De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 10 mei pagina 9

10 mei 1930 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

2762 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 MEI 1930 Schweitzer en Goethe door Mr. H. Giltay J N 1928 kende de stad Frankfurt am Mam Albert Schweitzer den Goethe-prijs toe. liet feit is destijds door de bladen vermeld. Maar nergens las ik een verslag van de rede, waarin 'Schweitzer zijn dank uitsprak. Zij zou mij ook ?waarschijnlijk onbekend gebleven zijn, zoo ik niet bij mijn toevallige ontmoeting met Schweitzer in April 1929, in den trein van Keulen naar Bazel, een overdrukje van hem had gekregen. Dezer ?dagen kreeg ik de rede weer in handen en ik vind ze zóó belangrijk, zoowel voor de kennis van :&chweitzer's wezen als voor onzen kijk op den zoogenaamden Olympiër, dat ik den lezers van «de Groene den hoofdinhoud ervan wil medcdeclen. Nog liever leende ik mijn exemplaar aan alle ?belangstellenden uit, maar dat gaat moeilijk. Het begin is typeerend voor twee trekken van .'Schweitzer's persoonlijkheid: zijn zin voor humor >en zijn bescheidenheid. Gij, mijne Heeren Cura toren", zoo vangt hij aan, ,,zijt verantwoordelijk voor het astronomisch verschijnsel, dat ik, armazalig maantje, vandaag aan de geweldige zonne schijf Goethe voorbijtrek. Maar teneinde U «enigermate van Uw verantwoording te ontheffen, mag ik TJ zeggen, dat het bescheiden sterretje zich reeds van de aantrekkingskracht van Goethe's zon bewust was. Daarom verzoek ik TJ, in het kort te mogen zeggen, hoe ik tot Goethe kwam «n wat ik met hem beleefde." Schweitzor's eerste ontmoeting met Goethe vond plaats op het terrein der philosophie en die «ontmoeting baarde hem verwondering. Iloe was het mogelijk, dat Goethe, die getuige ?was geweest van het geweldige werk van een Kant, een Fichte, een Hegel, zich min of meer .afzijdig had gehouden van hun scheppingen en zich bleef stellen op het standpunt der natuurphilosophie ? Voortgezette studie en zelfbezinning bracht :Schweitzer echter tot het inzicht, dat Goethe gelijk had gehad. Dat de groote speculatieve systemen, hoe geniaal ook, gén stand houden, omdat zij de werkelijkheid geweld aandoen, terwijl de bescheiden natuurphilosophie, die de werkelijk.heid niet tracht te wringen in gedachte-construc ties, maar zich deemoedig openstelt voor de feiten en hun taal, blijft. Zoo werd Goethe voor Schweit zer de groote, eenzame schildwacht, die, te midden van den luidruchtigen triomf der idealistische .speculatie, op zijn post was gebleven, welke wij .nu weer te betrekken en te verdedigen hebben. De tweede ontmoeting dateert uit het eind van Schweitzer's studententijd, toen hij Goethe's Harzreise im Winter 1777" herlas. Wat hem ?daarin zoo trof, was, dat de man, dien wij als den boven al het menschelijke verheven Olympiër plegen te beschouwen, niet aarzelde, zich in Nacht und Nebel" op te maken om een armen, in zwaren zielsnood verkeerenden predikantenzoon te gaan helpen. Toen leerde ik Goethe liefhebben. En als het dan in mijn leven voorkwam, dat ik werk op mij moest nemen, om dezen of genen mensch de hulp, die hij rioodig had, te verleenen, .zei ik tot mezelf: dat is nu jou llarzroise". En meer en meer werd het Schweitzer duidelijk, in welk een bewonderenswaardige mate Goethe geestelijken n praktisch-socialeri arbeid heeft weten te vereenigen; hoe deze Groote gén werk kende, dat hij beneden zijn waardigheid achtte. ,,Ik zelf was predikant, toen ik mijn eerste boeken .schreef. En wanneer ik er dan over zuchtte, dat GAINE CAOUTCHOUC (ELASTIEKEN HEUPGORDEL) Elastieken Gordels en Corsetten zijn in meer dan 50 soorten voorhanden Prijzen vanaf f 3 75 tot f 50. MODEL PATOU n Mrte Alles onder garantie van normalen duur Amsterdam Kalverstr. 