Historisch Archief 1877-1940
-BB-GB&EtfB AMSTERDAMMER VAN 17 M EI1930
.. . ' . .. . ^ ? . .1 . s t.K i f, . f > t / ^-T, .?- ^
Het GejV£iqLtelijk
* .
Melis..Stoke
Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek
f OOR eenige lezeis is mij de vraag gesteld
" krom. ikjnty tot dusver niet heb uitgelaten
?'Zkandamsehe schatgravers.
en financieel Nederland schrijft
yiói lezeres wacht in spanning op uw oordeel
"" <Jl»Yift Sylvia «n de geophysische
graafappaI vaï£ Ingenieur Friedersdorff".
antwoord ligt voor de hand: ik durf niet.
is mijn collega van het Berliner Tageblatt
^ Justitie aangeklaagd wegens wantrouwen,
schijnt dat de Helderziende reeds het bedrag
de schadeloosstelling. die de justitie haar zal
op eenige gouden tientjes na geschat
"Ottfler zulke bovennatuurlijke
omstandig.Wensch ik geen risico voor mijn
portemonj» geen portuur voor mij. En aangezien
hef» publiek van dag tot dag op de
.hebben gehouden van de vorderingen van
Werk,; heb ik willen wachten totdat er iets
[k nieuws en sensationeels in deze
aangete vermelden was. Dit oogenblik is
:en, nu de heer Langhirt benoemd
van het gemeentelijk
schatgravers'?-v«a Zaandam. De overgang van den heer
t& gemeentedienst is het natuurlijk voort»
van de hartelijke samenwerking die nu
eenige weken lang bestaat tusschen hem en
raeester Ter Laan.
men weet toucheert de gemeente
procent van alles wat de schatgravers
De buitenlandsche onderneming heeft zich
J]
tt 3
negentien halve groenienblikken
aan dien afspraak gehouden zoodat, in
oop der weken, de gemeente reeds een halve
negentien halve groentenblikken en een
aantal halve 'scherven heeft ontvangen.
de schatgravers tenslotte een ton opgroeven
de gemeente eerst vijftigduizend gulden
maar tenslotte heeft zij zich redelijkerwijs
B>p*dën gesteld met de helft van de duigen. Geheel
Bttttr eigen beweging hebben de schatgravers
bovennog het tapgat aan de gemeente afgestaan, en
is zoozeer gewaardeerd dat de heer Langhirt
in aanmerking is gebracht voor de bedoelde func
tie, Gravin Sylvia als adviseuse en ingenieur
Friedersdorff als hoofd van het wetenschappelijk la
boratorium.
Sindsdien zijn de werkzaamheden met verdub
belden ijver hervat, zoo zelfs dat het de grootste
; moeite heeft gekost de energieke diensttak af te bren
gen van haar aanvankelijk voornemen om ook het
gat in de Johan van Oldenbarnevelt te doorsnuf
felen naar goud, zilver en koper. Slechts het feit
?flat dit gat ontstaan is buiten de grens van de
territoriale wateren van Zaandam heeft deze uit
breiding van werkzaamheden kunnen tegenhouden.
Onze jongste Nederlandsche mijnindustrie is dus
opgezet op het principe van overheids-exploitatie.
Als zoodanig beteekent de organisatie niet minder
dan een triomf voor burgemeester Ter Laan en zijn
geestverwanten. De aanvankelijke vorm van ge
mengd'bedrijf was in wezen een compromis met de
kapitalistische principes. Aan een concessie kon
natuurlijk niet gedacht worden, en het gerucht dat
de schatgravers een maatschappij op aandeelen
BRANDBLUSSCHER
«HOLLANDIA"
SPANJAARD&C2
FABRIEK ESPANA
UTRECHT
wilden stichten is dan ook te beschouwen als een
proefballonnetje van ondernemerszijde dat niet is
opgegaan.
eenige helderzienden van erkende beteekenis
De overheids-exploitatie van onze bodemschat
ten luidt een nieuw tijdperk in van de geschiedenis
van Nederland's economische ontwikkeling. Bin
nenkort is een initiatief-wetsvoorstel te wachten
tot regeling van deze materie. In de eerste plaats
zal daarvoor noodig zijn de instelling van een
Rijks-laboratorium voor geophysisch en occult
onderzoek waaraan eenige helderzienden van er
kende beteekenis verbonden zullen worden. Het
laboratorium moet voorzien worden van een aantal
geschikte danstafels, planchettes etc., terwijl een
eenvoudige werkplaats "tot vervaardiging van
wichelroeden er aan verbonden wordt.
Speciale vergunningen tot nachtarbeid voor de
Rijks- en gemeentelijke mediums en helderzienden
alsmede overwerkbepalingen voor ambtenaren in
trance-toestand worden .ontworpen.
Het laboratorium zal nauw moeten samenwerken
met de ambtenaren belast met de uitvoering van
de mijnwet, zoodat geen geschil kan ontstaan om
trent de eigendomsrechten op schedels, scherven,
tonnen en andere kostbaarheden wier ligging door
de bovenzinnelijke exploratie van den bodem zal
worden aangetoond.
Het is wonderlijk te bedenken zeide ons de
heer Ter Laan dat het met simpele hulpmiddelen
in mijn gemeente aangevangen werk binnen
afzienbaren tijd zal uitgroeien tot een van die
industrie'en welke wij straks met trots den vreemdeling
zullen kunnen aanwijzen. Maar ach, wanneer U
bedenkt hoe het gegaan is met de goudwinning
van Klondyke, de Oolorado en elders, en hoe daar
een handjevol stoere pioniers met spaden den grond
slag legden tot geperfectioneerde bedrijven, wan
neer u denkt aan de glorieuse historie van Redjang
Lebong, dan is dit een normaal begin. Toch is het
wonderlijk te bedenken dat de Zaan binnenkort een
bloeiende mijnwerkers-streek zal worden, dat wel
licht over enkele jaren reeds, de boortorens onze
molens in aantal en hoogte zullen overtreffen, dat
eiken dag duizenden partijgenooten zullen
afeen warnet van mijngangen
dalen in de schatmijnschachten en dat onder deze
zelfde grond een warnet zal ontstaan van mijn
gangen, gestut door het hout dat in onze havens
ligt opgetast. O zeker, de nijverheid die zal ont
staan zal ook haar nadeelen hebben. Overal waar
het goud rolt laat Moscou zijn verderfelijken in
vloed gelden. Bij tienduizenden zullen de buiten
landsche arbeiders deze streken overstroomen.
Tenslotte kan gemeld worden dat het feit dat
buitenlandsche wetenschappelijke personen en
experts de leiding van het jonge bedrijf op zich
moesten nemen, de Technische Hoogeschool te
Delft een aansporing is geweest om aanstonds
voorbereidende maatregelen te treffen tot het in
richten van leerstoelen in helderziendheid,
occulBOEKBESPREKING
Nardus Hakel, * roman van stad en land,
door Gerard F. de Haan. N. V. Mij. tot,
verspreiding van goede en goedkoope lectuur
te Amsterdam.
Dit zware werk verrijkt in de clich
-beteefcemsvan het woord onze leestafel met een uitwerking:
van de stoffelijke en de zedelijke tegenstelling
tusschen de stad en het land. Hét' voorwerp van
deze studie in romantrant heet Nardus Hftkel.
Hij is gesproten uit het op boersche wijze aange
komen huwelijk van Bart Hakel, een hardwerkend,
koppig boerenman, met een spilzieke, welhaast
hopeloos drankzuchtige deern, die aan den rand
der stad woonde, aan romanlezerij verslaaSgs&n
dol'op bioscopen was. Dit huwelijk wordt zoo men
begrijpt ? tot een hel, waarvan Nardus de
ellendegaat .inzien. Het gezin, verarmd en ver88êlhd
door den vader van Bart, in wien de schrijver
ons het type van den insterkrassigen ouden boer
beproeft te leveren, trekt naar de groote stad,
Nardus heeft den sterken wil om de verleren.
hofstede ns te herwinnen. Hij leert verschnfëfia'e
maatschappelijke theorieën alsmede de gevaarhjke
genoegens der stad tot in bijzonderheden kefinen,
maar in stede van erdoor te veranderen of bezoedeld
te raken, komt hij eruit en ervan bovenoprxen
laatste verzoent hij grootvader dicht bij
diensdoodbed, herkrijgt hij werkelijk de hofstede en
trouwt een teedere boerëndochter, .de beminde
zijner prille jeugd. Aldus overwint ten slotte het
land de stad en mag het boek in geen dorpsboekerij
ontbreken.
Goede lectuur is dit ongetwijfeld, afgezien van>
eenige mui of meer ontstellende vrijagiën en goed
uitgedij d mag het ook wel heeten, daar pas opbladz.
337 Einde staat. Nochtans kon het korter zijn uit
gevallen, daar verscheidene bespiegelingen en
zielkundige processen schadeloos gemist konden
worden. Ook is de lucht erg zwoel, zoowel binnen
de stad als boven het land van den heer De H.
Als de schrijver verhaalt in plaats van betoogt of
laat betoogen, komt hij doorgaans met niet
ongezond Hollandsch voor den dag en in het
boerendialect is hij bepaald een bolleboos. Hij
onderstelt bij den lezer eenige belezenheid ook
van minder werk dan het zijne. Hij heeft het bijv.
over Rozen.. .. van die witte teere die in een.
boek van Corelli beschreven zijn" en daar zulke
rozen een iegelijk bekend zijn, had hij eenvoudiger
van Corelli-rozen kunnen spreken. Elders zet hij
Nardus op een stil zolderkamertje, waar de knaap
na weinige bladzijden gelezen te hebben, die»
Streuvels spoedig weer kwijt was." Men zou hier
denken, dat zekere ongewenschte bezoeker met
name Streuvels spoedig de plaat poetste. Gelukkig
leert ons het verband, dat Nardus een boek van
Stijn Streuvels in handen had, hetwelk hem bij
nadere kennismaking niet beviel. En zoo zijn
ermeer slordigheden, maar wie levert er minder in.
zulk een lijvig gewrocht? Aanstellerig is het
gebruik van kloeg" i. p. v. klaagde. Opmerkelijk
dat ven den voltooiden voor den onvoltooide»
tijd, ook al wordt er verhaald. Een enkele maal
hindert zulk een gezochte omzetting niet, maar
de heer De Haan doet dit te veel en stoort dan<le
taal en den opmerkzamen lezer. Uit tal van voor
beelden: Schuw keek ze.... Gehoorzaam en
stil is ze telkens naar achteren gegaan, maar de
laatste maal. ... is de kwelling.... haar te
machtig geworden, ze streek snel enz." Dienzelfden
dag is hij met den notaris teruggekomen, maar hij
liep het erf niet op."
Onze slotsom is eigenlijk deze, dat de heer
De Haan de kunst verstaat veel te schrijven.
Dit is al iets van waarde en ook de tijd kan komen,
dat hij veel onderhoudends te zeggen weet.
CH. P. HAJE
rondom een danslafel
tisme, mediamieke bodemexploratie en geophysiek,.
terwijl elk oogenblik de benoeming tegemoet kau
worden gezien van een Staatscommissie die zal
gaan aanzitten rondom een danstafel in een sche
merig vertrek van het ministerie van Arbeid.
i?'