Historisch Archief 1877-1940
HET
W. Schuhmacher
T TT KT is zoo: ns was de neger
M *- de koning, die bij de Kribbe
stond, nadat hij willig (hij was willig.
goedwillig en vroolijk als een gezond
dier) do groote ster had gevolgd, die
nacht na nacht oprees, den weg duidde
en verzwond, toen Hethlehem onder
haar stralen zacht had geblonken.
Kn hot knielen viel hem gemakkelijk,
want hij was vanzelf vol eerbied
voor het omstraalde kind. en omdat
hij een koning was over een
landvolk, waren de ezel en
de os hom niet tot schrik,
en was (hij kwam uit oen
diepe, zuidelijke streek)
Joseph hem niet arm, maar
stil en sober, en als hij zag
naar Maria, dan sloeg hem
uit haar zulke; glans, dat
geen gesneden of gepolijste
steen, hem bekend, dat
foiiklend stralen versloeg. En
graag gaf hij wat hij had,
on lachte al gevend, 011 zijn
mantel van witte wol. die
hem dekte in de nachten
door den woestijn, lei hij
zacht keus neer opliet voeten
eind van 't kinderbed, want
een kleine kindervoet was
bloot, en buiten was de we
reld wel diaphaan. alsof ze lag onder
een eindeloos glas vol stralen lichts,
maar de /.on was weg, en er kwam kou
van uit y.ee. Toen groette bij drie keer
de Moeder, den. Vader, het Kinden van
dien af kon hij vóór zijn oogen den stal
altijd doen verschijnen met het glan
zende kind: al joeg hij den tijger, zelf
mot den toorn van een tijger in de
oogen, of al danste bij een paar-dans in
eengroot dorp in l>ahomev (\vaar in het
Neger
HY T ir\ 17 u ir?
l JL U JtL JU JtL
Een Kunst die vol
midden do ijzeren oorlogsgod stond) JV IV 1\7 ^^ J7 t^ J-^ J3 i
hij, een der drie Begroot ers van het HéCe Li \J Cl kj ± I\ A
DOOR ALB. PI
Jan Sluyters
Negerin
Kind
,,En de Middeleeuw schilderde hem
zóó, 011 het was toen onverschillig
uit welke heet e streek
hij was gekomen, want
in die Middeleeuw stond
do kribbe roverai; ook
in het Xoorden stond
ze,iii den tijd van Kerst
mis, in de sneeuw, maar
altijd was er muziek
on licht, een verre stilte.
en de twee dieren en de
verbaasde Vader, de dee
moedig-verheugde Moe
der en de drie Vorsten
uit het Oriënt, Melchior,
Balthasar, en Kaspor.
JE n de Negorkoniiig was
de ongeloofelijkste van
het drietal; hij was van
hooreii-zcggcn en van
gelooven. maar wie zag
hem ooit'-1 Hij was zoo
zwart, dat in den nacht.
hij was onzieht baar". .. .
Toen woi'd hij de
rariteit, l lij werd ge
vonden, en als een bizar
re steen, of een.
vreemdgegroeide schel]), of als
een hard stuk koraal
Werd hij meegebracht.
En hij was nog dee
moedig en sterk en hij
danste nog woest en
graag; a.ls een y.warl
lichten kon een \ lam j
schieten uit zijn beru>- l
ting. zijn beslagen be
rusting, /«o staal hij
in de annalen der
reiKen, of bij degenen, die
't geluk geloofden te zijn
buiten hun landsgren
zen: en langs een
tropischeii stroom gleed, op
het plaatje, met langen
pas de zwarte, of school lusseheii de vrijheid, l n do boeken kwam hij y.óó
schoudcrhoog kruid en school een edel. willig, mishandeld, met de knie1;!
schicht naar den verdoken panter." van den os. die la.ng liep. verduldig.
.. KM daarna \\vrd hij de mishandelde. vóór den wagen, en nu opeens de
In zijn liedeen l;ig \frika als een grool e v, ei. die de waereld is. open vond
verlangen en een verlatenheid: en dat sta.au voor zijn honger en voor zijn
hij een mishandelde was. werd onze kra.cht."
smaad. Xoodra een siiriad te irroot ...la,, hij gedijde. Hij had de
vruolilwordt. en erkend, komt een sent i- lia.-i.rheid en de zorgvuldigheid van
mentaliteit. die den mishandelende hei dier aan zich. Kn gedijen is macht.
verzwakt; vreemd en vrij stond de en y.oó uvdijen ai> hij deed i- de t ?
»?y.warto opceii> lu.-schen de men-,ch";[; l-."m-,| IvziMen, een toekotn.-l M'}
die 't suikerriet sneed, ka.toen \* r- muziek, eii --poken mis^chi''!!. Nol
gaarde, en een geldsom ua^ m.-er dan geloof. Maar hij lileef uillm. en \
ereen mensch. \\erd onhandig t e^-eni »\ ,-]? iiaa-d.
Isaac Israëls