De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 24 mei pagina 7

24 mei 1930 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 MEI 1930 Wetenschappelijke Varia Pluto, de nieuwe planeet door Dr. P. van Olst EIGENLIJK mocht achter den titel van dit artikel nog wel een veelzeggend vraagteeken geplaatst worden, want de naam Pluto schijnt vaster te staan dan de benaming: .,planeet". Toch heeft de ontdekking van dit hemellichaam, zij het dan werkelijk de langgezochte transneptuniaansche planeet, zij het slechts een komeet, zooveel opzien gebaard dat het de moeite loont de gebeurtenis, die de gedachten der sterrekundigen opeens uit afstanden van ettelijke honderdduizen den lichtjaren terugbracht naar onze eigen naaste omgeving", hier te bespreken. Ver zijn we inder daad af van de heroïsche tijden in de sterrekunde toen men slechts den kijker behoefte te richten op den sterrenhemel om, weliswaar alleen bij volhar dende ijver, belangrijke vondsten te doen op astronomisch gebied. Voor iemand als William HerscheUden Bngelschen astronoom van Duitschen afkomst, was het nog mogelijk met zijn, door hem zelf vervaardigde kijkers niet minder dan 2500 nevelvlekken en ruim 800 dubbelsterren te ontdekken, den vorm van het Melkwegstelsel door waar nemingen te schatten, de beweging van de zon in de wereldruimte aan te toonen en bovendien in 1781 een planeet te ontdekken, nl. Uranus, en nog wel niet een van de kleinsten in het planetengezin der zon, van welk gezin onze aarde een bescheiden lid is. De andere planeten (Mercurius. Venus, Aarde, Jupiter, Saturnus) zijn niet ontdekt; Adam zag ze reeds dadelijk ! TJranus bleef tientallen jaren gelden als de bui tenste planeet van ons stelsel, tot zij in het midden der negentiende eeuw onttroond is door Neptunus. - Maar Uranus heeft de eer de eerste en laatste der groote planeten te zijn, die nog toevallig ontdekt is. Bij Neptunus ging het heel anders toe. Reeds spoedig was opgevallen dat Uranus, Herschel's planeet, niet alleen de baan niet nauwkeurig volgde, die door berekeningen haar voorgeschreven was, maar ook bij voorafgaande waarnemingen (want zij was eerder gezien, hoewel niet als planeet her kend) niet precies daar gestaan had, waar zij had moeten staan op grond der berekeningen. Derge lijke storingen" in de bewegingen van een planeet wijzen op invloeden van buiten, hetzij van de reeds bekende planeten (maar deze had men reeds in rekening gebracht !) hetzij van nog onbekende hemellichamen. Op grond der storingen nu, die niet te verklaren waren met behulp der reeds bekende planeten, berekende de fransche sterrekundige Leverrier (en tegelijk met hem de Engelsche astronoom Adams) de baan en verdere eigen schappen van een nog verder van de zon gelegen planeet, die op grond van deze berekeningen ook inderdaad in 1846 spoedig gevonden werd met den kijker, en den naam van Neptunus" kreeg. : Typeerend voor de nieuwe" wijze van planetenontdekken is dat Leverrier nooit de moeite heeffc genomen zelf zijn vondst door een kijker te bezien (typeerend voor den dorren mathematicus is dit bovendien ook !). Deze geheele Neptunus-geschiedenis heeft zich nu eigenlijk herhaald. Zoodra men de noodige metingen verricht had om een betrouwbare baau te berekenen voor Neptunus, bleek deze baan toch ook niet nauwkeurig doorloopen te worden door deze nieuwste planeet en bovendien was de in vloed van Neptunus op Uranus niet voldoende om alle afwijkingen in Uranus' baan te verklaren. Herhaaldelijk zijn er pogingen gedaan om op grond van deze afwijkingen de aanwezigheid van een nog verderaf gelegen planeet te bewijzen niet alleen, maar ook de plaats van dezen nieuweling aan den hemel op te geven ter opsporing in kijkers. Deze buiten de