De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 10 mei pagina 10

10 mei 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

De lijfwacht van den Koning Slot O, die plaisante prettige menschen. Je hangt uit je auto en praait een agent; allemaal vlotte prachtige kerels, die hun uniformen als oversten dragen. Hoe; daar en daar heen? En reeds lacht deze heele kop; en een speech wordt afgestoken, waaruit je het woord tranvia oppikt de tram moet je houden en bij de iglesia" links: a laizquierda. Voorde rest snap je er geen biet van. Maar de bobbie speecht maar door; met be grijpelijke gemakkelijke armaanduidingen; en je kunt niet laten in een pauze tusschen twee zinnen, goedig te knik ken: Comprendo. Dat hebben wij geschoten. Je bent ver op eenza me wegen een band aan het omzetten. Om de vijf minuten op zijn hoogst komt een auto voorbij. .Maar niet een is er, of hij roept uit den stuurstoel: Hulp. Wenscht gij hulp? Taxi-chaffeiirs. diu beslist geen fooi itemen, met een lachsnoet: .,110 propina" zeggen; en dan hoogstens als Herrerifahrer een paar sigaretten aan vaarden heb ik ook pas voor het eerst van mijn leven in de Spaansche steden ontmoet. De vrouwen lachen al zoo, als je even naar ze kijkt; een open prettige lach, waarin een wederzijds opnemen is een egaliteit van kijkreeht die allerprettigst aandoet. De caanarero's zijn vaardig, vlug, behulpzaam en toch niet ..dicnerig". Wanneer je hen op zijn Spaanseh door JAARSREIZ Kunst en Menschet ^Malaga een handenklap roept: Oiga Usted; Hoort ecns,schieten ze met een zaligen grijns op je af. Kn dan die limpiabotas-jongens. De grootste industrie in Spanje is de limpiabotas-industrie. Het is de nij verheid van alle werkloozen; van alle vrijgevochten jongens, die hoven geregelden arbeid de kans, liet risico. de straat zoeken. Het. schoenenpoetsen is in Spanje tot een kunst vak en een ceremonie geworden. Soms als wij pa.s aange komen op het terras aan de straat voor ons hotel even neerzaten, zwierf er een leger limpiabotas om ons heen; terwijl er slechts vooi een .,compagnie" arbeid was. Daar men, zoodia men de straat opkomt zijn schoenen kan laten poet sen, doen de hotels daar niet aan. Onnoodig de schoenen buiten de kamer deur te zetten. De groote hebben wel een limpiabotas-vestiaire in een zijhal. In de peluqueria's en de barberia's waarvan een ongekende overvloed existeert, veel meer dan bij ons, waar het vak ook al niet meer zoo ruim knipt als vroeger is het altijd vol als in een café; open naar de .straat als ze liggen, ziet men steeds heele rijen ingezeepte Spanjaarden, in de groot ste gezellige conversatie. In Mnrcia kwamen wij in de comedor van hel hotel toevallig te zitten bij een eenzamen Spanjaard. een industrieel, /ijn interesse was direct gewekt. 11 ij sprak slechts enkele wooi den !''ransch; maar we hebben.tot de ..postres'' kwamen, het niettemin met hem nog gehad over: den tachtigjarigeit oorlog; over de moderne Spaaiisehe literatuur; over de qualiteilen van de 11 ispano Suiza-wagens : en over het schooit van de vrouwen van de verschillende pro\ incies. Hij vond die m<-t den Moorscheti inslag de u.pet ijtelijkste. Waarom zie je hier zooveel Kda.nimer kaas in de < otneslibleswinkels? vroeg ik hem We lusten ze; was zijn antwoord. Heb jullie den smaak te pakken gekregen in den tachtigjarigeit oorlog? Wie /al het /.eggen: ma,ar geen ander zuidelijk land eet de 1-Mammer zoo gril'. * * * K n zoo ben ik dan in het groote mu seum tuit Spanje is, vanzelf beland. Kigenlijk is zijn heele Iberische gebied n groot museum. Maar in dit museum zijn weer hon derden dét ai [musea. Ik zal ze niet met l" doorgaan. Ik zal me ook niet belachelijk maken door l' mijn oordeel over Murillo en Y< la/.(juez of over (ioya te geven. Maar op n boekman van de kunst. om het eens in henrsjargon te /.eggen. stuit men hiel ieder keer: vooral in Toledo in het ('asadel (Irecoeii inliet I'rado te .Madrid. KI (il-eco den (iriek. Tlleotokopoelos. afkomst in' van Kreta, via Venetiëen Home naar Spa.nje gekomeii. Kn daar ..den' man geworden, die hét genie van het Ibeiische ras bet stetkst in zijn kunst etiaa.i sgreep lu eft gehad. KI (ireco was een ltoekman\an. de kunst. \Yior hem schilderde men meer in i oode tinten: hij in het, blauwgroen. Vóór hem meer niet goudglans: hij meer met zilver. Vóór hem warm; hij^koud. DOOR Dr. R Mett Kn omdat C'astiliënu-t /ijn hoog vlakte koud is, meer blamvgroeii dan gloedvol; meer zilverig dan goud; daarom nam hij liet land en de m, nschen a! direct meer ..naturalistisch" bij den krtiug. Hij heeft ook mooie licht -in\ allcii; lichtst rooiingen. K u hij heelt minstens di-ir dingen kunnen doen: raak /jen en mysüsrh Verdoezelen, n dichten en f;Ui! a.seerer; met. zijn penseel. Hij is lang half verlet ei;: li;iJl' ge waardeerd geweeest : is daarna. Weer i )Verseha1 . niet Kante en SI;;'.- l leken iii /.iju kunst. l .ie\ er dan d< schatten in dt mus.-a., bekijken |r -r .?<"}** de vn >u wen echler de schat ten bij de ant iquairs; vooral omdat men van de eerst e adi os sen niets mee naar huis kan nemen: van de tweede wél. Ach - die m uit ones. Wij hebben er wat om geloopcii. l fet zijn werke lijk dingen om voor in ver rukking te ko- jjmen; maar men moet ze hebben van minstens vijftig jaren om!. Toen had de /.ijdev. orin nog het monopolie voor de grondstof. Toen was niet. de 1. C'. Karben leverancier van du klem. Toen hadden de menschen nog fijne oogen. fijne naalden; en onuitput telijk geduld. Het -eduld van d.- oude bouwmeesters, die geslachten lang over een werk deden : t ervvijl de nu iderne een album vol per jaar willen af leveren. Men ziet juweelen van sha.wls. Kdei van val. va?n gloed, van rijke tonkelleiide broderie. Stukken van vhii

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl