Historisch Archief 1877-1940
SPANJE
van Stad en Land
FEENSTRA
irouw
zenden en duizenden peseta's.
En de kunst is dan een antiquair op
te pikken, die naar zijn inkoop prijst;
die er geen echt verstand" van heeft.
Gemsjagersgloed trekt in de wangen
der vrouwen; en onder (jon gedunde
portefeuille bibbert angstig het man
nenhart.
Madrid heeft niet zulke decoratieve
straten en pleinen als Barcelona; maar
het doet mee; en zijn nieuwe post ge
bouw en zijn skyscrapers bewijzen, dat
de stad wel
op zijn Cast
i1 a ft n s c h den
hoogen weg wil.
De omgeving
van Madrid is
heeleniaal niet
zoo kaal en be
roerd als ik haar
vaak heb hooreri
voorstellen.
Naar den kant
van het l'ardo
(waar Zita het
eeist in Spanje
gelogeerd heeft)
is heerlijk bosch
met veel open
plekjes, met
kostelijke ver
gezichten, o. a.
naar den
Guadarrama- keten.
Hier was het
een luwe, late
Maartdag op
alle open plek
jes e o 11 e o u r s
d'élégance van
hoofdstedelijke
auto's.
De Spanjaarden uit het volk en de
iddelklassen mogen geven om
;poetste schoenen en
schoonge?abde wangen; deMadrileensche
arirocraat houdt van een
represenotieven 'auto, die het doet,
Kolls>yces en Hispario-Suiza's met de
lelste, blinkendste carosserieen.
;lfs in het Bois de Boulogne maakt
,n file van mooie rijke wagens niet
^zen indruk.
Natuurlijk gingen we in Madrid
?>k naar een zarzuela, deze in Spanje
iliefde vorm van theaterkunst, die
oer
men het best kan vertalen: spel met
zang en dans a la Bouber-ensemble.
Leuke, kittige, pittige volkskunst;
het was soms of je op de Eransche laan
zat en zonder de woorden te ver
staan kon je de handeling best volgen.
Opvallend is het radde bijdehandsche
in roddelsnauw en houding bij de
jonge Spaanschen. Altemaal schattige
spinnekoppen. De boeken en de
overleveiing zeiden het anders.
Moet ik nog bij enkele
bouwkunstige tresoors even stil staan? Ik heb
het heele Alcazar te SovilU genegeerd;
omdat ik het Alhambra in dezen
Mudojar-stijl zulk een topprestatie vindt,
dat daarnaast het Alcazar gering
wordt.
Maar moet ik niet even van de
Mezquita in Córdoba gewagen? Nog
spreekt de bevolking van de
,,mezquita", de moskee; hoewel er al lang
een altaar en een rijkgebeeldhouwd
houten koor in staat. En dat klopt.
U een oogenblik heeft men in deze
zeer heilige kerk het gevoel, dat men
niet in een moskee staat. liet midden
schip, dat de Christenen omgooiden,
is maar klein; en Allahs zuilen waren
vele; ik meen er staan er nog een kleine
achthonderd van; in zwart, bruin,
oker; altemaal verschillende klein
tjes; zooals bij oris het mooist o bak
steen. En op die zuilen staan
witrood geblokte poort bogen; alle in
aiitluuetische lijngangen bedacht.
Soms openen zij waaiers; soms
pivralellanen; alle Boedokers en
toeristenboekjes spreken dan ook van een
pilarenwoud. Geen oogenblik heeft men
echter in deze pracht moskee het ge
voel in een wond of een aanplant ing
verzeild te zijn. Men zit of staat
tnsschen de scheppende hand van een
bouwkunst ig genie, dat isolement heeft
willen geven aan de strijdende /.iel die
dit zoekt; en tegelijk verbondenheid
met anderen; ruimte pracht.
Eu bier zit een mozaïek in den
Koranhoek, dat als juwelierswerk op dat
van den Maicusdom in Venetiëslaat.
Ook spelen nog rest opvattingen van
den voor-Mooi'schen cultuurtijd. het
barbaar-Katholicisme, vooral in vloer
en wand.
Maar juist dat alles samen, dit
nalichten van groot e verre eeuwen, is als
het tasten van een oude lieve
menschenhand, ontroerend mooi.
Ach: ik zon nog zooveel over Spanje
kunnen schrijven. Over de Corso's in
de kleine laarilooze boomlooze stadjes
op het middaguur. Over de tuinen en
parken van Alcazar, Geiieralife.
Aranjuez. O ver de woeste romantiek van
het landschap. Maar ik zou buit en mijn
oorspronkelijk bestek gaan.
Wij kwamen uiteraard nog al eens
in gesprek met Zwitsersche con
suls; werden ook op een t ca ontvangen
ten huize van den Zwitserschen gezant
en men steekt daar veel op, wat later
te pas kan komen. Zeker mikt onze
Nederlandsche optiek op dit land en
zijn mogelijkheden: te laag.
Daar staat men dan op een goeden
dag, of liever een kwaden in Biurritz;
en ziet het slakkenhuis, de hazewind.
de neemster van tot 700 curven por
dag, wegbrommeii in de richting
Bordeaux.
.t?. V
En het is eerst een
heele aanpassing. Zeker
deze branding is uniek.
Dit Baskenland in
perelarrsblooitijd, heeft be
koring. Hier isBetrieb;
en in San Sebastia.ii was
het leeg en dood, omdat
Primo het hazardspel
heeft verboden.
Maar: wat een ver
schil in menschen. Deze
(irandhotelkelners zijn
als taxi-chauffeurs met
stekelige oogen. Die in
Spanje waren gent le
men ;hidalgo's. Dit des
sert is mondjesmaat;
tegen in Spanje: een weelde. En
's avonds in het Casino achter de
kuitbroeklakeien, zie je vrouwen entre
deux ages, of laten wij liever zeggen,
in heur derden age. sigaret rookend;
staartsleepend naar de baccarattafels
gaan.
* *
*
En ik denk terug aan de frissche
knappe vrouwen van Spanje met ha ir
witte tanden; en in het bijzonder aan
oeno. Zij hangt in het L'rado; en is van
Rubeiis. (Ik heb trouwens Hubens pas
Bij het Paleis van den Koning
in Spanje door en door leeren kennen).
Zij heet: de fortuin.
En nooit zal ik deze schilderij ver
geten. Een zoo lieve schoone bloeiende,
zegevierende vrouwengestalte, gaande
op een doorzichtiger! zeepbel, vol
kringelkleur; en die boven op een
brandingsgolf in een zee die komt aan
rollen.
En dan deze vrouwen van Biarritz.
Ook a la recherche do la fortune. Ook
bij do zee; een nog woestere.
Mais pourtant. . .la différente!. .
la differenceü!
Sevilla