Neptunus-baan gelegen, en daarom OEöE5TEVARinA5 trans-neijtuniaansch genoemde planeet is echter nooit gevonden tot voor korten tijd. Het ontbrak niet aan groote mathematici-astronomen, maar het probleem bevatte blijkbaar te veel onbereken bare factoren om volkomen stellige resultaten te verkrijgen. Ook de berekeningen, die men maakte op grond van de ligging van ee.. Aantal kometenbanen, die in 't algemeen sterk onder invloe<' zijn der groote planeten, leverde geen zekerheid. Een van de hardnekkigste speurders naar de transneptuniaansche planeet is Lowell geweest; Percival Lowell, een rijke Amerikaan, groot vriend en bewonderaar van Flammarion, heeft in Arizona te Flagstaff een later beroemd geworden sterrewacht opgericht, niet alleen voor zijn hobby": de kanalen en bewoonbaarheid van Mars, maai' ook voor de verdere bestudeering eener mogelijke transneptuniaansche planeet. De gegevens waren niet overvloedig, want Neptunus zelf heeft een omloopstijd om de zon van ruim anderhalve emiw, zoodat zij sinds haar ontdekking pas een halve omloop volbracht heeft, . wat te weinig is om daaruit betrouwbare storingsbedragen af te leiden. Weliswaar waren er, zooals ik opmerkte, ook nog storingen overgebleven in de baan van Uranus, maar deze overgebleven storingen zijn vijf en veertig maal minder opvallend dan de storingen, waaruit Leverrier zijn gegeven s putte. Het was niet mogelijk de plaats der verwachte planeet zóó nauw keurig op te geven dat'men slecht» een kijker op dat hemelgedeelte behoefte te ' richten 'om na eenige waarnemingen de gewenschte zekerheid te hebben. Het eenige middel, dat overbleef, was de hemelstreek, waar men de planeet meende te moeten zoeken, systematisch jaren achtereen telkens te fotografeeren en de verkregen foto's zorgvuldig met elkaar te vergelijken of er op een ervan o^ iets voorkwam, dat door zelfstandige verplaatsing ten opzichte der andere hemellicha men zich zelf verried als de gezochte planeet. Lowell heeft dit niet beleefd; hij is in 191(> gestor ven, waarna Slipher de leiding kreeg van de stem wacht en het onderzoek voortzette, elat nieuwe; steun kreeg idoor .berekehingen van een der andere groote Amerikaansche astronomen. Piokering. Eindelijk is het onlangs, Januari 1930, gelukt op een der photografische platen iets te vind-n dat de gezochte planeet kon zijn en na eenige weken observatie kwam het telegram dat de wereld ver raste en waarin Shapley mededeelde: Lowell observatory telegraphs: systematic search begun years ago, supplementing Lowell's investigations for transneptunian planet, has revealed object which for seven weeks has in rate of motion and path consistently conformed to transneptunian body at approximate distance hèassigned; fifteenth magnitude; position march twelve: three hours. G. M. T. was seven seconds of time west from delta geminorum, agreeing with Lowells predicted longitude. Shapley". (interpunctie is door mij ingevoegd, v. O.). De omloopstijd van deze planeet wordt geschat op 320 jaren, haar afstand tot de zon op 47 maal de afstand aarde zon. Men behoeft geen pogingen te doen om als leek deze planeet te vinden aan den hemel want zij is van de vijftiende a zestiende grootte dus volkomen onzichtbaar, behalve voor zeer krachtige; instrumenten. Liefhebbers kunnen een stereosce>pische opname vinden in die Naturwissonschaften" van 28 April 11., opgenomen door den bekenden astronomischen phe>te>graaf Wolf, te Heidelberg. De naam Plute> is bij veiorbaat aan ely plant'(;t gegeven door Lowell. Men heeft deze naam ver moedelijk thans ter eere van Lowell behouden. De sejmbere god der onderwereld, ele- evenknie van Jupiter, kan elus zijn intree doen in de astrole>gie. De naam past bij dezen na-e>e>rle>gsehe-n tijd. Mis-'chien was echter de god van den rijkdom, Plutus, een te>epasselijker pee-t geweest, gezien do pejsitie van Amerika tegenover de overig* wereld. Zekerheid dat het gevonden hemellichaam de gezochte planeet is, heeft men neig niet; e-r zijn meer dwalende grootheden, ej. 'a. kometen, en pas voortgezette waavne;minge;n kunnen uitmaken, waarmee men hier te maken heeft. Hotel SEINPOST - Zandvoort. Ie klasse Familie-Hotel met alle moderne comfort Pensionprijzen: Vóórseizoen f 6.?per dag. Hoofdseizoen vanaf f 7.?per dag. KRONIEK De Trouw aan het Voorgeslacht EK is, sedert de tentoonstelling in Antwerpen geejpend werd, meer dan n stem opgegaan om te protesteeren tegen ons meedoen aan een openlijk schouwspel ter herinnering onzer smaadheid van honderd jaar geleden. Men heeft gezegd, dat hier mede vergeten en verguisd werden al onze dappere schutters, die ergens op het Veld van Eer had den kunnen sneven, maar vooral onze onvergete lijke nationale Helden, met Van Speyk vooraan, die den krijgsroem onzer natie te>t ver over de (Bel gische) grens droegen. Men heeft het gezegd, in bitter beklag en. ... e>ngetwijfeld min of meer terecht. Als de Belgen zooveel vreugdrumoer maken over het gebeurde in '30, behooren wij in gelijke mate het officieel te betreuren, en het niet vergeten te zijn. Vele menschen, sterk van karakter, ver geten nooit. Ik ken er, die de Franschen nu nog een kwaad hart toedragen vanwege de Napoleontische annexatie, en ik heb zelfs een wat anachronistischen oom gehad, die Spanje niet kon hooren noe men zonder in opwinding te geraken over het on recht door de Spanjolen ons indertijd aangedaan. Dat is echter zuiver individueel, want er zijn ten minste evenveel andere lieden voor wie de Belgi sche Opstand en de Babelsche Te)ienbouw zich eyp n lijn van verre afstandelijkheid bevinden en dia Van Speyk met Keinier C'laassen verwarren, zijndebeiden blewtelijk figuren uit hun geschiedenis boekje, i Als gezegd: hier geldt zuiver ieders peise>onlijk gevoel. l)e)ch de Gemeenschap, de Staat behoorden ze-keren tijel trouw te blijven aan het verleden eh niet '/?<«> gauw weer ..ge>eel" te worden met een vroegerei) vijand, want zij vertegenwoe>idigen im mers oen continuïteit. Op zijn minst vier geslachten lang behoorden het officieele Holland en het officieele Belgiëelkander nijdig te hebben aangezien en met afgemeten beleefdheiel behaneleld. Dan eerst kan een staatsman het gewicht van zijn de>en ge waar worden als hij de handelingen van het nage slacht tenminste vejor een eeuw vastlegt. Terwijl thans.... Het geslacht van 1830 bouwde een grootsch monument (Naatje van den Dam) ter eere van Hollands moed en e>ffervaardigheid, en het geislacht van 1890 ruimde het smadelijk weer op. ge lijk het mobilisatie-memunient-1914 in het jaar 1950 e>e>k waarschijnlijk weer verdwijnen /.al. Maar dat me>est toch niet. Wij behooivn als collectiviteit meer eerbied te hebbeen ve>or ele malligheden onzer vaderen en het is ongevoelig en voor ons zelf uiterst bedenkelijk het bijna-naaste voorgeslacht zoo maar ijskoud te verloochenen in hun oprechte overtuigingen en heilige geestdriften, want de emze zijn geen haar beter of eerbiedwaardiger. j En zoo behoorde de Nederlandsche Staat thaïis met smartelijke doch verheven gelatenheid op het uitgelaten feestrumoer der eertijds Ontzinde Belgen" neer te zien, als eenetragische meiederkip, die parmantige eendeiieie;rs heeft uitgebre>ed. F. C.: Nieuwe uitgaven '? Jdurvertsluy run t! c Koninklijke Vereen-ujitttj ..Koloniaal Instituut" over ] 929 en?in afzondor]ijken band een e>ve:'zicht betreffende in 1929 eloe>r de afdeeling Handelsmuseum ve: strekte inlichtingen en gedane onderze>eikingen. Ir

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl