De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 5 april pagina 16

5 april 1930 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

i6 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 APRIL i93o No. 2557 Schopenhauer's Aphorismen van Levenswijsheid bewerkt door Charivarius EERSTE DEEL. IK BEN VII Hoezeer gezondheid dus tot blijdschap leiden kan. De laatste is niet steeds de metgezel ervan; 'k Heb menig man ontmoet, robust en nimmer ziek Maar toch gedrukt van geest, en diep melancholiek. Wie zicli in kunst of wijsbegeerte onderscheidt. Ts veelal onderhevig aan zwartgalligheid. ..Ken aangeboren neiging tot melancholie," Zegt Aristoteles, ..is 't kenmerk van 't genie." Trek echter, jonge vriend, niet hieruit de moraal: Ik ben melancholiek, dus ben ik geniaal. VIII Goddank, dat dikwijls ook de keerzij zich vertoont: Een lijdend lichaam, waar een blijde geest in woont. De teringlijder, schoon hij zienderoog verkwijnt, Blijft altijd opgewekt, en denkt niet aan het eind; Een vriendelijk bestel van de Voorzienigheid, Alsof zij deernis had met hem, dien zij kastijdt. Ook andren zijn er, die, in spijt van bitt're pijn, Een zonnestraal van vreugd voor hun omgeving zijn: Wie met een blijden lach op 't ziekbed nederligt Ik ken geen schooner, geen verheffender gezicht. IX Natuur heeft heel wat rare snuiters voortgebracht, /egt Shakespoare: Jan-die-huilt woont vlak naast Jaii-die-laeht. De laatste Jan, die n keer van de tien keer slaagt, Gevoelt zich blij te moe en hoogelijk behaagd; En Jantje-huil, die n keer van de tien keer faalt, Vergeet de heele winst, die negen keer behaald. Niet wat de dingen objectief en werklijk zijn, Maar wat zij zijn voor ons, veroorzaakt vreugd of pijn. (jij wordt, zegt Epictetus, niet ontroerd door 't feit. Maar door de overpeinzing, die gij eraan wijdt. Edoch, de waereld is mot wijsheid ingericht : Ook hier werkt wederom de. wet van 't evenwicht. Aldus, dat hij, die heel zijn leven tobt en mokt. Door ramp of tegenspoed niet hevig wordt geschokt, /ooals wie eiken dag een onweersbui verwacht. Gelaten zucht, en /.egt: ,.lk had het wel gedacht !" Maar hij die slechts den lichten kant der dingen ziet. Verwacht bij helder weer de donderbuien niet. KM treft een ongeval zoo'n puren optimist. Dan jammert hij onthutst: ..Wat heb ik me vergist !" Ook SCHOONHEID, l)ij de vrouw, maar ook wel bij den man. Is een der gaven, die 't geluk bevordren kan. 't Is ongetwijfeld soms een praktisch groot gerief: Ken schoon gelaat is als een aanbevelingsbrief. Van meel.1 beteekeiiis. dan menig wijsgeer meent. Indien u dus die gillist der goden is verleend. Houd haar in ('er. en zorg. geleid door goeden smaak. Dat charme niet verdwijn' of in verdrukking raak'. Maar, gij die schoonheid hebt, maak dat g'nw doel niet Gedraag u altijd zoo, alsof gij 't zelf niet wist. mist : XII Verzorg je uiterlijk. Jij, vader, evenzeer. Verschijn in huis, op straat, bij mensehen, als een heer. Laat ons geen nagels zien, waar zoo iets onder zit. En als je lacht, vertoon een parelblank gebit. Je bent een egoist, wanneer je dat niet doet: Jij ziet het niet, wij wel. Dus poets je tanden goed. Maar schoonheid van gelaat is mcnschl ij k-minderwaard. Tenzij die zich aan adel van karakter paart; En zoo'n bekroonde koe, waarvan men heden leest, Miss Teenoftanderlaud, heeft zich verlaagd tot beest. TOEGEPASTE KUNST door Otto van Tussenbroek Tentoonstelling van Kerkelijke Kunst In de toonzaal van de Wed. J. H. van Rossum te Utrecht zijn werken van Heinrich Witidelschmidl uit Keulen en Frunz Liitlpold Bauer uit Munchen, saamgevoegd tot eene kleine maar zeer intieme tentoonstelling. Windelschinidt (geb. 1884), wiens ontwikkelings gang in de kunst (na het verlaten zijnor theologische en juridische studieën) men hier op zeer over zichtelijke wijze kan volgen omdat werken uit verschillende perioden bijeenhangen, is een der weinige waarlijk moderne schilders en grafici, die zich op het bijzonder gebied der kerkelijke kunst hebben toegelegd. Zijn kleur is van het donkere gamma langza merhand tot het licht gekeerd, zijne vormen, aanvankelijk academisch en zelfs ietwat zoetelijk, MHMli» hebben zich- mettertijd tot breedheid ontwikkeld en ondanks het naast elkander zetten van felle i'oodeu, gelen en blauwen, ondanks eene opzette lijke zware, haast brutale teekening blijft toch hetgeen Wiiidelschnüdt geeft beschaafd en boeiend en daarenboven is het in een zeker (als typeerend kenmerk sterk naar voren tredend) verlangen naar spontaniteit, in een (met moedwil aldus gekozen en voor dezen kunstenaar zeker zeer karakteristiek modernisme volkomen vauonzen eigen tijd Een enkele maal laat hij de dingen wat al Ie gauw los, getuige eenige afdrukken van linoleumsneden, waarin hij hier en daar zelfs wat grof van lijn wordt hetgeen ongetwijfeld, in aanmerking nemende het devoot onderwerp, storend blijkt maar daar staat onmiddellijk tegenover dat in het tot elkander toeneigen van moeder en kind in zijne Madonna-figuren iets zeer fijn's enteor's naar voren treedt. Uitmuntend sluit zich hierbij de opvatting aan van den jongen beeldhouwer Haiier (geb. in KMI!) te Munchen) in tal van hoiligeii-l'iguren uitgevoerd in aardewerk (majolicateohniek), opgekleurd in enkele sobere, fijne tinten, liet is vooral de door Bauer op lü-jarigen leeftijd geboet seerden St. Frariciscus, welke tot verstild symbool werd van toewijding en zelfver/.aking. liefde en wijsheid. De gelaatsuitdrukking, de lichaamshouding, han den en voeten, uit alles leest men onmiskenbaar het prijzenswaardig neigen af tot den zuiverst en HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID eenvond, waardoor (in afmeting kleine doch in gevoelswaarde groot e) menschelijke gestalte' iets van het allerhoogste meekreeg dat bijv. ook leeft in het bekende bronzen beeldje van Vincent dn,ir Meneles da ('osta. Van eenzelfde zoeken na.ar overgave in de stof. deze be/i.-leiid dooi' den geest, getuigen liauer's madonna-figuren. Ook tal van wijwater-bakjes bewijzen dat wij hier te doen hebben met een gevoelig talent. Smalfilm-Amateur-Kinematografie onder Kino-technische leiding van Joris Ivens Vraagt brochures en demonstraties CAPI 115 K ALVERSTRAAT Amsterdam C. BI] CAPI vakkundig» aad en voorlichting.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl