De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 24 mei pagina 9

24 mei 1930 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 MEI 1930 L* t,* * k* :J " »,v r. Onze week en onze maanden door Dr. N. J. Singels MÉR dan velen willen weten heeft de nieuwe wereld (in den zin van de tegenwoordig leven de menschheid, tegenover de Ouden, d.w.z. de Grieken en Romeinen) te danken aan deze volkeren ^waarvan men dikwijls smadelijk hoort beweren dat zij de doode" talen spraken. Hiermede meent men ?dan een afdoend doodvonnis te hebben geveld dat elk verder contact overbodig en nutteloos maakt. En toch, hoeveel heeft de wereld aan de Ouden, aan de Romeinen en, dóór dezen, in het bijzonder aan de Grieken te danken ! Niet alleen voortbreng selen van kunst en schatten van letterkunde en wetenschap, derhalve niet slechts ideëele dingen, :maar ook zaken van de praktijk, die ons nog eiken dag, bijkans elk uur diensten bewijzen, zonder dat wij ook maar in de verste verte vermoeden, dat zij erfenissen zjjn van die gesmade doode" ouden. De namen zijn vaak bij het groote publiek in het vergeetboek geraakt. Wie, die niet in het bijzonder met vakbelangstelling studie maakte van de gerschiedenis in den Romeinschen Keizertijd, zal zich ?den naam van den Keizer Septimius Severus her inneren? En toch is ieder, van den laagsten tot den hoogsten rang, elk mensch hem dankbaarheid ver schuldigd, omdat wij aan hem onze huidige weekindeeling te danken hebben. Deze vorst, die van 193 tot 211 over het Romeinsche rijk regeerde, was behalve een groot veldheer ?en staatkundige, ook mensch", een nobel mensch, ^fijngevoelig van gemoed; hij verdiende het niet -aangenomen zoons tot opvolgers te bezitten die een onteering voor den troon, voor de menschheid ?een schande waren. Caracalla en Geta stonden ge reed zijn erfenis te verdeelen, twee keizers van ge lijke geboorte en gelijke macht, twee mannen die, al waren ze ook broeders, elkander doodelijk haat.ten. * * * Maar Septimius Severus was een edeldenkend :man. Hij was zijn leven lang een vriend der pla neten geweest. Wanneer hij aan den ouderwetschen God Jupiter regelmatig zijn offers bracht, zonder ?daarom nog te denken aan den Godenkoning van het Kapitool of den Zeus van den Olympus, dien men verstandighjk reeds geruimen tijd had afge... ^dankt, zonder dit -ooit officieel te hebben gedaan, ?dan volgde hij het gebruik en den sleur der vaderen. Hij zal dan echter tegelijkertijd hebben gedacht aan -den planeet Jupiter, de fonkelende ster aan den liemeltrans, meer zichtbaar, meer werkelijkheid, meer sprekend tot een denkenden geest gelijk de zijne was. Jupiter was als star voor hem óók God aj^den hemel" en gold voor hem als de meest vriend schappelijk gezinde geluksster. Want als goden aan het firmament waren, volgens het geloof der astro logen, de oude, afgedankte goden nog steeds werk zaam. Dezen waren in de sterren als het ware ver,jongd en herleefd. Door bovengenoemde overdenkingen is Keizer .Severus de verkondiger en voornaamste profeet van onze Week geworden en de triumfator van de gewoonte waarover thans eigenlijk niemand meer nadenkt, welke een ieder als een hoogst gewoon iets .aanvaardt. Dat wij ons jaar in weken verdeelen .heeft geheel West-Europa aan zijn machtigen in vloed te danken. Want de zeven dagen der week .zijn verbonden aan de zeven planeten. De Romeinen hadden in hun kalender feestdagen : in voldoende mate, verdeeld over het geheele jaar: bij tien-, ja bij honderdtallen. Maar een gelijk: matige telling der zeven dagen, terugkeerend twee,en-vijftig malen per jaar, kende men niet. Deze .ging uit van de Israëlieten, die er zich op kunnen beroemen dat zij de eersten zijn geweest die den tijd in weken verdeelden, met den rustdag, den .Sabbat telkens als sluitsteen. Bij de Diaspora, de verstrooiing der Joden in de wereld, heeft het Grieksche Oosten hun dit afgekeken en de rege ling in verband gebracht niet de zeven planeten. De dwaalsterrenweek had niet alleen waaide uit vroomheidsbeginsel, als middel van hoogere machtsvereering, maar ook de praktijk voor het dagelijksch leven, voor de toepassing in beroep en bedrijf, wist de indeeling te waardeeren. Na de machtigste he mellichamen, voor de aardbewoners van zoo on schatbare waarde: de zon en de maan, werd de derde dag der week. onze Dinsdag, gewijd aan den oorlogsgod Mars. De Woensdag is die van den god van den koophandel, Mercurius. De Donderdag was voor den Grootdonderaar bestemd, den God van bliksem en onweer; Jupiter. De Vrijdag werd die van Venus, van de Godin der liefde, waarbij men evenwel elk begrip van nauwe toenadering tot het voorwerp der liefde, dus van vrijage", dient uit te schakelen. Aan den laatsten dag der week, den Zaterdag schonk Saturnus, de vader van Jupiter, zijn naam. De Septimana was geboren : de Week was er, onze week, welk woord in verband staat met : wijken, in den ouden zin van afwisselen, van. 't voorbijgaan van den tijd, het wisselen der dagen. Van een vorst wiens naam Septimlus (Ze venman) luidt, nauw aan het heilige getal zeven verbonden, kon men een heiliging van het dagental zeker in de allereerste plaats verwachten. Bouwde hij ook niet ter eere van de Zeven Planeetgoden het Huis van het Zevental", het Septizonium, een met fonteinen en watervallen versierde zuilenhal, waarvan thans de schamele overblijfsels aan den Appischen Weg te Rome de archaeologen nog steeds voor onoplos bare raadsels stellen, maar die in den ouden tijd den vreemdeling, welke de Eeuwige stad naderde, Ir op wees dat het de zeven Planeten, waren die ons eeven en bedrijf moeten leiden en besturen. Het was de aanwijzing van het feit dat een gelijkmatige polsslag van den tijd, als dag en nacht, als ebbe en vloed, als winter en zomer de menschheid aan bedarade regelmaat en evenwichtigen gang moet ge wennen. En werkelijk zijn de sporen van vereering der samengegroepeerde Zevendagengoden ook elders, op monumenten in Europa uit de eeuw van Septimius Severus, aan te wijzen. Zijn wijsgeerige lei ding heeft blijkbaar over een uitgestrekt terrein doorgewerkt. Zelfs de Christelijke kerk stond niet afkeerig van deze regeling. Zij nam de Heidensche verbetering grif over. Even gretig als zij dit ook de Kalenderin stelling deed voor de maanden die wij evengoed als die van de dagen aan de veelgesmade Ouden te denken hebben. Heet niet Januari naar den Oer ouden God Janus, den Romeinschen tijdgod, met zijn dubbel aangezicht, waarvan de ne kant naar het verleden, het tweede naar de toekomst was gericht ? En de maand Februari zij ontleent haar naam aan een Latijnsch werkwoord reinigen", af geleid van een woord dat zweep beteekent, omdat zweepslagen op bepaalde wijze en in bijzondere omstandigheden toegediend, reinigende kracht heet ten te hebben. Februari is dus de reinigingsmaand. Dat Maart aan Mars wordt ontleend, lijdt geen twij fel. April en Mei zijn eveneens zuiver Latijnsche woorden : de eerste van een werkwoord dat openen beteekent en dus het opengaan van bloem- en bladknop aanduidt, terwijl als vervolg daarop, de Meimaand alles doet groeien, grooter maakt: een vorming van het Latijnsche woord Majus, waarin de taalkundige den wortel van het woord major (grooter) herkent. Dat de maand Juni aan de koningin der Goden, Juno haar naam ontleent, ligt voor de hand, evenals Juli van Julius, en wel van Caius Julius Caesar, den Dictator van Rome. Deze werd in 44 v. C. vermoord, zonder het tot de waardigheid van Keizer te hebben gebracht. Wél werd zijn bijnaam Caesar als algemeen zelfstandig naamwoord: Keizer, aangenomen. Die waardig heid werd opgedragen aan zijn opvolger en aange nomen zoon Octavianus, die- den bijnaam van Au gustus ontving, den Gewijde, den Geheiligde, onder welken naam hij als Keizer in de geschiedenis te boek staat. De naam werd overgedragen op de maand die voortaan naav hem Augustus zou heeten op hem ten eeuwigen dage duidend en hem blij vend e erende. BOOTMOTOREN P A R S O N S FAY & BOWEN Prïjsc. Gratis en Franco opaanvr. BINGHAM & LUGT Pand mmmm m hoek Koestraat 1 - ROTTERDAM. Waarom de volgende maanden met hun getallenklank, het twaalftal volmaken dient ten slotte verklaard te worden. Maart was oudtijds de begin maand van het jaar en zoo waren September, October, November en December de 7de. de 8ste, de 9de en de 10de maand. Zij leveren een schitte rend bewijs (even afdoende als de namen der dagen en die der overige maandbenoemingen) van de stelling aan den aanvang van dit artikel gepo neerd, dat de moderne maatschappij veel (mér dan waarvan zij zich ooit rekenschap geeft) te danken heeft aan de oudheid, die zelfs in de meest voorkomende, telkens zich herhalende wisselingen haar hulp verleent, zonder daarvoor ooit naar waardij beloond te worden of de verdiende erken ning te ontvangen. Tentoonstellingen Kunsthandel Aaiderink, Amsterdam. Werken van A. J. van Dyck uit Veere. Tot 25 Mei. Kunsthandel Hofstee Deelman, Amsterdam. Werken van de Zarate, Kvapil, Adr. Lubbers, Tot l Juni. Toonzaal van Gorcum. Assen. Schilderijen Antony Keizer, tot l Juni. Rotterdamsche Kunstkring, Rotterdam. Hollandsche en Fransche schilderkunst (collectie van Wisselingh en Co). Tot l Juni. Kunstnijverheidshuis De Distel", Rotterdam. Werk van P. W. Bulthuis. Tot l Juni. Parijs, Galeries Durand-Ruel, 37 Avenue de Friedland. Schilderijen van C. J. Maks. Tot l Juni. Kunstzaal Unger en van Mens, Rotterdam. Meesterwerken der Fransche en Hollandsche schilderkunst. Tot l Juni. Kunsthande Sena", den Haag. Schilderijen en aquarellen door Herman Heuff. Tot l Juni. Kunsthandel N. Eissenloeffel, Amsterdam. Schil derijen, aquarellen, teekeningen en lithografieën door Odillon Redon. Tot 5 Juni. Stedelijk Museum, Amsterdam. Tentoonstelling van naakt, door leden van De Onafhankelijken" en Fransche en Belgische Surrealisten. Tot 10 Juni. Stedelijk Museum, Amsterdam. Beeldhouw werken en teekeningen door Auguste Rodin. Tot 12 Juni. Huize van Hasselt, Rotterdam. Beeldhouw werken Georg Koebe. Toto Juni. Fransche Grafiek. Tot 12 Juni. Frans Buffa en Zoon, Amsterdam. Schilderijen van Corot, Cezanne, Degas, Millet en Renoir. Tot 12 Juni. Kunstzaal Willem Brok, Hilversum. Schilde rijen Miek Eckhard. Tot 18 Juni. KENNERS KOOPEN BOTER VAN OUD-BUSSEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl