mee
kan omgaan. Kn nu is het moment d.aar om onze
groote kinderen te vertrouwen, zooals we ze ook
vertrouwd hebben, toen ze klein waren en hun eerste
stoommachine of zakmes of schaar of
kindernaaimachine kregen.
We moeten niet vergeten, dat we te maken
hebben met jonge menschen, die hun eigen illusies,
hun eigen idealen hebben, . . . .hun ethiek, en niet
met een troep honden of katten.
Waarlijk, onze groote kinderen zijn niet cynisch
niet sceptisch, niet alleen maar materialistisch,
niet zonder moraal en ook niet zonder zelfbedwang.
Alleen maken ze hun eigen moeilijken
Strum-undDrang-periode door in een tijd van ontwrichting
en overgang, die alles voor hen nog zwaarder maakt.
Dat moeten we begrijpen en we moeten ook be
grijpen, dat in een dergelijken tijd van innerlijke
revolutie hier en daar slachtoffers vallen, zooals
iedere revolutie haar offers eischt. Dat is zeer zeker
betreurenswaardig, maar er blijft altijd ook nog te
bewijzen of deze slachtoffers van den nieuwen
tijd met zijn nieuwe waardebepalingen en zijn
nieuwe moraal, onder het oude syteem niet zouden
zijn ondergegaan. Toen zijn er immers ook steeds
gevallenen geweest in alle kringen der maatschappij
en we moeten eerlijk genoeg durven zijn om te
WENSCHT U EEN VILLA?
Koop er dan een, die in werkelijkheid
een VILLA is m. prachtkamers: beneden
2 van 4x5J M. en spreekk., bov. 3 groote
slaapk. en badk. met zolder. Modern
comfort en 400 M2, tuin aan prachtlaan.
Kooppr. f 8750.?.
Plattegrond en foto's verstr.
Architectenbur. H. ZUURBIER, Boschlaan 9, Tel. 27,
Doorn.
erkennen, dat hun aantal waarlijk niet zoo gering
is geweest.
Alleen, men moet nu niet tot andere uitersten
vervallen en een moraal prediken, waarvan de
conclusie min ol! meer is- dat ieder nu naar moet
leven zooals zijn zinnen hem ol' haar dat ingeven,
zonder gevoel van verantwoordelijkheid, zonder
ernst, zonder noblesse, dat de jonge meisjes nu
maar even ongebonden moeten zijn als de jonge
mannen van een vorige generatie. Geenszins. Nog
eens, ze zijn menschen. zij het onstuimige jonge
meiischen, en geen honden of katten. Zij moeten
en zij zullen ook leeren hun vrijheid waard te zijn,
zij zullen hun levenshouding weten te vinden, zij
zullen sterker en beter uit den strijd te voorschijn
komen.
Daarop moeten we vertrouwen, maar wc mogen
vooral niet denken, dat we er met een stom blind
vertrouwen, een zekere zorgeloosheid, dat alles
ten slotte op zijn pootjes terecht komt, er af zijn.
Op ons, ouderen en rijkeren in levenservaring rust
de plicht om te helpen en te steunen en te bemoedi
gen, waar we kunnen, op ons rust ook de plicht van
het voorbeeld.
(ielukkig hoeven we om hulp en steun te geven
niet altijd in abstracties te vervallen. Kr zijn hulp
middelen, die zoo heel reëel zijn en zoo viak voor
het grijpen liggen. Keu van de krachtigste daarvan
is de sport en het verkeereii in de open lucht en de
vrije natuur. Zoo vaak wordt er gemopperd, dat
er bij de moderne opvoeding, vooral van de
rijpere jeugd, een veel te groote plaats wordt
ingeruimd aan de sport, dat te veel waarde wordt
gehecht aan lichamelijke, prestaties, dat de geeste
lijke ontwikkeling in het gedrang komt en dat
lichaanisoefening wordt verheven tot een cultus.
Kr is geen grooter dwaling denkbaar dan deze
critiek. liet geestelijk belang van de sport is even
groot als het physieke nut. Laat den jongens en
meisjes hun sportieve genoegens ! Ze leven gezon
der en ze leeren in het meisje, waarmee ze allerlei
takken van sport beoefenen mér dan vroeger zien
de goede, trouwe kameraad; zij wordt voor hen
in de eerste plaats de vriendin en niet de
mysterieuse. verleidelijke vrouw.
Keedseenige jaren geleden werd er indeFransche
pers bij de bespreking van verschillende emanci
patie-problemen ge jammei d, dat door de nieuwe
positie der vrouw in het maatschappelijk leven de
charme van het mysterie, dat de haar als een sluier
omhulde, werd weggenomen, en dat daardoor
haar attractie verminderde. Zeer pessimistisch
werd zelfs een nog grootere1 daling van het geboor
tecijfer als gevolg in het vooruitzicht gesteld.
Want de Franschrnan is in zijn verhouding tot
en waardeering van de andere sekse nu eenmaal
aartsconservatief en iedere wijziging in den toe
stand vooral waar die niet direct tot zijn voordeel
en genoegen dienstig is, kan hem niet anders dan
een gruwel zijn.
Als wij de veranderingen echter eerlijk en onbe
vooroordeeld onder de oogen willen zien, dan zullen
wij de kameraadschap tussehen de beide; geslachten,
die inderdaad de prikkel van het mysterie voor
een groot deel wegneemt, maar er iets mooiers,
eerlijkei's en zuiverders voor in de plaats stelt, niet
anders dan toejuichen, in het bijzonder de kame
raadschap onder de jonge generatie. We zullen
er een verblijdend verschijnsel in zien, dat er slechts
toe zal bijdragen on haar in het rechte .spoor te lei
den.
KENNERS
KOOPEN BOTER
VAN OUD-BUSSEM