De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 12 april pagina 21

12 april 1930 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

Schopenhauer's Aphorismen van Levenswijsheid bewerkt door Gharivarius EERSTE DEEL. IK BEN XIII Twee kwalen van de ziel verstoren ons geluk, Van ongelijken aard, maar even zwaar van druk: VERVELING en VERDRIET. Men leeft er tusschenin, En 't eind van 't laatst' is vaak van d'eerste het begin. Brengt nooddruft pijn en leed aan lichaam en gemoed, Verveling wortelt wél in weeld' en overvloed. De lage klassen vechten met den hongerramp, De hooge standen voeren met verveling kamp; Nomaden trokken rond als middel van bestaan, Toeristen reizen om verveling te ontgaan. XIV Verdriet is positief. Genot is negatief: Afwezigheid van leed. Vermijd dus ongerief, Maar jaag niet naar plezier; het is niet wat het schijnt; Fata morgana! Zie, gij nadert het verdwijnt. Is 't lichaam kerngezond, en zonder n gebrek, Maar krijgt gij door een ongeval n wonde plek, Dan is 't alleen de pijn, waaraan g'uw aandacht schenkt, Terwijl gij niet aan 't welzijn van uw lichaam denkt. Zoo voelt g'ook geestlijk leed, maar geestli.,k welzijn niet De dwaas haakt naar genot, de wijze mijdt verdriet. XV Vermijd dus alles wat u grond van zoig kan zijn, 'Als armoe en gebrek, schuld, onrust, ziekte, pijn. Maar zoek niet naar genot; gij wordt teleurgesteld, Gelijk de hengelaar, die vischt in 't knollenveld. Wenscht gij te weten of een men.sch gelukkig is, Vraag niet naar zijn bezit, maar vraag naar zijn gemis; Vorsch uit wat hem ontstemt, en niet wat hem behaagt. Als hij zich over kleinigheden diep beklaagt, Is hij gelukkig, trots zijn zoogenaamd verdriet: Wie ongelukkig is, voelt kleinigheden niet. XVI Verveling, vast gevolg van grof gebrek aan geest, Kwelt uitteraard den botten rentenier het meest. Waar moet de ha's naar toe? Waar bergt hij 't voege lijf: Hij zoekt zijn troost in 't oiibenulligst tijdverdrijf; Hij weet niet, dat zijn vijand 't beste; wordt verjaagd Door wapens, die men zelf in hart on hersens draagt; De werold van den geest, dat grenzeloos gebied, De vreugde van geelachten-arbeiel, kent hij niet. Hij zucht, terwijl hij 't geld met handenvol vergooit De man, die denken kan, dus denkt, verveelt zich nooit. XVII Want hij die in de hersensport is opgeleid, Vindt in zijn eigen brein een bron van bezigheid. Een bladzij van een boek, een voorval dat hem trof. Geeft hem tot overpeinzing doorgaans ampel stof; Hij neemt een werk van kunst of wetenschap ter hand. En wandelt blij te moe door zijn gedachten-land. Maar hij die in zijn hoofd slechts leegc ruimte, vindt, Verlangt dat men hem bezighoudt, gelijk een kind; Hij lijdt aan rnimtevrees, en die benauwt hem zoo, Dat hij g en uur kan leven zonder radio. XVIII O Mozes! die muziek, die eeuwige muziek! Café's en. restaurants erlangen geen publiek. Tenzij daar achtereen, terwijl men eet of drinkt. Vit saxofoon on trom een holsch lawaai weerklinkt. _Bezat men geest genoeg voor scherf s en knussen kodl. Men duldde bij den dronk geen .snerpend janimerhoul. Maar niemand zegt een zin, dio zijn gezellen boeit : Het spook der Stille dreig!. Dus, muzikanten, loeit! Wij zitten uren lang te zwoegen voor ons brood, Kn is het werk gedaan, dan zijn wij geestlijk dood. montage van een geraffineerde volmaaktheid. Gold het een gewone' Europeesche film, dan zou men er met lof van kunnen gewagen. Maar met de Chinoiserie loop het mis. Wat men met Anna May Wong op den enkeling heeft toege past, geschiedt hier en gros. Deze vreemde, exoti sche naenschelijke instrumenten, worden gefor ceerd tot een westersche methode van expressie, dio maar al te klaarblijkelijk de hunne niet is. Zij wankelen, slaan zich op de borst en boezemjagen wat alles nog tot daaraantoe is. Maar het fatale is ook hier de close-up. Deze krachtigste; en gevoe ligste emotio-geleider van den westerling, verstart bij de ongelukkige Japanners tot een stereotiepen grijns. Men bestudeere b.v. eens het masker van de geisha O-Uma, ,,de schoonste en liehtzinnigste vrouw van Yoshiwara". In de meest verschillende situaties blijft de expressie volkomen gelijk: een witgepleisterd gorgonenhoofd met zwarte eiogsploten en een wijden grijns. Wanneer de jonge man. die haar minnaar was door een bruten rivaal wordt mishandeld, zoekt men tevergeefs naar oenige ge moedsbeweging in haar wezenstrekken. Het is absoluut onmogelijk zelfs bij benadering uit te maken, of zij over hot geval lacht of huilt ! liet spreekt van zelf, dafc dit nog niet pleit tegen do. actrice het is alleen een veroordeeling van de regie. Wat nu die regie betreft ik kan het niet hel pen, maar ik geloi if er geen steek van, dat deze door een zoon van hot Land der Rijzende Zon werd gevoerd en de schamele atelior-docortjos wijzen erop, dat de film op eenige duizenden mijlen van het Japansche eilandenrijk werd opgenomen. Maar nog eens dat is bijzaak. Te betreuren blijft het. dat met Japansche spelers een Westersche draak. naar Westerschen trant werd opgevoerd. Het Yankee-doodle" voor gamelang-orkest ! De Straat der Verlorenen. Tiiscliinsky Het is met de ontroering wonderlijk gesteld. Waar gij haar het minst verwacht duikt zij soms op, sterk en onmiskenbaar, grijpt u in uw jasje en ontwapent u ondanks uw logisoh-aestethiseh verzet. Andermaal zegt uw verstand en uw kunst zinnig gevoel u: Xu gaat liet gebeuren.' Nu komt het ! en zie, het komt heelemaal niet . . . . gij blijft achter, oen beetje triest, een boefje leeg. oen beetje verwonderd. . . . ,.l teimkohr" van .)oe .May zat vol onbeschaamd plagiaat van Pudowkin, van lioom, van Lang. , . . het bracht mot Gustav Froelich veel toonoolniatigo vroolijkheid en met Dita Parlo een. der verfoei lijkste Duitsohe dilettanten, die ik ken - en hot ontroerde mij diep. ondanks dit alles. ,,l)ie Strasze der Verlorenen" van Paul ('/.inner bezit alle kwaliteiten van een goede; film - een veelszins vloeiende, gave filmische dialectiek -? sujetten, die stuk voor stuk uitnemend zijn een scenario, dat ondanks groot e fouten, tienmaal meer mogelijkheid tot zuivere ontroering laat, dan May's ..Gartenlaube" verhaal. Het is waar ik schrok even. toon ik I'ola Xogri haar entree zag maken in hot overbekende geblokte nauwe rokje, t'luweelen jasje 011 vogelnost lioodjo, dat van Mary l'ickford op ('onstanoo Tahnadgo van t'onstanco Talmadge. op Betty .Uall'our van Hot t v Balfemr op Gloria Swanson - van Gloria Swanson op Mae Murra is overgegaan. Tor fine van cauaillouse eoemctterie ! Maar de aanhol' op den vuurtoren was pakkend, de scène in liet haven bordeel snel en lenig camerawerk do typeering der beide,- mannelijke hoofdpersonen: Maxime on .John, sober en overtuigend. Kt) bovenal de figuur van Pola Xegri oen. herboren, verdiepte', gerijpte Peila N e'gr i. Kn te-lke-ns dacht ik : Nu komt het! -Bij ele' dankbare passage van ele'ii snollonpoiidon man en het meisje. dat smookt haar mee f e nomen -? bij eie simpele. in louter subtiele trekken gegeven eerste morgen. na het huwelijk - - bij ele; treffenele monoloog voor ele'ii spiegel bij ele" verschijning van den opgejaagdon Maxime. . . . bij al die- onberispelijke1 frag menten zi'i ik hardop tot mezelf: I>a1 is goed elat is voeirtivffelijk ! Nu moei he-t konie-n . . . . mi gaat het gebeuren! K:i ..hot" kwam niet ..liet" gebeurde nie't . . . . hot liet mij achter veil verstan delijke; waardeering, veil dankbaarhe-id ven ir he'1 zien van goed filmuvrk - maar otigeroerd. on bewogen. Hoeveel moet van eU( alle's <ip rekening ^ebrurlit worden van persoonlijke dispositie? ileieve'ol ge west on aan den raivn psychologische!! draai, elie ele; historie plotseling noemt, wanneer do man. na kopje onder te- zijn geweest, eensklaps het meisje gaat tromve.n, elat hij verfoeit l' Hoeveel aan hot kennelijk ge'brek aan verhouding, dat ele film aanklooi't 'i Ik be'ii geneigd, mot erkenning overigens van alle1 lueigelijkheden. teich wel voornamelijk aan het laatste motie-f do moeste betoekenis toe' te' ken nen. De1 relatieve duur em uitvoerigheid der ver schillende1 de'ole'n is immers we-1 zi'er onevenroelig i'ii moeilijk te; verantwoorde'ii. l'!r is voe'l, dat 1elang duurt (danshuisfragme'nt - scène met elen vluchteling -- achtervolging) dat ele^ verwaohtinge-n op ee'ii dwaalspoor brengt on ele1 spanning doet verslappe'ii. Kr ontslaat daardoor oen soort .,ram melen" ele'i' motieven en de'i' sensaties, dat ons he't spe>or eleT psyoholeigise'he ontwikkeling bijstel' doet gel aken. Kn als dan e'inelelijk ele' ont knoeiping komt. die toe'h inniie-rs sngge'stiot' e'üonafwendbaar be'hoort te nadeivn. 01 e m ve-rw;ie:ht als een blikse'inslrual ons elient te tivl'IVn - elan n.ary.e'le-n wij en negge'ii: .Ju. neen. ju.... zou Jit nu werkelijk he't einde zijn:' Kn wij voelen ele ontroering in ons stierven. Veior zij geboren werd. Maar noir eens: ik gei'f ilit nis zuiver persoon lijken indruk. \Vie wol uvt roHVn worel. ka.n ik in (lit ge;v;l,l alleen maar benijde1!! , . . . Smalfilm-Amateur-Kinematografie onder Kino-technische leiding van Joris Iv^ns Vraagt brochures en demonstraties CAPl 115 KALVERSTRAAT Amsterdam C.j BIJ CAPl vakkundige aad en voorlichting.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl