De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 26 april pagina 19

26 april 1930 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2760 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 APRIL 1930 Groquante Groquetjes door Alida Zevenboom Uit het kladschrift van Jantje HET mag nog zoo guur zijn en zoo koud en nog zoo regenen - de Bollendag" sla ik nooit over. Ver leden jaar ben ik achter op de stoomfiets van meneer Stanislai'ski mee geweest, maar dat is me niet goed bekomen en zoo achter den rug van een man te zitten en den heden, dag hem in den nek te kijken, is geen werk voor een fatsoenlijke- vrouw. Ik ben gewoon met den trein gegaan en in Hillegom uitgestapt en ben zoo de velden doorgeloopen en dan voel je je toch maar weer wat trotsch en fier dat het juist ons kleine landje zijn moest dat werd uitverkoren om den bol te doen groeien en bloeien. Ik heb me dooi' zoo'n bollenboer laten uitleggen dat heel de bolleriteelt eigen lijk tegenwoordig n groot e fabriek is waar de bollen gemaakt worden. Do natuur is er nog maar voor een heel klein deeltje debet aan en hij dacht het dat het over een jaar of wat wel zoo ver zoa zijn dat de natuur hee lemaal niets meer had in te brengen en de bollen volgens de bestelde maten en kleuren gefabriceerd zouden «'or den bij honderdtallen tegelijk, net als de Kordjes en de radio-toestellen van meneer I'hilips. Dat heeft eigenlijk Wel wat van het genot van mijn dag bedorven, want waar blijft op die manier de poe/Je;* Kn poëzie moet een mensch in het leven hebben, anders is het huilen met de lamp vast honden. AVa( heeft iemand als mevrouw Mann niet een poëzie in ons leven gebracht ! Kn wat ik altijd zoo mooi en lief hè1) gevonden is dat de studenten, van het begin van haar roem af, haar ge huldigd hebben. Kn nu zij tachtig is geworden met een witte pruik op die haar zoo jeugdig staat, wordt zij nog gehuldigd door de student jes wier grootvaders haar ook al hebben toegejuicht en naar huis hebben ge bracht. Ik ben ook wat dun in mijn haar geworden?je staat niel stiaffeloos het beste deel van je leven voor een fornuis - - en ik heb «'l', eerlijk gezegd, ook al aan gedach! om me een witte pruik aan te schaffen. liet staat me; goed want wijlen mevrouw zaliger droeg er eeli en ik heb hem eens op gehad en ik moet /eggen, dat het een lieve mode is die aan menige oudere vrouw meer waardigheid zal geven dan de korte rok en liet korte baar en de sigaret in der hoofd. Mevrouw zaliger had er een met pijpkrullen en ik weet, wel als de kleinkinderen op bezoek waren, hoe stil ze waren als oma ze met haar krullen liet spelen. .Maar ik heb geen kleinkinderen, behalve dan van onze poes die wel wat- erg lichtzinnig van aard is, en daarom hel) ik er wel eens over gedacht om een kind aan te nemen. Maar als ik de rij langs ga van de kinderen die ei- voor in aan merking zouden komen. moet ik zeggen dat ik een beetje huiverig ben want de tegenwoordige kinderen zijn onhebbelijk en lomp en welen alles beter dan een groot mensch. Ach. wat wordt een mensch toch onge merkt oud. Mevrouw Manu tachtig en meneer Troelstra zeventig en allebei nu vereerd en bemind. AVat de tijden toch veranderen! Ik had een nicht destijds in F'l recht wonen en et'schande TELEFOON door Cel 2 van sprak zooals die meneer Troelstra daar te keer gingen bijmielkeii avond door de politie werd opgebracht en /.'? de luiken voor de ra-men deden nis zij wisten dat- hij langs zou komen. Kn nu raken de. kranten niet uit gepraat over zijn groot e verdien.-,! en voor het vaderland, liet schijnt zoo te moeten zijn en ik denk wel ei-ns. >( als ik van die bolsjewisteii hoor. hoe het over veertig, vijftig ja:ir met /e zal zijn en of meneer l.out je de Visser h'-er Ouuen.-ok z.i-lf: eii meneer l >a\ id Wijnkoop dan ook niet gehuldigd zullen worden dooi- ,|;lj. j;i. u moe! ik hebben. He! wie ei' dan nog leeft voor hun groot e ,,, \oor ccn bliksem-int c-r\ i<-u . verdiensten voor het vaderland. Maar dan moet er toch veel veranderen in . /o.,'n nieiiu modi-in ..a lic- \ i :deze vreemde wereld, want ik heb ge|.--\ liegen "->]>? l. Ik \ raa:; <-M n u'-'-l'l zoo'n bijeenkomst meegemaakt tegen antnooi-d en i-i-n uur later -taa! int dn vervolgingen in Uusland en ik hi de krani. vond het wel wat onwennig om daar een dominee te zien zitten naast een - Ik uon u n;: inelijk \rauen naar Uoomscheii priester en een .1 oodschi-n nu oordeel o\,-r de .lonueM-n. Kabbi et) ik dacht zoo bij mijn eigen. maa.!' het zal wol zondig geuvest /.ij'l: .lonueren ! Ki-;i! u i:'ji ;i mi n< - : als zij nu zoo eetidra-clit ig samen uil niet l- .longeren ! .' ! ga.a,tu wa.a-roiu doen /.ij dat dan niet meer en stoppen /ij de kindei-en ... Juist. Wal y.e-t u er v. el \ a .11 dat apart in hun scholen opdat /.ij elkaar dn- o\ei-ai hun kop op-tcken:maar niet /uilen besmetten en vrij zullen blijven van de a-!tdere ongeloo- \\a-l /e da.h \\ili--ti" ! <-h uu ven. l fel is een rare wereld naar ik t ijd'jvnool en \.-IM hun -loeien d i iiu.'i-ii. niet goed nieei- uit \\ijs kan \\ordeti. Ik denk dat ik mijn tijd gehad heb. Waarom: (m,dat /.- . r ? ip u ii!< i, maar dat heeft mij ni.-t belet om mij zitten. Ander- nn-t een aardig /.onn-rlioedje te koopen met een breedeii rand. Want nK je ,lui.~l o:nda; u .-i1 /.oo I.-IHL i;. a,ls vrouw niet meer met de mod,- l.-kker op zil . mee g;iat. dan ben je als de snikt-;- peren en dan is het geda.au. . . . Maai « \< >?-,-,-i .-, u ding: d.i'. er in uw tijd niet zooveel ouderen waren als nu. Beslist. l>enkt u maar eens aan al die hygiënische maatregelen die het u en uw kornuiten mogelijk hebben gemaakt dat u de ta.chtig gehaald hebt en nog geschikt bent voor allerhande werk. Het zit hem hierin dat tegen woordig do jongeren sneller ouder worden dan de ouderen at'tandsch. Aftandsc-h ! ! ! Neen. dat slaat niet op u. l' is nou friseh als een hoen en nog bij. Maar vroeger ging een oudere np zijn tijd dood en kon een jongere imalleii als zijn tijd gekomen was, ma-ar tegenwoordig. . . . Jawel, jauel. l /il /e in den weg. Kal is hel Ih-ele vraagstuk. -- Waarom u plaats moet- maken voor een jongeiv: - - Nogal gla-d. Omdat hij jonger is. -- Zooveel beter: Kat zeg ik niet. Ken zeventigjarige kan knapper zijn dan drie en een halve jongvre van twintig en is liet allieht maar wat moet een jongere beu-innen: 11 ij kan toch niet alt ij d j"iiu blijven. Precies. Teu'en den tijd da! eind'-lijk zijn tijd gekomen is. is hij oud en dau is h!.| oud uvuoiden /oiider ei-v.u-inu:. N i l l u-ll /'/, e- -i l tikje dl >o\ ig. l /..-i. . . . dai het mi»e!iit n u< >ed /.o:i zijn om de jonuei-i-ii da.n maai- lie\ er \-,al op te luimen : l lat is l eiiminsl e e.-ii denkli'-.-ld dai MOL-, niel ondel- <!-? l'raeiil iu l Ik ben ,-r arhler: >.' i -il aan de h-u'-r- t -- \ < rrmen niet l; il 11- - jolii;. ? L, -i-e!-, l i ia 'l l II i i d< ? heel-i-l i boven de /e-I iu ! l 'au hadden u ij niet -een i f. ? -i' 11 v, a j M -n 11 m en d' ' i u iTeldvri'ile v. a-i'.l hel zijn all ij d d,ouderen i',ev\e,--| die den odi-!oU maai, l i -n en di' jou'.;, ren die hen; uit \ ' icht en e'l a.U de oudje- /elf li'- li:o n;, r," a f il; moesten .... l'l-i-.-ii -. nu li--el- ( (nuelisok. l let /.: -t l - ii -e j il / i i M \ o( ;r n U rl lellllia . l lel be.-le i-ll l|. rildl cl;- oude ( Illdjes UI IK t i M-L- \\a»il -1r.--.k- krijuen \\ij naas! bet i in ilileem der ,b ui', eren el! da! der l lud.-iem , 'ok ia 'u dal \ an de l ludj.--,. i!i.- de t )nd.'i .-n in d. n u eg /uilen zil 11-i i ! Abonneert U op De Groene Amster dammer, Weekblad voor Nederland Prijs per jaar Ir. p.p. f 10.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl