De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 24 mei pagina 19

24 mei 1930 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 MEI 1930 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE fc'. Croquante Groquetjes door Alida Zevenboom U zal het niet willen gelooven maar mijn huis staat op stelten, alleen vaa wege dat besluit van meneer Ileymer over de radio. Ik weet me, eigenlijk gezegd, geen raad want het is een waarachtige revolutie en als ik niet den halven dag aan de trap sta en er telkens tusschen kom, gaan mijn betalende gasten" een mooie uit drukking voor ons, pensionhoudsters als de heeren minstens anderhalve maand achter zijn met het betalen elkaar gewoon te lijf, want ik he"b sinds een paar weken een meneer op driehoog-voor die van de Vara is en me neer Stanislafski is van de Avro en dan heb ik nog een stuk of wat van de Kro en de mevrouw die mijn tweede tage heeft met het kleine kamertje-zij is gescheiden en een dot van een man moet ze gehad hebben als je dat hoort, is weer van een anderen omroep, want er komt driemaal in de week een heer om haar toestel na te zien, zoo nauw moet dat luisteren bij haar omroep en als ze elkaar in de gang of op de trap tegenkomen, houden ze elkaar staande en begint het opnieuw. Ik had nog een paar knoopen over uit den grooten oorlog waarop stond Praat me niet over den Oorlog" en ik zal vragen of ze die in hun knoops gat willen dragen, want dat wordt moord en doodslag en dat allemaal om zoo'n onnoozel kristalletje! Als u mij vraagt heb ik het wel gedacht dat het mis zou loopen, want die heele radio-geschiedenis is mij te vreemd en ik mag niet zeggen dat er vreemde machten bij in het spel zijn, maar er is toch heel wat in dat een mensch niet goed kan begrijpen en nu vertelde het acteurtje van drie-hoog mij de vorige week .dat meneer Marconi met zijn draadloos toestel van Rome uit, een sigaar in Australiëhad aangestoken die daar een meneer in .zijn mond had. Dat kan geen zuivere koffie zijn in een behoorlijke christen-maatschappij, dat zeg ik maar. En nu hoor ik dat zij mij meneer Vogt willen afnemen! Daar komt heel mijn hart tegen in opstand want dat vind ik gemeen. lAat ik het woord maar gebruiken, met uw per missie. Ik kan het niet helpen maar ik wil het wel zeggen dat zij, wat mij betreft, mij beter een paar van de dominee's uit Huizen kunnen afnemen dan meneer Willem. Je went zoo aan iemand zijn stem. Mijn poes kan dooi de heele buurt geroepen worden nu'.ar dacht u dat ze, kwam? Maar als ik maar zeg, en niet eens erg hard: ..Mimi" dan staat ze voor me e.n geeft me een kopje en zoo is het met de stem van meneer Vogt ook. De vorige week had ik tocli zoo'n kiespijn en niets had geholpen, zelfs niet de cognac fine" van meneer Stanislafksi en door de knagende pijn had ik vergeten het toestel at' te zetten en in eens begon de stem van meneer Willen de kamer te vullen, en het mag nu toeval zijn of niet. maar weg was mijn kiespijn, maai' voor alle zekerheid heb ik toch nog maar het fleschje bij me gehouden want het koti eens terug komen, maar het is niet terug geweest. Als fluweel is de stem van meneer Willem en ik zeg maar dat het geen bloot toeval in de wereld is dat onze drie grootste mannen van de stad alle drie Willen heeten: onze burge meester, meneer Mengelberg en meneer Vogt. En als die mooie regeling tot stand komt, zullen er dagen voorbij gaan zonder dat wij de stem van me neer Willen hooren. Meneer Stanis lafski wil een kiesvereeniging oprich ten om dezen minister weg te jagen maar ik, als vrouw, zeg dat het veel beter zou gaan zonder kiesvereeniging. Een mensch mag het woord revo lutie" niet in den mond nemen en er ook niet aan denken maar er zijn toch oogenblikken dat je er toe zou komen om een klein revolutietje te maken om aan een groot onrecht een einde te maken. En nu zegt mijn meneer, die van de Kro is. dat niemand verplicht' is te luisteren naai' iets dat hij niet hooren wil, maar ik zeg maar: wie geeft mij Willem Vogt terug?. Mijn schoon zuster kan niet in slaap komen als ze meneer Willem 's avonds niet even gehoord heeft en het acteurtje zegt altijd dat hij zoo'n dorst krijgt als hij naar meneer Willem geluisterd heeft, maar die spot wel eens meer met de heiligste dingen en daar kun je dus niet van op aan. Duizenden en. tonnen en millioeiieii geven ze in dit land uit voor onderwijs. heb ik gehoord, maai' nu gaan ze ons een stem af nemers die oris niet alleen leerde en aangenaam bezighield, maar die ook het goede en schoone in ons opwekte en daarom blijf ik er bij: ..Geef ons Willem terug! Willem! Willem! Willem!!" Maar u zal zien dat wij luim niet terug krijgen want zoo zijn ze hier. . . . Abonneert U op De Groene Amster dammer, Weekblad voor Nederland Prijs per jaar fr. p.p. f 10.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl