Historisch Archief 1877-1940
roene
voor* Nederland
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C.
Alom verkrijgbaar
OPGERICHT IN 1877
No. 2762
ZATERDAG 10 MEI 1930
Amerikaansche en
Nederlandsche mentaliteit
WIE de haven van New-York is binnengevaren
the gateway to a continent", zooals de
Amerikanen die haven plegen te noemen de
moeilijkheden der douane te boven is gekomen,
?door de drukte van de grootste stad ter wereld
veilig zijn hotel heeft bereikt en met een expreslift
naar zijn kamer op de 18de verdieping is gestegen.
-wordt door een gevoel van diepe eenzaamheid
getroffen, wanneer hij opziet tegen de hooge
skyscrapers en neerziet op het drukke gewoel
beneden.
Hij gevoelt zich verplaatst in de positie van
?den man, van wien Bellamy verhaalt in zijn
,,L/ooking backward", die na een diepen slaap in het
jaar 2000 ontwaakte. Jn bijna alle opzichten wijkt
zijn omgeving af van die. waaraan hij gewend is:
de rnensohen, de huizen, de straten, de kranten
verschillen in hooge mate van de mensehen, de
huizen, de straten en de kranten uit de oude we
reld. Het is inderdaad een geheel ..nieuwe'1 wereld,
i'ie hij is binnengetreden.
Doch in enkele dagen heeft, hij zich aan de nieuwe
vormen aangepast en bemerkt hij. dal achter
liet zoo verschillend uiterlijk dezelfde menschen,
bezield met dezelfde gedachten en begeerten, en
?dezelfde problemen schuilen, die hij in de oude
wereld slechts van n bepaald gezichtspunt ge
woon was te beschouwen.
Ken verblijf in de Vereenigde Staten van Ame
rika werkt op den Europeaan als een vert'risschetid
bad op een warmen zomerdag. Hij ziet de oude
problemen in een nieuw licht. Hij slaat als het
ware een blik in de toekomst en stelt zich in zijn
vaderland teruggekeerd de vraag: moet ik het als
mijn taak beschouwen do ontwikkeling van onze
maatschappij in Amerikaanschen .stijl te bevor
deren, of tegen te houden?
En dit is de conclusie, waartoe hij komt: wij
kunnen in heel veel opzichten van liet voorbeeld
van de groote republiek aan den overkant van den
?oceaan leeren, maar er is voor ons allerminst reden
?om de gewoonten en gebruiken van den Amerikaan
zonder critiek over te nemen.
* *
*
De meeste Nederlanders, die de Vereenigde
Staten bezocht hebben, plegen /.ieh met eenige
hooghartigheid over de mentaliteit der
Ameiikanen uit te laten. Zelfs professor Huizinga ontkomt
in zijn beide voortreffelijke boekjes niet geheel aan
dit noodlot.
De Amerikanen zijn oppervlakkig: aan de
universiteiten wordt meer aan sport gedaan, dan
aan wetenschap: de kranten trachten niet het
publiek objectief voor te lichten, doch slechts de
zucht tot sensatie te prikkelen; de voornaamste
maatstaf van alle dingen, dien de Amerikaan aan
legt, is de dollar.
Ik ontken geenszins, dat in die critiek heel wat
schuilt, dat juist is. Maar zijn wij Nederlanders
niet meer al te licht geneigd in de tegenovergestelde
fouten te vervallen ?
Is onze wetenschap niet dikwijls al te zeer naar
onze oostelijke naburen georiënteerd ? Wordt
niet vaak duisterheid en omslachtigheid als de
kenmerken van ware wetenschap aangezien, in
plaats van helderheid en overzichtelijkheid 'i
Worden aan onze universiteiten niet dikwijls
karaktervorming, sport en zelfstandigheid van
oordeel, achtergesteld bij opsommingen van feiten,
van. historische ontwikkelingen, van theorieën en
van argumenten pro en contra? Zijn onze voor
naamste kranten niet al te zwaar op de hand ?
Verbergen wij niet vaak uit valsche schaamte, dat
een belangrijk deel van onze motieven op geld
waardeerbaar is ?
Je Amerik_i.-n gaat door het leven met heel
wat minder ballast, dan waarmede onze jeugd
door onze scholen wordt uitgerust. Hij kent in do
regel slechts zijn eigen taal. Van geschiedenis en
aardrijkskunde weet hij minder, dan een leerling,
die hier te lande de lagere school met vrucht heeft
doorloopen. De kennis, die hij voor zijn vak noodig
heeft, moet hij zich later in de practijk verwerven.
Nergens komt het verschil in mentaliteit
tusschon den gemiddelden Amerikaan, en den ge
middelden Nederlander duidelijker aan den dag,
dan in de wijze, waarop zij in liet openbaar spre
ken.
De Nederlander begint, met een historische en
systematische inleiding. Wanneer hij -/.onder
aanteekeningen spreekt, verdenkt zijn publiek er hem
van, zich niet voldoende te hebben voorbereid. Hij
legt evenveel nadruk op het pro. als op het contra.
Wanneer hij kleur bekent, houdt hij een slag om
den arm met het oog op het debat, dat. op zijn
rede zou kunnen volgen. Al te veel humor zou
y.ijli toehoorders aan den ernst 7/ijiiev bedoeling
doen twijfelen. Hij heeft iri den regel voor zijn.
betoog anderhalf maal zooveel,tijd noodiir. als
tot zijn beschikking is gesteld.
De Amerikaan versmaadt een inleiding over het.
verleden en een systeniat ischeri opzet voor zijn
betoog. Hij spreekt /.onder aariteekeniugeii en
met zijn handen in zijn -zakken. Dat is voor y.ijii
publiek het bewijs.dat hij zijn onderwerp beheerscht.
Hij drukt zich zoo kras mogelijk uit. en is gebrand
o]) een scherp debat, d'.lt onvermijdelijk op zijn
rede volgt. Hij komt. onmiddellijk ..to the point"
en schakelt, zooveel mogelijk giapjes inzijn rede in,
ook als /.ij bitter weinig met zijn betoog te maken
hebben. Hij spreekt, 10. 15, 20 of ',',(} minuten.
precies zoo lang als hem te voren is opgegeven.
Hij 'ziet geen bezwaar in een opdracht om aan een
lunch vijf minuten het allerbelangrijkste omtrent
een bepaald onderwerp, bij voorbeeld: Nederland,
mede te. deelen.
* *
*
Er gaat eeli oude anecdote, diede wijze karakteri
seert, waarop personen van verschillende natio
naliteit op eenzelfde opdracht, reageereii. Er was
een prijsvraag uitgeschreven, wiarbij nieuwe
gegevens werden gevraagd omtrent het schip der
woestijn: de kameel. De Kngelschman reisde
naar Afrika en keerde na. eetiige maanden t ei ug met
een schat van merkwaardige aanteekeningeii en
photo's, die hij in een groot en bundel zonder eenig
systeem of betoog publiceerde. De Dnitseher ging
naar zijn studeerkamer en schreef, zonder zelfs
maar naar n kameel gekeken te hebben, een dik
boek. getiteld: ,, Der absolute Kaniel". l )<?
Eranschman bracht een kort bezoek aan den dierentuin
en schreef een luchtig artikel, dat handelde over
,,Le chameau et ses amours".
Het is minder bekend, hoe. de Amerikaan eu de
Nederlander op deze opdracht reageerden.
De Amerikaan greep zijn vulpenliouder eii
schreef een kort en krachtig hoofdartikel voor zijn
krant, waarboven hij met, vette letters liet drukken:
More and bigger camcls".
De Nederlander, die lid van de Tweede Kamer
was, stelde de volgende schriftelijke vragen aan
de Regeering:
INHOUD:
Mr. A. C. Jnsephns Jitta, Amerikaansche en
Nederlandsche mentaliteit.
O r. Jan Romein, Gandhi de utopist.
Herman Middendorp, Een sociale roman. -Joh.
Braakensiek, Verkie^baarheid der geestelijken,
Melis Stoke. Publieke vermakelijkheden, mei
tcekeningen door E. ten Harmsen r. d. Beek, Spreektaal.
J. P. Myk^enaar, Schanbücher.
Dr. Joh. Tielrooy, I-'rar^che boeken.
Dr Jac. P Thijsse, De drukke planten. Mr.
Frans Coenen, Schilderijenveivalschcrs.
Mr. H. Giltay, Schweilzer en G"ethe. L. J.
Jordaan, De nieuwe wa^en.
11. Dr. R. Feenstra, Reizen in Spanje.
Mr. Hen rik Kcholte, Dramatische Kroniek.
A. P'asschaert. Schilderkunst.
B. M., De nieuwe regels r»or Bridge.
C. A K'aasse, !-'miss ie-wee.
Charivarius, Schnpcnhatier. C. van We?sem?
Nt'Xt'rzang. Lou Licht veld, Muziek als rak.
Dr. A. Perdeck, De faut sic der Apachen.
Lou Liehtveld, Kadi<i t'ti Grammofoon.
Alida Zevenboom's, Croquanlc croquctjes. Cel 2,
Telefoon Jantjes Kladschrift.
Charivarius, Charivaria. Letterraadsel.
Omslag: Spelproblemen.
bijvoegsel: Joh. Biaakensiek, Het Amstadainschc
tekort en de ZaanscHe miltinenenjiii'f'roiiw.
Ie. Is de Hegeering bereid een staatscommissie
in te stellen, met opdracht een onderzoek in te
stellen naar den toestand, waarin de kameelen
verkeeren 'i
2e. Welke maatregelen acht de Hegeering
gewenscht voor het geval het antwoord op de voor
afgaande vraag ont kennend mocht tuiden ''
Ken ma'Mid later gaf de K'egeering het volgende
antwoord :
Ie. Ken onderzoek als in de eerste vraag bedoeld
is opgedragen aan de bij K. li. v;>n 11 November
1011. No. 11 ingestelde staatscommissie, waarin
alle politieke partijen naar evenredigheid en
de organisaties der kameeldrijvers en der kamee
len paritair vertegenwoordigd zijn. l [et rapport
van voornoemde staat scommissie kan eerlang
worden tegemoet. ge/,ien.
2e. In verband met het op de eerste vraag
gegeven antwoord behoeft de tweede vraag naar
de/.er/.ijdsch gevoelen geenerlei beantwoording
meer.
Dit on! u ijkend antwoord der Hegeei'ing was
voor de .V. /.'. f'l. aanleiding een zuur en hoog
hartig hoofdartikel te puhliceercri. waarin zon
neklaar Werd aangetoond, dat de ellendige toe
stand, waarin de kameelen verkeerden, zijn oor
zaak vond in de sociale wetten van Minister
Aalberse. de slechte maatregelen van den. gemeente
raad van Kotterdam en de weinige stemmen.
die bij de jongste verkiezingen op de c.andidaten
van den Vrijheidsboud waren uitgebracht.
Dit felle artikel werd nauwelijks opgemerkt,
omdat het in aard weinig verschilde van de hoofd
artikelen, die gereg"ld iri het best gedocumen
teerde en slechtst, gedrukte Nederlandsche dagblad
verschenen.
De (_ir(H'nc A tnstcrdttiiDticr bedacht de beste op
lossing, door een onzer eerste deskundigen bereid
te vinden in een vlot geschreven en goed geïllu
streerd artikel het belangstellend publiek omtrent.
den huldigen toestand der kameelen in te licht en.
A. C. JOSKPHUS .HTTA