De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 26 april pagina 6

26 april 1930 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 APRIL 1930 No. 2j6o Wetenschappelijke Varia Een grootscheepsch experiment door Dr. P. van Olst DE kennis der verspreiding van planten en dieren over de aardoppervlakte is een tak van ' biologische wetenschap, waaraan een overgroot aan tal interessante vragen hangen als lekkers aan een. S'oed-voorziene kerstboom. Verschillende vragen y.ijn reeds meer of minder afdoend beantwoord. maar beantwoorde vragen op biologisch gebied lijken veel op de koppen van de hydi-a van Lorna; iedere kop die lleieules afsloeg werd vervangen door twee nieuwe koppen. J let eenige verschil is dat bij iedere beantwoordde vraag niet twee maar tien of twintig nieuwe vragen uitgroeien. De natuur kijkt rustig toe hoe de mensch niet deze vragenbeantwoording tobt. Maar soms grijpt de ? natuur zelf in on helpt experimenteeren. Zoo heeft , zij in 1883 Krakatau en naburige eilanden eens grondig gesteriliseerd door middel van de beruchte uitbarsting, waarbij twee derde van het eiland in ' de lucht vloog. De proef werd wat overdadig genomen zoodat o.a. 30000 meiischen omkwamen op Sumatra en Java door de geweldige vloedgolven. maar het resultaat van sterilisatie werd dan ook ver'moedelijk afdoende bereikt. Niet alleen dat maan den achtereen de vulkaan reeds uitbarstingen ver toonde voordat het slot-effect verkregen werd, waarbij twee derde van het eiland de lucht inging. maar bovendien werden het restant en alle andere' eilanden in de buurt bedekt met een laag gloeiend asch en puimsteen, dertig tot zestig meter dik ! Straat Soenda, naar kaart van Dr. Dammer man Toen de ingenieur Verbeek na twee maanden het eiland voor 't eerst kon bezoeken was deze laag nog zoo h#et dat de koelies op hun bloote voeten moesten trippelen als ganzen voor patéde f o ie gras. Enkele wetenschappelijke menschen meenen nog dat het denkbaar is dat verschillende dieren in kleiner of grooter aantal de uitbarsting kunnen hebben overleefd in ondergrondschen toestand. Maar zij gelooven dit alleen op theoretische gronden. De feiten wijzen er alle op dat Krakatau werkelijk geheel steriel is achtergebleven na de katastrofe. Een jaar na de uitbarsting vond Verbeek nog geen enkele plant, behalve een paar grashalmpjes. Dieren, die planten eten zouden dus onmogelijk kunnen blijven bestaan, zelfs al hadden zij onder den grond hun leven kunnen behouden tijdens de sterilisatie". En daar vleeschetende diersoorten de planteneters als voedsel noodig hebben hadden vleescheters nog minder kans op voortbestaan. Dieren, die typische onder-grondsche levenswijze hebben, zooais de gewone regenwormen, ontbraken nog in 1908, hoewel er degelijk naar gezocht werd. Nu komen deze wormen in groot en getale voor en het is niet aan te nemen dat 25 jaar na de uit barsting eventueele overlevende exemplaren zich nog niet zóó vermenigvuldigd zouden hebben dat bij onderzoek er nog geen gevonden werden, en dat zij daarna opeens zich sterk zouden vermeer derd hebben. Ditzelfde geldt voor een aantal andere soorten, die pas na 1908 zijn aangetroffen. Daar verder juist insectensoorten, waarvan de larven het allerbest zijn aangepast aan het leven onder den grond, nog op 't oogenblik ontbreken, en bovendien door toevallige omstandigheden de weekdieren van Krakatau vóór de uitbarsting onderzocht zijn en na de uitbarsting deze weekdiersoorten bij opzette lijk onderzoek in 1889 nog bleken te ontbroken, is er alles voor te zeggen, dat