Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 APRIL 1930
No. 2557
Teekening voor ,.de Groene Amster
dammer" door A. C. Willink E
Victor E. van Vriesland
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 Amsterdam*
Oosterscha & Europeescha antiquiteiten
Oude en Modarne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographlca
Tentoonstellingen
Jac. Xiekerk en ('o.. Den Haag. Werken van
Betty van de Laar. Tot 9 April.
Kunstzaal Lodewijk Schelfhout. Amsterdam.
Grafische werken door Han Wittenberg en Kacel
van Veen. Tot 13 April
Aalderink en Co., Singel, Amsterdam. Werken
van Paul Citroen. Japansche en ('hineesche Pren
ten. Tot H April.
Huize Van Hasselt, Rotterdam. Werken van
G. Hordijk. Tot 15 April.
Kunstzaal d'Audretseh. .Japansolu; aquarellen.
Tot 15 April.
HDA1-TD Achter St. Pieter 4
. IX/\jni\. Utrecht © Tel. 443
MUZIEKHANDEL D T A NT O ' Q
Violen @ Snaren r l /A. i N W O
B. J. van Wissclingh en Co., Amsterdam.
Hollandsche en Fransche Schilderkunst der 10e en 20e
eeuw. Tot 15 April.
Amersfoortsche Kunst kring, Amersfoort. Wer
ken van Isaac Israëls. Tot 22 April.
Kunstzaal van Lier, Rokin, Amsterdam. Por
tretten door Marianne Franken. Tot 26 April.
Kunstzaal Fetter en Co., Amsterdam. Schilde
rijen en aquarellen door Louis Montagne. Tot 27
April.
Amsterdamsche Ateliers voor Binnenhuiskunst,
Amsterdam. Werken van L. en R. Brailowsky.
Tot 28 April.
VAM HELLES
? TABAK*
IS rWC/ZcXLITEIT
De ik-voorstelling
en de dichter
door A. Defresne
Over Victor E. van Vricsluiiei
Een der kenmerken, die de menschen in twee
groote klassen splitst, is het al of niet vormen
eener ik-voorstelling. Er zijn monschon bij wien
hun geheele leven lang nooit eenig beeld van hun
eigen innerlijk, van hun eigen ik in. hun voorstel
lingsvermogen opkomt. Het verschil dezer beide
klassen is niet gering of bijkomstig, want liet
steunt op een wezenlijk onderscheid des geest os.
Het belang van het al of niet kunnen vormen eener
ik-voorstelling blijkt duidelijk als wij bedenken, dat
deze voorstelling als centrum gaat- dienen van alle
innerlijke differentiaties en uit die plaats dik
wijls het geheele gedachten- en gevoelsleven van een
individu bepaalt. Een groot deel der kunstenaars
heeft zich hun geheele leven lang beziggehouden
met het uiterst gedifferentieerd vormen eener
ik-voorstelling en het lyrisch, episch of dramatisch
uiten daarvan. De meeste menschen brengen het,
echter zoo ver niet en doorgaans wordt de diffe
rentiatie der ik-voorstelling aanstonds na de
allerprimitiefste vorming als het ware in de geboorte
reeds gestuit. Dit heeft zijne eigenaardige oorzaak
en wel deze, dat bij de meeste individuen op die
ik-voorstelling aanstonds gevoelens worden inge
steld.
Deze op de ikheid ingestelde gevoelens kunnen
van verschillenden aard zijn. Het gevoel, dat het
meeste op eigen ik is ingesteld is een meencaard'
gevoel, dat de betrokken individuen o.m. doet ver
schijnen als ijdeltuiten,betweters,ogoisten.luilakken.
parasieten, souteneurs en van geërfd geld levende
nietsnutten. Is dit meerwaardegevoel vermengd
met erotiek op eigen lichaam dan wisselt het type
van fat tot homosexueel. Een ander bijna even
vaak voorkomend gevoel op eigen ik is een
mindericaardiyheidsyevofl. Dan varieert hot type van slaaf.
vorlegenheidsstamelaar tot zelfmoordenaar. Ken
gevoel, dat reeds bij veel minder individuen voor
komt is wdelijd: n op eigen ik.Dat zijn de menschen
vol zelfbeklag, de sentimeiiteelen in dien zin,
dat zij eigen ongeluks teeds erger voorstellen. dan
het is. Maar dat zijn ook de in egoisme,
soms in hebzucht on gierigheid, ja, in misdadige
wreedheid voor zich zelf zorgonden. Het ge
voel, dat al zeldzamer op eigen ik is ingesteld.
is een mwhlxyro"!. Dit uit zich in een zucht tot
beheersching van eigen ik, zoowel over do innerlijke
werking als over de uiting daarvan. Dat zijn de
hoogmoedigen, de onbeiiivlocdbaren mot zooge
naamd sterken wil, de zwijgzameri, de zoogenaamd
gevoelloozen, dat zijn de koppigon, do
halsstarrigen on de eenzamen. Vrij zeldzaam is hnut op eigen
ik. Hierdoor kunnen do allerkwaadsto humeuren.
nijdassen, pessimisten, moralisten on venijnige
boetedoeners ontstaan. Tot deze klasse boliooreii
ook een zeker soort spotters, geestelijke; zelf
kwellers tot zelfmoordenaars toe.
Het gevoel, dat het zeldzaamste op eigen ik is
ingesteld is angst. Dit komt zoo zeldzaam voor.
dat er voor deze individuen geen soort namen be
staan. Tot deze klasse behoort Victor E. van Vries
land. (Zie de verzen: Resurrectio Mystica, Op
Verborgen Verlatenheid J l f, Reservatio Mentaiis.
Ziel, Droom, Jn Voorwaardelijk ritzicht.) 1)
Een hoedanigheidsverschil tussclien de indivi
duen onderling aannemend kan men opmerken.
dat in de opeenvolging van meerwaarde-, minder
waardigheidsgevoel, medelijden, machtsgevoel, haat
en angst eone daling in aantal maar oono stijging in
hoedanigheid is.
Het komt mij voor, dat de waarneming, dat
genoemde dichter angst op eigen ik heeft ingesteld
de sleutel is voor het geheim zijner geheele innerlijke
samenstelling. Degene, dio angst voor eigen ik
ondervindt, ziet zijne ziel als eene folterende nacht
merrie, die durend van seconde tot seconde bij hem,
in hem, hem zelf, nooit en nimmer te ontvluchten is.
Deze toestand beteekent: zijn is martelende angst
voor dat zijn zelf. Een dergelijke bewustzijns
toestand is niet te handhaven. Do eerste weiisch,
die in een dergelijk gemoed opkomt is vluchten
van dat eigen ik. de geheele levensaandacht en
gevoelsgerichtheid concentreeren op iots anders.
De verschillende toevluchten zijn, do natuur, do
menschen als eenheid, de vrouw.
,,De wereld, die ik, ei neu /Kirlklo/i lang. beeld eau
mijn wezen maalde en- inaid~a,n<i ra n. mijnc/i mleni."
\) Uitgave Em. Qnerido.
zal de dichter niet anders kunnen zien dan even
beangstigend als het eigen ik. De weinige natuur
verzen, die dan ook in dezen bundel staan, zijn
vervuld van wanhoop. Het landschap is in al zijne
grootschheid eeno gouden nachtmerrie, een ver
schrikkend beeld van vertwijfeling. De menschen
als eenheid?
Die diepst leven,ijetneenschap met alles en allen willen,
Staan daardoor, -ja juist daardoor graf-eenzaam.
De Vrouw ?
En zei j s na deze wreede werkelijkheid:
Uw stem, uw stem als een vloei; in mijn ooren,
Weet il;, dut (jij niet dan inijzelvc zijl.
Xoo hooft de angst ingesteld op eigen ik 011 het
oit, dat dit gevoel op alle tocvluchtsobjoctenf
getransponeerd is, deze ziel ingedamd met wanhoop
on vertwijfeling, een ziel, die glasscherven leeft.
Xa dergelijke zich over jaren uitstrekkende
pogingen tot out vlucht en aan. zich zelf, staat
zoo'n gemoed voor de uiteindelijke keuze, zijn
of niet zijn. Do zucht tot vernietiging van eigen ik
is dan ook oen dor voornaamste onderwerpen van
deze gedichten. De vernietiging, de dood wordt als
belofte, als verlossing, liet niet en niets zijn als
het rijk Gods gevoeld.
Zie, ik sta
\~oor hel ijroot geheim van uic volle openbaring.
Die is ik weet het nu vernietiging.
V ernietiij inrj! En toen ik wa-s een Icind
Klonk mij dit woord toe als een belofte. . . .
Het spreekt van zelf, dat deze vernietiging van
eigen ik alleen maar en dan nog slechts vermoede
lijk door vernietiging van hot lichaam to bereiken is.
Deze verzen gaan dan ook rakelings langs don zelf
moord, on het feit of deze laatste wanhopige
poging al of niet gedaan wordt, is afhankelijk van
de vraag of een dergelijk mensch in de critiekste
periode van zijn conflict zijn tusschen de innerlijke
afgronden steun zoekenden voet planten kan op
de eonige plek, van waaruit naar boven
werkingmogelijk is, of de dichter zich in die periode ver
eenzelvigen kan met zijn reddend weten.
De nitehten spmcen slank; de dage» zij» verrot
Leven, dal langzaam in ontbinding overgaat. . . .
Het laatste zirare, tranenzicare weten laat
Mij sterven tot den ceuicig groenen groei van God.
Dan begint het heroïsche gevecht van de
verheveiiste inenschelijke functie, liet weten, met hot
verstoord gemoed. !)<? beangstigende onwetend
heid wordt te niet gedaan, hot eigon ik wordt
aangetast, ontkleed, ontleed, bewust on gevaarloos
gemaakt, aanvaard on overwonnen en de dichter
staat gelaten en moedeloos, want het toch schoono
spook ligt aan stukken on do ziel is leeg'.
Vaartrcl, leen npinsel, did mij eens omJting:
\Vij s/erren sa-inen. uit de m'heiner'nig
Zul van ons beide geen andere dag
Meer opkomen. Itcetts seiid de zicarle. vlag
Des narlds dat a/les er niet is gctrecttt.
Stemloos gekeeld «Is een ge/tonden beest
l'al ik, en gij, mijn irereld. valt niet mij.
11 ij iraren n: n niets neemt nu ons bet.
Hoven omschreven innerlijke toestand en ont
wikkelingsgang, die zich uitstrekt over de jaren
1!HO tot 1027 is. dunkt me. do inhoud van dezen
bundel. Victor K. van Vriesland iscen groot ui-iisch,
want van de; honderd gaan ernegon 011 negentig in
oen dergelijke t itanen-strijd tori onder en men moot
toegorust zijn met het uithoudingsvermogen van
oen martelaar, hot alieri'ijriste weten en ongekende
moed om dat laatste in het pijnlijkste gevecht
to brengen. Victor K. Van Vrioslaiid is een groot
dichter, zoo niet de grootste dan toch oen der
besten dei' laatste jaren, want de ontroeringskracht
dezer wonderlijk goode verzon is in de laatste tijden
niet geëvenaard.
Hot optreden van het weten bij dezen dichter
is niet oen moment geweest. Reeds van het aller
eerste begin van zijn cc mflict af werkte het geslepen.
/ijrie gedichten zijn er het bewijs van. Moordere
zijn zeldzame voorbeelden \ an verzen, waarbij
het gevoel on hot weten in volmaakte harmonie
de uiting tot stand brachten. Hoe sterker echter
het weten in dozen bundel optreedt, hoe meer
het het gevoel ovorheerscht. Dan worden de
gedichte;)! dor en droog en cerebraal.
De toekomst:- Het weten hoeft den vulkaan uit
gebrand. Men vergete echter niet, dat al de in
deze verzen geuit o gevoelens werkzaam zijn in
slechts een der groote standaard verhoudingen van
het rnonschelijke gemoed, nml. in do verhouding tot
zich zelf. Daardoor is do ziel nog jolig, do andere
verhoudingen zijn nog niet doorleefd. De; ziel is
moe, loog en donker, maar bevrijd van zich zelf en
bereid tot alles. Ik geloof, dat er van dezen dichter
nog zeer groot e dingen !<? verwachten zijn.