138, Leidsehestr. 78, RozengraehtBO Rotterdam, Utrecht, Haarlem, Nijmegen, Tilburg, Breda DE NIEUWE WAGEN Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Een nieuwe Lente . . . ." (de rest door Charivarius gecensureerd) mijn ambtsplichten mij in mijn geestelijken arbeid hinderden, troostte mij de gedachte. dat Goethc, met geweldige scheppingsprojertcn in hel hoofd, zich gebogen had over rekeningen, de finantiën van een klein vorsleiidom in orde. had trachten te brengen, plannen voor stratenaanleg en bruggen bouw had gekeurd en zich jarenlang inspande om in verval geraakte bergvverken weer in bedrijf te brengen. En toen mijn eigen levensweg ertoe leidde, dat ik, om te kunnen dienen, mij moest toeleggen op werk, dat geheel buiten het gebied van mijn sterkste begaafdheid en neiging lag, toen vrijwel allen, ook die mij het beste kenden, mijn streven afkeurden en dwaas vonden, toen was het mij een troost te bedenken, dat ik han delde in den geest van hem, die zoowel zijn Faust als zijn Wilhelm Meister tenslotte hun bestemming deed vinden in den arbeid, die tegelijk de nederigste n de verheveiiste is: het praktisch dienen van onzen medemensch". Tenslotte geeft Schweitzer uiting aan zijn eerbied voor de intensiteit, waarmee Goethe de brandende levensvragen van zijn tijd doorleefde en de bijkans profetische klaarte, waarmee hij de komende dingen voorzag. In een tijd, dat de postkoets nog over de landwegen kroop, stond het komende tijdperk der industrie reeds voor Goetbe's geestesoog. En hij vroeg zich in ..Wilhelm Meister" angstig al', u-at <?>? ran den mcttsch zou n'ordet), u-<inneer de ituiehine oreru'un' ..Goethe", zoo besluit Schweitzer, ,.is geen ,,15egeistercr" in den gebruikelijke!! /.in van het woord. Hij draagt geen theorieën voor, die ons enthousiasme doen oplaaien. Alles wat hij ons biedt zijn doorleefde gedachten en gebeurtenissen, die bij tot liooger werkelijkheid verheft. Slechts eigen doorlcving kan ons hem nader breuken. . . . De verhoudingen zijn nog chaotischer geworden dan zelfs Goethe niet zijn klaren blik kon voorzien. Grooter dan de omstandigheden moet on/e kracht zijn. om ónder deze omstandigheden menscheii te worden, die hun tijd verstaan en hem ..aan" kunnen." ..Drie dingen hebben wij, in Goethe's geest, te doen. Ten eerste moeten wij ervoor strijden, dat den menschen van nu, die in hun mechariLsoheii arbeid bevangen zijn en erdoor verbruikt worden, althans de nioi/elijk/teid vitn een (jeestclijh leven behouden blijft. Ten tweede hebben wij ervoor te strijden, dat de menschen den ireii tot verinnerlijking terugvinden en weer kunnen begaan. En ten derde hebben wij, in een tijd van onklare en humaniteitsloo/e idealen, de grootc lüc-ccuwm-lie liumaniteitside/ilen hoog te houden, ze in de gedachten van onzen tijd te vertalen en. te trachten ze te ver werkelijken." ..Dit hebben wij, ieder in zijn eigen leven en beroep, te doen in den geest van het groote Frankfurtsche kind. welks geboortedag wij heden in zijn geboortestad herdenken. Want hoe verder wij als mensch komen, des te meer leeren wij Goethe zien als den Groote. die zijn tijd verstond en zich/elf maakte tot een mensch. die tegen zijn tijd opgewassen was." ,.<ioethe deed dit met de verwonderlijk rijke gaven, die een genius hem hier in de wieg legde. Wij hebben het te doen als menschen, die slechts een klein talent, ontvangen hebben, maar die in het beheeren van dit talent trouw bevonden willen worden, /oo zij het !" KENNERS KOOPEN BOTER VAN OUD-BUSSEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl