De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 5 april pagina 10

5 april 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE gemeente Rotterdam heeft door dezen bouw getoond durf tebezitten en den architect Oud komt de eer toe aangetoond te hebben, dat de nieuwe architectuur niet meer als luxe uiting moet beschouwd worden, maar dat met zeer bescheiden middelen op geheel moderne wijze een arbeiderswijk to stichten is, die niet alleen voor den voorbijganger, maar wat belangrijker is, voor de bewoners oen dagelijksche vreugd is. Men moet niet licht denken over het vraagstuk van goedkoop bouwen. Het is een van do moeilijk ste architectuurproblemeri. In den romantischen tijd, die achter ons ligt, was het nog mogelijk met zoogenaamde kleine middelen als gezellige pannendaken, aardige kleine ruitjes, een vriendelijk poortje, een knus portiekje iets te geven, dat niet veel geld kostte, en dat toch voor den oppervlakkigen beschouwer een herinnering opriep aan de echte groote kunst. Nu wij hebben loeren zien, dat het geven van aftreksels van aftreksels op don duur de dood beteokont van elk ernstig menschemverk, moeten wij weder van den grond af beginnen eerlijk en eenvoudig werk te geven, dat op de hoogte staat van de huidige samenleving, zooals die op haar best is, 011 niet zooals die geweest is in den verval tijd, die zijn hoogtepunt bereikt heeft ongeveer tegen het oiiido der vorige eeuw. De architecten, die in de eerste jaren van de/e eeuw de pioniers waren van de vernieuwing, hebben begrijpelijkerwijze gepoogd den draad te hervinden, waar deze tegen het einde der acht tiende eeuw was verbroken. Zij zijn liet geweest, die in de eerste jaren van deze eeuw de schoonheid van de ou :!e boerenwoning aan de een o zijde en de deftige rust van de oude patriciershuizingeii op het land. aan do andere zijde, weder hebben begrepen. Door hun oiivormooiden arbeid zijn in de achter ons NEDERLANDS De Kiefhoek" te Rotter dm liggende 30 jaren zooveel goede en echte land huizen ontstaan, en werden de groote arbeiders wijken gesticht, die dank zij den steun van het rijk en de gemeenten, in bijna allo steden 011 op het platte land konden verrijzen. Aan die architectuuruitingen is het voor een groot deel te danken, dat het publiek, dat bijna geheel was vervreemd van de architectuur, weder is gaan beseffen welk oen machtige waarde de architectuur voor een volk vertegenwoordigt. We kunnen thans met vreugde constateeren, dat, hoewel er nog dagelijks onnoemelijk veel leelijks en onwaarachtigs wordt gebouwd, dit niet meer geschiedt zonder protest, eu dat door bijna allo groepen der samenleving verlangd wordt, dat in de naaste toekomst een einde gemaakt wordt aan de ongebreidelde macht der eigenbouwers, die door gemis van deskundige leiding, de steden zouden willen maken tot n groot winstobject. We zijn thans zoover gevorderd, dat overal in allo steden geroepen wordt een tot hiertoe en niet verder. Maar met dezen roep zijn wij nog niet aan positieve verheldering toe. Halt is nog geen vooruitgang in de richting van de nieuwe woon stad, die wederom eon eenheid zal zijn van schoono menschelijke verlangens. Het is daarom zoo ver blijdend, dat we thans in het Kiefhoekcomplex, al is het op bescheiden schaal, een uiting bezitten, die ons doet zien, wat de waarde is van de nieuwe lichte open architectuur, die de krachten voor den toekomst in zich sluit. Door dit complex van Oud zijn wij een geweldigen stap nader gekomen lot hot doel. Wanneer wij dit kwartier vergelijken met de schepping van GranpréMolière, Verhagen en Kok, n.l. Vreewijk, dat er vlak bij ligt, dan wordt het ons duidelijk welk een grooten stap wij vooruit zijn gekomen. Vreewijk toch is in heel/Jjn wezen nog lieflijk en kleinburgerlijk. Ik heb een groot respect voor dit dorpje, en na hetgeen ik schreef over de horvinding van den draad, die verloren raakte legen het einde der achttiende eeuw, zal men begrijpen, dat ik Vreewijk rangschik onder die uitingen, die hun ontstaan te danken hebben aan die pioniers, die wederom in allen eenvoud durfden naar voren te komen, en die op meesterlijke wijze de schoonheid van de oude boerenwoning hebben belichaamd in de groote arbeiderskwart iercn. Maar wij moeten verder, en zij, dio stil blijven staan bij die herwonnen schoonheid, zij raken achter, en zoo zou de architect, die vandaag een arbeiderswijk zou scheppen gelijkwaardig DOOR Ir. J. B. .. .?;..<?* A aan Vreewijk, een volkomen mislukte schepping geven, omdat de nieuwe mensoh nndero en menscht'lijker oischen aan het wonen stolt. De moderne arbeider is geen gewijzigde boor meer. Hij hoort dus niet mooi' thuis bij gemoderniseerde boerenwoning-architectuur. Do moderne industriearbeider past niet meer in een dorpclijke woning. De geest van den modernen arbeider niet alleen, maai' de geest van den modernen mcnseh. dio te midden of naast de industrie leeft on hiervan do schoonheid beseft, hoort niet meer bij de schilder achtige dorpolijke huizingen nie( dakjes on kappel letjes, die zoo u'oed bij d< irpsbeu < iners passen. Do moderne menseh voelt /.ieh thuis in de /.u.kelijko eenvi tudi.u'e u'oed verlichte woning, waarin de techniek zooveel mogelijk haar intrede heeft gedaan. Wie mij op den voet heeft gevolgd zal bij een bezoek aan ..de Kiefhoek" begrijpen, wa.t hier een belangrijke schrede is gedaan, en met welk een juist begrip hier een woningoenl rum is ge sticht' voor den modernen arbeider. Alles i.- strak en glad. de lange groote ramen werpen een over vloedig licht in alle vertrekken. Ook de trap

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl