De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 10 mei pagina 11

10 mei 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

SPANJE van Stad en Land FEENSTRA irouw zenden en duizenden peseta's. En de kunst is dan een antiquair op te pikken, die naar zijn inkoop prijst; die er geen echt verstand" van heeft. Gemsjagersgloed trekt in de wangen der vrouwen; en onder (jon gedunde portefeuille bibbert angstig het man nenhart. Madrid heeft niet zulke decoratieve straten en pleinen als Barcelona; maar het doet mee; en zijn nieuwe post ge bouw en zijn skyscrapers bewijzen, dat de stad wel op zijn Cast i1 a ft n s c h den hoogen weg wil. De omgeving van Madrid is heeleniaal niet zoo kaal en be roerd als ik haar vaak heb hooreri voorstellen. Naar den kant van het l'ardo (waar Zita het eeist in Spanje gelogeerd heeft) is heerlijk bosch met veel open plekjes, met kostelijke ver gezichten, o. a. naar den Guadarrama- keten. Hier was het een luwe, late Maartdag op alle open plek jes e o 11 e o u r s d'élégance van hoofdstedelijke auto's. De Spanjaarden uit het volk en de iddelklassen mogen geven om ;poetste schoenen en schoonge?abde wangen; deMadrileensche arirocraat houdt van een represenotieven 'auto, die het doet, Kolls>yces en Hispario-Suiza's met de lelste, blinkendste carosserieen. ;lfs in het Bois de Boulogne maakt ,n file van mooie rijke wagens niet ^zen indruk. Natuurlijk gingen we in Madrid ?>k naar een zarzuela, deze in Spanje iliefde vorm van theaterkunst, die oer men het best kan vertalen: spel met zang en dans a la Bouber-ensemble. Leuke, kittige, pittige volkskunst; het was soms of je op de Eransche laan zat en zonder de woorden te ver staan kon je de handeling best volgen. Opvallend is het radde bijdehandsche in roddelsnauw en houding bij de jonge Spaanschen. Altemaal schattige spinnekoppen. De boeken en de overleveiing zeiden het anders. Moet ik nog bij enkele bouwkunstige tresoors even stil staan? Ik heb het heele Alcazar te SovilU genegeerd; omdat ik het Alhambra in dezen Mudojar-stijl zulk een topprestatie vindt, dat daarnaast het Alcazar gering wordt. Maar moet ik niet even van de Mezquita in Córdoba gewagen? Nog spreekt de bevolking van de ,,mezquita", de moskee; hoewel er al lang een altaar en een rijkgebeeldhouwd houten koor in staat. En dat klopt. U een oogenblik heeft men in deze zeer heilige kerk het gevoel, dat men niet in een moskee staat. liet midden schip, dat de Christenen omgooiden, is maar klein; en Allahs zuilen waren vele; ik meen er staan er nog een kleine achthonderd van; in zwart, bruin, oker; altemaal verschillende klein tjes; zooals bij oris het mooist o bak steen. En op die zuilen staan witrood geblokte poort bogen; alle in aiitluuetische lijngangen bedacht. Soms openen zij waaiers; soms pivralellanen; alle Boedokers en toeristenboekjes spreken dan ook van een pilarenwoud. Geen oogenblik heeft men echter in deze pracht moskee het ge voel in een wond of een aanplant ing verzeild te zijn. Men zit of staat tnsschen de scheppende hand van een bouwkunst ig genie, dat isolement heeft willen geven aan de strijdende /.iel die dit zoekt; en tegelijk verbondenheid met anderen; ruimte pracht. Eu bier zit een mozaïek in den Koranhoek, dat als juwelierswerk op dat van den Maicusdom in Venetiëslaat. Ook spelen nog rest opvattingen van den voor-Mooi'schen cultuurtijd. het barbaar-Katholicisme, vooral in vloer en wand. Maar juist dat alles samen, dit nalichten van groot e verre eeuwen, is als het tasten van een oude lieve menschenhand, ontroerend mooi. Ach: ik zon nog zooveel over Spanje kunnen schrijven. Over de Corso's in de kleine laarilooze boomlooze stadjes op het middaguur. Over de tuinen en parken van Alcazar, Geiieralife. Aranjuez. O ver de woeste romantiek van het landschap. Maar ik zou buit en mijn oorspronkelijk bestek gaan. Wij kwamen uiteraard nog al eens in gesprek met Zwitsersche con suls; werden ook op een t ca ontvangen ten huize van den Zwitserschen gezant en men steekt daar veel op, wat later te pas kan komen. Zeker mikt onze Nederlandsche optiek op dit land en zijn mogelijkheden: te laag. Daar staat men dan op een goeden dag, of liever een kwaden in Biurritz; en ziet het slakkenhuis, de hazewind. de neemster van tot 700 curven por dag, wegbrommeii in de richting Bordeaux. .t?. V En het is eerst een heele aanpassing. Zeker deze branding is uniek. Dit Baskenland in perelarrsblooitijd, heeft be koring. Hier isBetrieb; en in San Sebastia.ii was het leeg en dood, omdat Primo het hazardspel heeft verboden. Maar: wat een ver schil in menschen. Deze (irandhotelkelners zijn als taxi-chauffeurs met stekelige oogen. Die in Spanje waren gent le men ;hidalgo's. Dit des sert is mondjesmaat; tegen in Spanje: een weelde. En 's avonds in het Casino achter de kuitbroeklakeien, zie je vrouwen entre deux ages, of laten wij liever zeggen, in heur derden age. sigaret rookend; staartsleepend naar de baccarattafels gaan. * * * En ik denk terug aan de frissche knappe vrouwen van Spanje met ha ir witte tanden; en in het bijzonder aan oeno. Zij hangt in het L'rado; en is van Rubeiis. (Ik heb trouwens Hubens pas Bij het Paleis van den Koning in Spanje door en door leeren kennen). Zij heet: de fortuin. En nooit zal ik deze schilderij ver geten. Een zoo lieve schoone bloeiende, zegevierende vrouwengestalte, gaande op een doorzichtiger! zeepbel, vol kringelkleur; en die boven op een brandingsgolf in een zee die komt aan rollen. En dan deze vrouwen van Biarritz. Ook a la recherche do la fortune. Ook bij do zee; een nog woestere. Mais pourtant. . .la différente!. . la differenceü! Sevilla

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl