Historisch Archief 1877-1940
DEN HEMEL
Actueel Negertooneel
HET SUCCES VAN N E W-YORK
grootsche beeld van den
ganscheu Apocalypsus. De
Eeuwig Eeuwige, Hijzelve
verschijnt, en de stilte,
de ontroerende stilte óp
het tooneel, plant zich
voort tot in de zaal en
tot in de hoogste gale
rijen. Heel die ginnegap
pende menigte, al die
onrustige, vaag geïnteres
seerde schouwburgbezoe
kers, komen even onder
den indruk van die groot
sche en toch oer-primi
tieve negro-Gods-figuur.
Bichard B. Harrisson
speelt de moeilijke rol
van God. Het ideale type
van den mulat (colored
person) die na lang wor
stelen tot den Negro met
een hoofdletter, terug is
gekeerd. Een groote fi
guur diep in de zestig en
'oornaam met een fluweelachtige stem,
aooi van timbre en ver-dragend, ook
ranneer hij fluisterend spreekt. . ..
Sn nu volgt weer een tooneel, dat
Onmiddellijk herinneringen wakker
?oept aan een stampvolle negerkerk.
3e prediker (hier de Lord) vraagt
het engelenkoor: ,,Is you been
iptized"? (Hebt gij het doopsel
.vangen?) En de engelen antwoorr
len: Certainly Lawd." Die vraag
dat antwoord wordt zoolang
herld tot er een soort suggestieve
in
tense spanning ontstaat. Certainly,
certainly, certainly Lawd!" Bijna
zingend met gelijkmatig rhythme als
golven op het strand spoelen, klinken
de negerstemmen: Do you bow
mighty low? Certainly Lawd !'
In die scène schept God een firma
ment, dan de aarde en Adam en Eva.
Hij daalt neer op de aarde en spreekt
met zijn creaturen. Waarschuwt hen
voor de verboden vrucht en terwijl
het koor zingt Turn youround" wordt
het tooneel weer pikdonker. Nu hoort
men de bekende stem van den dorps
prediker Mr. Deshee uit het donker
dreunen: ,,Now, I s'pose you chillun
know what happened after God made
Adam'n Eve. Do you?" De negertjts
in zijn Zondagsschool geven antwoord.
Hij spreekt over Abel en Cain.
OpJeugdige medespelers
donder: Eén vat likker" is allright
Lawd," zegt Noach en zijn stem siddert
even.
De ark staat bijna geheel klaar op
het tooneel. Shem, Cham en Japheth
slaan de laatste pinnen in het dek.
Beneden lacht en zwetst het volk over
den dwazen Noach met zijn dwaas
schip, dat hij hoog op een heuvel ge
bouwd heeft.
In een vagen regenmist ziet men de
laatste groote olifanten tegen den loop
plank aan boord k< men. Dan giet
V' /VF "l>
» têsi
De kinderen Israëls op marsch
nieuw straalt het licht over het too
neel en Cain staat gebogen over den
dooden Abel.
* *
*
In die tijden wandelde the Lawd",
volgens de negers in het Zuiden, op
aarde en sprak met zijn schepselen.
Hij was ontevreden over de levens
manieren van velen, die leefden in
ontucht en Zijn voorschriften en ge
boden in den wind sloegen. Zoo be
zocht Hij na vele slechte ervaringen,
een braaf en goed man Noach. Deze
was, zoo vertellen de negers, een pre
diker naar Gods woord. In het gesprek
dat volgt, vraagt God hem hoe het
komt, dat de menschheid zoo slecht
geworden is en Noach antwoordt:
,,Het volk is lui en vol zonden. Het
district is wide open" (drank en
vrouwen). Gij begrijpt dat zoo'n toe
stand slechtemenschenkweekt.. Luie
ren, vechten, slampamperen, kaart
spel en stoken van slechte jenever".
God zegt hem om den ark te bouwen.
Noach moet n paav van alle dieren
aan boord nemen. Hij vraagt the
Lawd" of hij een kag of likker" mee
mag nemen. En het antwoord luidt:
You kin have a kagof likker". Noach
meent, dat twee vaten likker" beter
zijn. God meent, dat n voldoende
is. Noach dringt aan op twee vaten,
aan iederen kant van de boot, om de
ark in evenwicht te houden en voor
medicinaal gebruik. Hij moet zooveel
slangen mee aan boord nemen. The
Lawd" zegt: Eén vat en in het midden
van de ark. Noach beweert: Is net
zoo gemakkelijk om twee vaten op
te slaan. Veertig dagen regen aan
boord van een ark, niet waar?" Plot
seling bliksemt^het; er rommelt een
de regen neer, een lichtende regen
tegen een pikdonker tooneel.
In het tiende tooneel klaart ein
delijk het weer op. Noach geeft een
duif de vrijheid; alles geschiedt nu
vorder zooals in het Bijbelverhaal.
Connelly's negerhumor wordt den
vrijen teugel gelaten, wanneer de
dieren eindelijk vari boord gaan. Het
is alsof een saamgeperste menigte uit
een New-Yorkschen subway dringt:
Keep in line dere ! Take it easy !
Duck yo'head !"
The Lawd" woont de
dierenverhuizing bij. Hij spreekt met
Gabriël die niet gesticht is over dit
laatste mirakel van zijn Heer. Zuch
terid zegt God ten slotte: Ik hoop
dat de zaak dit keer goed afloopt".
* *
*
Een der aardigste scènes is wanneer
God op zijn kantoor in den hemel
zitHij heeft Gabriël geboden om Abraham
Isaac en Jacob binnen te leiden.
Isaac verontschuldigt zich, dat zij
zoolaat komen door te zeggen, dat Jacob's
vleugels schrijnden. Er moest een
ointment" (zalf) op gesmeerd worden.
Jacob zei dat na die behandeling de
vleugels goed zaten.
Men kan niet anders dan glim
lachen over de verrukkelijke
naieveteit der gesprekken.
Buitengewoon geslaagd is het too
neel waarin Mozes met Aaron voor
Pharao verschijnen en hun mirakels
vertoonen.
Langzaam wordt het lichter, een
vreemd, onwezenlijk zand-kleurig
licht. In oneindig lange rijen
marcheeren de Kinderen Israëls door
de woestijn. Grijs-geel van kleur, in
lange tabberds, of schamel bedekt
met vodden en lompen, beladen als
pakez?ls mtt allerlei huisraad, moe»
ders met kinderen op den rug, moeders
met kinderen aan de hand, oude
mannen met lange grauwe baarden
met een langen staf in de handf
jonge krachtige mannen die wagens
voorttrekken, ezels die jonge vrouwen
met kinderen dragen....
In de twee laatste tooneelen stijgt
de auteur Mare Connelly boven het
gansche onderwerp uit. De God van
het Oude Testament spreekt met
Hezdrel. Deze vertelt Hem dat er
een nieuw geloof op aarde heerscht
in een God van Meelijden en Erbarmen.
God zag alleen naar de zonden der
menschheid. Hij vergat dat diep in Zijn
almachtige ziel Genade en Erbarmen
verscholen waren. Wanneer Hij pein
zend en moede voor Zich heenstaart,
spreekt Hij tot Gabriël: Genade, Er
barmen door zelf mede te lijden."
Dan roept een stem: ,,ü! Ziet
Hem aan. Zij dwingen hem dien berg
te beklimmen. Zij hameren nagels in
zijn leden. O ! hoe zwaar is de last
die n man moet torsenen. . . ."
Het koor der engelen zingt:
Hallelujah ! King Jezus.
G. SIMONS
Bouw van de Ark