De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 10 mei pagina 13

10 mei 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2762 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN zo MEI 1930 SCHILDERKUNST door A. Plasschaert Kelder's Arkadisch landschap, Den Haag Na de schilderijen met de paarden, en die eigen lijk een vertolking waren in kleur van het rhythme van den gang ge zoudt dus kunnen en moeten zeggen, maat en muziek, plastisch geworden ?waar de kleur gehanteerd werd zooals een musicus de tonen hoort en groepeert; een schilderij dus als een bouwsel niet van vormen, maar van. lyrisch gegeven, kleuren, is Kelder verder gegaan, en heeft meer dan de kleur nog het licht gekozen, als iet materiaal, waaruit hij en waarmee hij zijn Werk formeert. Kn dat licht heeft met het licht van den dag geen rechtstreeksch verband, hoewel Jhet, zooals steeds, voor de zinnen en voor de oogen een bepaalde natuurlijkheid (d. i. aanvaard baarheid) moet bezitten. liet licht was voor Kelder een gegeven voor zijn lyrische stemming, en hij wou, dat was zijn begeeren, den kleuren alle zwaarten ontnemen; zijn schilderij moest zijn: de stemming van het gelukkig licht in de gelukkige natuur, waar de herinnering wol niet stierf aan liet verdere aardsche leven, maar waar zij wierd tot een gloed, die natuur en lichaam beving, en om-hult De voorstelling, waarmee Kelder «dit verlangen realiseert, is ne, die mij deze pe riode, die van het arkadisch landschap deed noe men. Want het arkadisch landschap kan voor ons toch niet anders zijn dan die teedere streek, -waar het geluk kwam na veel dat wij doorstonden; dat doorstane geeft dat geluk der rijken klank van den weemoed. Is ons geluk nie.t van het tijdelijke bevrijd zijn en in een zachten tragen gloed de schoonheid te ervaren, die van don wee moed de schoonste zuster is ? De voorstelling van Kelder is zóó niet altijd dan toch dikwijls zóó, ?dat het als regel kan gelden: in een landschap, dat meer glanzen is en schijnen dan scherp-gebeelde vorm, liggen bij een boom (tegen een lucht, die niet effen is staat zoo'n boom !) wat vrouwefiguren, naakten, een paar of een drietal; een viertal. Deze schilderkunst, die geheel-en-al, een H. J. Haverman zeldzaam, schilderkunst is, nadert op zeldzame wijs de teedere deftigheid van en kele meeslepende muzieken. Zij blijkt mij een groote winst te zijn ! It u i te nln ml-di o Teil toonstellingen. I Zonder twijfel liet de kennis van buitenlandsche schilderkunst, vooral van die tegenwoordig bestaat, te weiischen over. liet is dan ook met groot genoe gen, dat ik allerlei lieden bezig zie, allerlei tentoon stellingen tot stand te bren gen, en zóó handelend, den gerneenen man. in aesthetischen zin gemeen, kennis bij te brengen, die hij miste. Binnenkort zie ik dan ook een tentoonstelling te gemoet van de vereeniging Holland-Andorra, die onze kennis vergrooten zal van de Andorreesche schilder kunst, die, naar ik meen, bestaat sinds 1910, en welke schilderschool zich voor namelijk heeft toegelegd op het schilderen van stof zuigers, al of niet in actie. De beste schilder, don Louis de Pomposa y Oartagena heeft den leeftijd van 21 jaar bereikt, en viert tege lijk met deze tentoonstel ling zijn meerderjarigheid; alle Hollandsehe Andorreezen bieden hum bij deze gelegenheid (hij kwam over) een nieuw pak aan, "en vergulde cigarenkoker. en een iioo.nmaal bij \Vorcli. die voor deze gelegenheid het Andorroesehe kook boek bestelde in zijn oHston druk. De vooi?izitter en. de secretaris van Hol land?Andorra krijgen de zeldzame orde van den J leosehen liaan met do zwaarden, waaraan een lijf rente verbonden is van een mudje olijven per tri mester. . . . Go /-iel, tot welke goede dingen het stichten van voroeiiigingen Holland en ander land kan voeren. Maar, met alle oei bied voor zulke tentoon stellingen, en overtuigd van de noodzakelijkheid do ken nis van onzen volksst«un en natie te vergrooten. rijst bij mij soms de vraag, de bedeesde, haast: verschrok ken vraag, of deze ont wikkeling, die in den tijd ligt (als een baby in de wieg ?) toch niet beter kon geschieden door ons een uitgebreider kennis bij te brengen van de schilder kunst, etc., dier landen. waarvan zelfs Andorra af hankelijk moet zijn. J k weet: dan missen wij in ons midden een aantal Heesche Hanen" maar, met mijn lust tot gezang, lijkt mij dit niet het ergste. Ik moet ronduit zeggen, dat wij meer gebaat zijn met andere tentoonstellingen! Kn mot een soort van ten toonstellingen, die den gemoonen man (steeds in aosthotischeii /.in gedacht ) een wezenlijk begrip bij kunnen brengen van enkele der vooraanstaando schil ders in Duitschland, in Kngei.and, in Frankrijk. Ik \\eet, wij lijken daarvan «\i di> hoogte te zijn, ma,a.r wij Dr. Abraham Kuyper Ov g' H J. Haverman In den tuin der Hespenden lastiger te krijgen dan die welke Holland An dorra verzamelde ??maar wij hebben er meer aan. Wij zullen kunnen zien, wal onze moderne schil derkunst aan Frankrijk bovenal, aan Duil.sehland nu en dan te danken hoel'f, en ook. wat wij nog niet kennen, en waaraan wij iets /ouden kunnen dankon. Kn dan, het is eigenaardig, maar hoeveion weten, iets wezeiitlijks van de Belgische kunst ? Tliolen, hij Kleykamp. Den Haag Kr /.ij n verschillende soorten Tholeii's. In sommige merkt go dat deze impressionist. wiens wij/o van schilderen ons do Haagsche .School herinnert, (och een leerling was van Allebé! Ik zal niet zoggen, dat de/.e schilderijen lot Tholeii's beste werk behooren; go mist daar de lenig heid der ontroerigheid, on hot werk vertoont meer kunde dan bezieling. Deze tweeslachtige' voor dracht is Hor niet to vinden; de tentoonstelling is daardoor des te levendiger. Er is maar n. schilderij, dat de verzameling bij Kleykamp wezonllijk ontsiert, en dat Js het boschgezicht met het '/onlicht in bepaalde strepen op den grond; ge mist in de harde kleuren Tholcn's gevoeligheid in toets en in licht; ge mist er de mollige schilder wijze van zijn zee-stuk. Dat zeestuk is hier, ge lukkig ! ruim aanwezig. Tholen is een schilder van de atmosphoer over do Zuiderzee, van het water dier zee, en van do stadjes aan die zee. Die voorstellingen hebben zijn onophaudelijke liefde gehad, en behouden. In do interieurs van die stadjes zoekt hij, bij hot lichtspel, het oudorwetscho. de innigheid van het typische - - in zijn zeegezicht het zeilende of in de haven geborgen schip, en het wankel, omhullende licht. Van zijn onbevangenheid tegenover de verschijning en van zijn onverstoorde waarneming is No. 51, de door-schijnende zee met het zeilende schip in det/roc'iie-riw kleuren een zeer goed voorbeeld, zooals 49 dat in grijzen is, on andere werken hier, dat, anders, op gelukkige wijzen het halen. Als geheel geeft de verzameling bij Kleykamp een goed inzicht omtrent Tholen, den schilder van de aimospheer. . . . Werk van H. ,1. Ha verman In l'iilchrio Studio ((- 's < iravenliagc wordt II'. en 11 Mei Yei'koo})hig gehouden van «ie belang rijke vcr/.timeling schilderijen, t ei kening-n en etsen va.'i h ?! atelier van wijlen den schilder II. .1. Uavei'm m. Tuee der to veikoojioii wi rken l'eprodiieeeren wij hierbij. D ? oa.(;ilogns is aan to vragen liij ,l;ie. N u-k- i'k en ('o. Liiiigo l Imitst r.iot a. 's (ira\ eiih/ig". (prijs l'l . !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl