Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 MEI 1930
:
M-v
Schilder- en beeldhouwkunst
door A. Plasschaert
I>e Surrealisten bij de
Onafhankelijken in net Museum
en Odilon Redon bij
Kisenloeffel
Is het voldoende te zeggen van de
surrealisten, dat hun werken
reali( seeringen, verwerkelijkingen zijn van
? «len droom en van droomen? Het is
niet te ontkennen, dat wat met een
technischen, schilderkunstigen term
.?realisme" heet, hij hen is te vinden,
en dat zij dat realisme aanvaarden op
?zoo eigenaardige wijs, dat het geen zij
voorstellen, toch voor den toeschou
wer wordt tot een on-werkelijkheid,
dit woord dan in den gewonen,
huiselijken zin gebruikt. Deze onwerke
lijkheid wordt bovenal bereikt door
?ongewone groepeeringen van
voorwerpen. die op realistische wijze zijn ge
schilderd. Er is dus in het surrealisme
een element, dat niet voorkomt bij
?de normale realisten, en dat is de
phantaisie. Ik ben te weinig een
droomer, om te zeggen dat daardoor de
spheer van den droom wordt
gescha? pen. En ik zou het surrealisme, dat bij
sommigen zijner schilders wel talent
bewijst en ook de mogelijkheid te be
reiken wat zij willen, toch niet gaarne
te midden der andere uitingen der
schilderkunst op een hoogen stoel wil
len zetten. Niets veroudert meer dan
het persoonlijk-gewilde, en ik vrees,
dat er in het surrealisme of liever in
dat wat typisch van de surrealisten
is, te veel vooropstelling wordt ge
vonden, dan dat deze uiting de
knau?wen van den tijd licht en elastisch zou
weerstaan. Het surrealisme heeft iets,
dat niet genoeg van binnen uit komt;
het kan ironisch zijn, een ironische
nieuwe zakelijkheid zoudt ge het soms
kunnen noemen, een realisme dat het
normale realisme blameert door zijn
voorstelling maar het heeft geen
diepen adem genoeg, het verbaast
meer dan dat het verrukt; het is
meer ongewoon, nog eens, dan dat het,
wijl het dieper doordrong in min ge
kende streek, ons een rijkdom brengt,
die wij nog niet ervoeren of in zulken
treffelijken staat niet telden onder ons
. bezit....
Van grooter geheim de draagsters,
zijn de voorstellingen van Odilon
Re? don. Wanneer de term ,,surrealisme"
niet het eigendom was geworden van
een bepaalde groep schilders, op be
paalde wijze werkend, dan ware geen
beter vertegenwoordigend surrealist
te vinden dan Odilon Redon. Hier is
toch de Droom, het Visioen, en hier
is de Schoonheid der kleuren. Hier is
het bloemstuk, dat op een hemelsche
en wind-verre landouw lijkt geplukt,
en dat door den schilder wel in
innerlijke bevangenis, maar zonder ooit een
tastbaren moedwil werd geschilderd,
werd geteekend. Hier zijn de stille ver
schijningen, die rondgaan door land
schappen, op een verwijderde ster verr
moed, maar die ons wezentlijk werden
als een eigen schoon landschap, en bij
Redon zijn er de bloemen en de figuren
te saam op n voorstelling, waar de
bloemen een wezen hebben als van
dralende menschen (dralend vóór een
geheim) en er zijn gezichten, die ge
zoudt kunnen plukken haast als een
bloem, zóó zacht en toch beangstigend
verrijzen zij tusschen bloemen, of bui
gen zich naar bloemen, en zijn beide
teeder n Vreemd n verwant.
En wanneer ik mijn kamer te sieren
had of met zulk bloemstuk van Redon,
dat geheim is n rijk en innig, of met
de vondsten der surrealisten, zóó liet
ik gaarne alle surrealisten mijnen vij
anden eh al hun werken mijner vijan
den kamers, en ik wist, en zonder twij
fel, dat ik de schoonheid bezitten kon
in meer dan een Redon, en dat zij een
proefneming meemaakten, die te veel
rariteit bezat om niet spoedig door
zien te worden. En hebben wij niet
genoeg rariteiten te verwerken op ten
toonstellingen, om ze in onze huizen
nog eens binnen te halen, deze
raarstonden in de bouw van
een groep. Dat is een be
zwaar, dat in dezen tijd
van geslotenheid sterker
geldt, dan het wellicht
in een latere periode zal
gelden, maar het is toch
een der bezwaren tegen
dit werk, die deze ten
toonstelling als een
teleurstellingmij doen ondervinden, en voor
mij verschralen, wat in den tijd dat
het verdediging nog noodig had, niet
alle macht is verdedigd. Wij zouden
kunnen schrijven van deze tentoon
stelling, dat zij te laat is in Holland of
te vroeg, in allen gevalle nu ontijdig,
omdat zij noch Rodins naam noch
ons baat brengt. Maar dit gevoel doet
ons toch niet vergeten, wat Rodin ge
maakt heeft in sommige zijner por
tretten, die van psychologische hoog
heid of fijnheid de gespannen levende
conterfeitsels zijn, noch doet deze ten
toonstelling, hoewel wij innerlijker
blijken en psychologisch van grooter
allure, ons een roem ontkennen, die
C3IDDING5I
JTUYNENBURG MUYSl
aSCHILDEPSI
p
???*>
Kunstzaal
Rokin 126
van Lier
Amsterdam»
Oostersche & Europeescha antiquiteiten
Oude en Modarna schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographlca
Rodin
gedoste vreemdelingen met zwakken
harteklop ?
Rodin's tentoonstelling in het
Stedelijk Museum
Wanneer wij, na de inleidende
algemeene beschouwingen over den
franschen beeldhouwer Rodin, nog iets
toe te voegen hebben aan Wat wij
schreven, dan is dat van meer
aanwijzenden aard. Wij zouden dan kun
nen zeggen, dat de beelden, die ons
hier in het bijzonder treffen, te vinden
zijn onder de nummers 13, 23, 58, 65,
90 en 97 en dat wat wij daarna verkie
zen, genummerd werd met de nummers
l, 8, 9, 16, 19, 35, 43, 48, 49, 52, 72,
73, etc
Ik zeide u, dat Rodin
een hartstochtelijk realist
was, en ik voeg daaraan
toe, dat zijn realisme in
kan zijn vol pathos; dat
er een litteraire smaak
is in veel zijner beelden.
en dat door dezen letter
kundigen drang en om de
zen ten eerste te verwer
kelijken, er gaten"
ontStedelijk Mnseum
te recht bleef bestaan door een groep
als de verdediging (welk een aanval is
deze verdediging !) en door de beelden,
figuren als Eva en anderen, waar de
groote vorm een stiller-dramatische
beteekenis heeft in het afweren van
iets dat dreigt, of in het zich verbergen
voor iets dat aan-vaart. Een speelsche
toch tragische teederheid werd door
Rodin belichaamd in andere groepen;
een groot schrijden is in dien
Rompzonder-kop, dien ge hier vindt. In een
Balzac werd toch gevonden een trots,
die zeldzaam is; in een Burger-van
Calais een vastbeslotenheid en groote
noodzakelijkheid, in een man, die een
vrouw kust, een onderworpenheid (en
trotsch) aan een onweerstaanbaar
natuur-geweld. Dat zet hem, Rodin,
in zijn tijd vooraan en voor-uit.
Nieuwe verzen
Tijdsignalen. Bloemlezing uit
Moderne Revolutionaire Po
zie, verzameld door Mevr. H.
Rola nd-Holat. Ontwikkeling.
Er is tusschen de overigens voor
treffelijke inleiding van Mevrouw
Henr. Roland-Holst en den titel van
dit bundeltje een verschil in pretentie,
dat verwarrend op den lezer werkt.
De titel, revolutionaire poëzie, wordt
door de inleidster nooit gebruikt,
maar overal vervangen door den
naam socialistische poëzie. Verstaat
men onder revolutionaire dichters
met veronachtzaming van de moge
lijkheid, dat alle kunstenaars als
zoodanig te betitelen zijn, alleen
degenen, die maatschappelijk
omwentelingsgezind zijn, dan nog is
deze naam niet gelijk aan die van
socialistische dichters. De eerste wil
immers alle dichters aanduiden, die
door revolutie de maatschappij
willen hervormen zonder echter eene
onderscheiding aan te geven aan de
hand van de maatschappelijke stel
sels, die deze dichters na de omwente
ling wenschelijk achten. Onder re
volutionaire dichters verstaat men
dus m. i. zoowel communistische, als
socialistische, als anarchistische dich
ters. Onder socialistische kunstenaars
verstaat men dat bijzonder soort, dat
het socialistisch, marxistisch stelsel
aanhangt. Hoe zit dat nu met dit
bundeltje ? Deugt de titel niet of
moeten wij het als een gebrek aan
rekenen, dat bijv. de communist
Frits Tingen ontbreekt. Wat de dich
ters zelf betreft, hun gevoelsinhoud
is weinig verrassend door oorspron
kelijkheid. Dit is begrijpelijk. Hunne
gevoelens van medelijden, haat, angst,
leed, machtsgevoel e. d. zijn werk
zaam in reeds lang door anderen vast
gesteld en overbekend denksysteem,
al hebben zij door Mevrouw
RolandHolst knap en scherp geformuleerde
persoonlijke verschillen. Jacobs en
Last zijn m. i. de besten. Vooral de
eerste biedt menig ontroerend en goed
in den vorm gezet vers. Ziet: De
Schoenlapper, Op, Een Woord, So
cialisme. Van Last ken ik echter
betere gedichten. Alle vier, Jacobs,
Last, Freek van Leeuwen en Grant
Stuiveling onderscheiden zich gun
stig van menig hedendaagsch dichter
door eerlijkheid ten opzichte van zich
zelf, echtheid van gevoel en eenvou
digheid van uitdrukking.
A. DEFRESNE
en stadsgezicht is impressionistisch
en heeft geen aanleiding tot opmer
kingen. Er zijn een paar kleine schil
derijtjes, een bloemstuk en een gezicht
op twee visschersbooten in de haven
enz., die een andere uitingswijze
vertoonen; waar de kleur eer op Belgische
wijze is behandeld (ietwat a la Jacob
Smits) en die, beter van hoedanigheid
dan de anderen, hier te vermelden zijn.
Van Dyck uit Veere
bij Aalderinck
Het schilderwerk van
Van Dijck is te rekenen
tot het impressionisme.
Met enkele andere ele
menten daar soms door
heen gemengd. Vooral het
landschap, havengezicht
-17«AMSTEHDAM
«mden naar maat
Bij ons verkrijgbaaHJN. R. V.j( MONTA^SCHOENEN
.
,-Üfl.