Krakatau werkelijk geheel steriel is achtergebleven na de uitbarsting. Zoowel planten- als dierenleven bestond er niet meer. Dit was het begin van de proef. De vraag, die bij de proef beantwoord moest worden was: hoe gaat de herleving van fauna en flora in zijn werk r De natuur heeft echter alleen het eei'ste deel van de proef genomen en aan den onderzoekers over gelaten het verdere onderzoek uit te voeren. Ver schillende biologen hebben zich in den loop der jaren ermee beziggehouden, hoewel niet zoo geregeld en aandachtig als wel wenseholijk was geweest, gezien de ,,kosten" van het experiment (o.a. de 3I>.000 dooden). In 1921 publiceerde de Directeur van de Huitetizorgsche tuin Dr. Doctors van Leeuwen liet resultaat van zijn botanisch onderzoek van Krakatau, waarbij bleek dat op merkwaardige vlugge wijze de flora van Krakatau zich had hersteld, hoewel dan niet nog in volle soorten-rijkdom, maar wel in groot e woclderighoid. l f et eiland had in zcx-en-drrlii/ jt/nr het ty pische uiterlijk van een tropisch eiland herkregen. dal door oen zeeroh zoo juist gekenschetst is door de woorden: ..eerst een wit strand, dan kokospalmon en de rest boerekool." Al deze planten moeten over de bi'eede zeearmen getransporteeid zijn. die Krakatau van de groot o zusters Sumatra en Java scheiden: dit transport zal in hoofdzaak geschied zijn in den vorm van vruchten. zaden of sporen, hetzij drijvende (als het zeewater hen niet te spoedig doodt) hetzij dooi' vogels. Daar ik reeds vroeger over dit onderzoek schreef, laat ik de flora liever rusten en zeg nog iets over de fauna, waarover Dr. K. W. Damnierinan. Directeur van het Hiiiton/.orgseho Zoologische ^Museum, mededeclingen deed op liet Vierde Pacifisch Wetenschappelijk Congres iu 1929. Deze onderzoeker onderzocht de fauna van Krakatau in 1920 en .1921 en onlangs nog in 192S, nadat in li)08 Jacobson er studies gemaakt had. Dr. Damnierman meent ook dat er alle reden is om aan te nemen dat do dierenwereld van Krakatau geheel uitgemoord is in 18H3. De volgorde waarin de diereusoorten het eiland bevolkt hebben zal wel onge\ eer zoo zijn, da,t eerst diersoorten, optreden die van afval leven, dan plantenetende soorten en eindelijk vleescheters en parasieten. Dit wil na tuurlijk niet zeggen dat de dieren in deze volgorde op het eiland arriveerden, maar wel dat zij in de genoemde volgorde er een bestaansmogelijkheid konden vindon. Kwam dus oen vleescheter (e vroeg, dan ging hij dood. De dierenwereld is thans weer rijk aan soorten; in de lijsten van den schrijver zijn, als ik goed tel, 397 ongewervelde diersoorten aangegeven en 4(> gewervelde dieren, dus totaal 113 soorten. Toch moet deze fauna nog niet als normaal beschouwd worden. Vergeleken met andere eilanden uit de Soenda-straat en met Sumatra en Java hebben enkele diergroepen, zooals vogels en insecten (niril. de gevleugelde soorten). 50 a (>0 percent bereikt van wat men als normale soorten-rijkdom mag beschouwen, en hetzelfde geldt voor de diersoorten die in don. grond leven. Andere groepen zooals de mos-fauna mogen vrijwel als normaal beschouwd worden. Pas aangekomen soorten breidden zich met een geweldige snelheid uit en alleen op den langen duur komen evenwich tiger toestanden tot stand, zooals bij een lang be staande fauna het geval is. Kr moet bijv. toch een bruikbare verhouding komen tusschen de eters en de i/ei/fletten wat hun aantal betreft; als er van de eters te veel komen verdwijnen zij ten slotte tegelijk met d(! opgegeten prooi-dieren of -planton. Er zijn dan ook gevallen dat een diersoort eerst overvloedig aangetroffen werd en later geheel verdween. De dieren kwamen op het onbewoonde eiland aan óf door de. Iwhl, hetzij zelf vliegend, hetzij passief meegevoerd door den wind óf over zee, hetzij zwemmende, hetzij op drijfhout e.d. varende, óf door bt'inidileiiiig run iurmtchcn <>i van iindere dieren (bijv. eieren, van waterdieron. kunnen aan de pooten van vogels blijven kleven om zoo Vraag toezending van catalogus met begrooting STEUNZOLEN SYST. PROF. HOFFA/ MAAR MAAT' FA J.A.MASSING COMM.VEMM. O.Z.VOORBURGWAL334 Amsterdam Vo HET BINNENGASTHUIS Sea~Horse de allerbeste nouk/ijn Jenever M.P.POLLEN &- ZOON ROTTERDAM J,DE KONINGS ZOON Keizersgracht 447, Opgericht Ao. 1739 LOOD- EN /INKWERKEN. 11 ieeg>'d rage! i d' worden en lal er weer los te spoelen). i fet la.:dste transportmiddel, vooral wal de mensch na,nga;tt. heeft nog niet veel opgeleverd voor Krakatau: de huisrat is er stellig door den nieiiseh ingevoerd in 1917 en misschien zijn kleine reptielen met vissehersbooleii meegekomen, al is dit niet zeker. liet transport door d,, lucht heeft hel belang rijkst aandeel gehad in de nieuwe dierenwereld. .Meer dan JSO percent der diersoorten op Krakatau is gevleugeld. Kr zijn dan ook geen miersoorten gevonden. waarvan de wijfjes vleugelloos zijn. terwijl ook een insecteiifamilie, waarin andervlougelloozc soorten niet zeldzaam zijn, op Kra katau alleen vertegenwoordigd zijn door de </<?rlriii/elde soorlen. terwijl de vlougolloozeii ont breken. Toch zullen /.ij er wel komen, want Ver laten eiland, dat in 19IIS nog geen ongevleugeld dier herkregen had. heeft nu reeds 5S vleugellooze soorten. Dit ligt ook dichter bij Sebesi, dat bij de uitbarsting wel geleden had maar lang niet steriel was geworden. Verlaten eiland geeft dus als 't ware de toekomst van Krakatau te zien op l'aunistisch gebied. Door de lucht, maar nu ii<innii'i. zullen ook zeer jonge rupsjes, jonge .spinnen, kleine mijten en verder alle diersoorten die op mossen leven. meegewaaid zijn naar Krakatau. zoodat ten slofte voor 90 percent het luchttransport de dieren aange voerd heeft (men kan dit als reclame voor de K.L..M . beschouwen). Ken python van vele meters, een krokodil, enz. kunnen overge.zwommeu zijn, terwijl kleine reptielen, een aantal vleugellooze insecten. duizeiulpoolen. scorpioenen. aardwormen, sehaaldieren en weekdieren, vermoedelijk meestal in eitoestand. verborgen in gaten en spleten van halfverrotte boomstammen zijn komen aandrijven. De allereerste bewoner was waarschijnlijk het microscopisch kleine spinnetje. dat. geheel op zijn eentje overgewaaid in .Mei ISSl. ijverig een net spon toen ('otteau het eiland bezocht, een diertje om over te l'ilosofeeren. zooals het daar zijn ,.verdammte l'l'lieht" deed. Voor de meeste soorten is niet uit te maken of Sumatra of Java de bron van herkomst is: vermoedelijk zal Sumatra door den korten, afstand wel liet leeuwendeel geleverd hebben. Dr. Dammermaim verwacht dat het nog wel veertig jaar zal duren eer de fauna weer normaal is. Onder de interessante dingen die zich nog kunnen voordoen is o.a. het gedrag der huisratten. Daar het eiland onbewoond is en ook zal blijven door de regeeringsmaalregeleii. zullen deze ratten, anders aangepast aan meiischelijke woningen, zich aan geheel andere omstandigheden moeten aanpassen. .Mogelijk is dat zij daar eigenschappen ontwikkelen, die anders aan veldratteu toekomen, /oo zijn. er meer vraagstukken, maai' dit artikel is reeds te lang !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl