Historisch Archief 1877-1940
e^kblad voor Nedcrlana
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C.
*»?**?* $**!.
^**M
Onverslijtbaar
OPGERICHT IN 1877
No. 2765
ZATERDAG 31 MEI 1930
Hollandsche nederzetting in Amerika:
Holland (Michigan)
BDUBENDE een kort verblijf in de
Vereenigde Staten heb ik n dag uitgetrokken
"voor een bezoek as,n een der grootste Hollandsche
nederzettingen, in Amerika: Holland, in den staat
-Michigan. De onmiddellijke aanleiding tot dat be
zoek was een ontmoeting met den tegenwoordigen
gezant der Vereenigde Staten in Den H"ag,
G. J. Diektm\/. De vereeniging Nederland in den
Vreemde heeft eenige maanden geleden dezen
nieuwen gezant een maaltijd aangeboden en hem
tevens verzocht aan dien maaltijd een tafelrede
te houden. Tot ieders verbazing en bewondering
Jieeft de Heer Diekema, die in de Vereenigde
Staten is geboren en die vóór zijn benoeming
nimmer in Nederland is geweest, die rede, nagenoeg
-zonder eenige atvateekeningen te gebruiken, in
vloeiend Nederlandsch uitgesproken. Dat zijn
uitspraak hier en daar aan het Groningsche en
Overijselsche dialect herinnerde doet aan de waarde
"van deze rede natuurlijk niets af. Groningsen of
Overijselsch is even goed Nederlandsch als Haagsch
of Amsterdamsch.
Wie slechts eenigermate met de talenkennis
van den Amerikaan bekend is en wie bovendien
ervaren heeft, hoe snel zelfs geboren Nederlanders
let gebruik van hun moedertaal in Amerika
plegen te ontwennen, moest uit deze bekwaamheid
van den Heer Diekema, om zich in het Nederlandsch
uit te drukken, afleiden, dat er van de Hollandsche
cultuur in Hollarid (Michigan) nog heel wat meer
dan de naam behouden is gebleven.
Mijn kort bezoek aan het Amerikaansche Hol
land heeft deze onderstelling ten volle bevestigd.
* *
*
De eerste indruk is, dat dit stadje van niet veel
rmeer dan 10.000 inwoners weinig verschilt van
andere Amerikaansche steden van dezelfde grootte.
De huizen zijn gewone Amerikaansche huizen.
Wat echter onmiddellijk opvalt is de netheid
van de straten en huizen en de Hollandsche namen.
Bijna de helft van alle namen zijn Hollandsche
namen. De kinderen zien er uit als Hollandsche
Tdnderen, doch onder elkander spreken zij uit
sluitend Engelsch.
Toch wordt in meer dan de helft van de ge
zinnen nog van tijd tot tijd Nederlandsch gesproken.
Toen ik vroeg, waarom deze afstammelingen van
Nederlandsche ouders of grootouders, die nagenoeg
Ieder contact met het oude moederland hadden
verlopen en die op enkele uitzonderingen na
nimmer in Europa waren geweest, toch aan de
oude moedertaal bleven hechten, kreeg ik dit
onverwachte antwoord: Voor den godsdienst
,,en voor de kerk is geen taal zoo geschikt als het
, ,Nederlandsch.''
In de boekwinkels vindt men nagenoeg uit
sluitend Engelsche boeken. Alleen de bijbel en
de psalmen zijn er in het Nederlandsch verkrijg
baar. In 8 kerken wordt nog geregeld in het
Nederlandsch gepreekt.
Deze Nederlandsche kolonie werd ongeveer
80 jaar geleden door een aantal Friesche, Groning
sche en Overijselsche emigranten onder leiding
van enkele predikanten gesticht, die zich van de
Gereformeerde Kerk hadden afgescheiden en
naar Amerika waren uitgeweken, omdat zij in
Nederland geen erkenning voor hun kerkgenoot
schap konden vinden. Zij hebben in Amerika
de Reformed Church in America gesticht, waarvan
zich later de Ohristian Bef ormed Church in America
lieeft afgescheiden. Zjj zijn er de oud-vaderlandsche
.gewoonte, om over dogma's te twisten en zich
in geval van oneenigheid af te scheiden, trouw
gebleven. Men spreekt daar spottend over in
Amerika zeggende that is the Dutch of it". De
Reformed Church in America alleen telt niet
minder dan 150.000 lidmaten.
* *
*
Het geestelijk middelpunt van Holland (Mich.)
vormt Hope College, de universiteit, een
deieerste stichtingen der emigranten onder leiding
van dominévan Kaalte. Tot voor korten tijd
studeerde bijna de helft van de studenten er in de
theologie. Een aantal der Nederlandsche predi
kanten in Amerika hebben bovendien hun oplei
ding gehad aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
en eenige hoogleeraren aan Hope College zijn
oudleerlingen van dezelfde Amsterdamsche universi
teit. Dr. A. Kuyper en Prof. Bavinck hebben
door hun lezingen a?jn Hope College het contact
met de Nederlandsche gereformeerden onder
houden. De boeken van Dr. A. Kuyper worden
nog in duizenden exemplaren in Amerika verkocht
en naar ik aanneem zelfs gelezen.
* *
*
In zijn voortreffelijke boeken over de Neder
landsche emigranten naar Amerika heeft van
Hinte berekend, dat niet minder dan twee millioen
Amerikanen met recht kunnen beweren, dat zij
van Nederlandsche emigranten afstammen.
Ik zelf heb den indruk gekregen, dat die bereke
ning geenszins overdreven is. Althans na iedere
lezing over Nederland, die ik in Amerika heb
gehouden, kwamen twee of dvic van mijn toe
hoorders mij verklaren, dat zij in dat onderwerp
zoo bijzonder belang stelden, omdat hun groot
moeder of grootvader van Nederlandsche afkomst
was. Men vroeg mij dan altijd, of ik de familie
in Holland niet kende. Ik moest helaas dikwijls
een ontwijkend antwoord geven, omdat ik den
met een Engelsch accent uitgesproken naam niet
verstond. Dat bleek echter telkens groote teleur
stelling te verwekken.
Toen ik eens aan een diner aan mijn buurvrouw,
een Amerikaansche schrijfster, deze ervaring had
medegedeeld, vroeg zij mij: Hebt gij soms ook
nooit van de familie van mijn grootmoeder ge
hoord? Zij heet de Witt. En mijn grootmoeder
stamt rechtstreeks af van een zoon van Cornclis
de Witt, die naar Amerika is uitgeweken."
Ik kon haar slechts tot bedaren brengen door de
toezegging, dat ik haar een briefkaart zou zenden
met een afbeelding van het standbeeld van haar
oom Johan de Witt in Den Haag.
* *
*
In Holland (Mich.) verschijnt nog geregeld
een weekblad van 8 bladzijden De Grondwet",
dat geheel in het Nederlandsch is gesteld. Het
bevat ook mededeelingen over Nederland, voor
namelijk over Friesland, Groningen en Drente.
Toen ik naar de bron informeerde, waaruit deze
mededeelingen werden geput, bleek mij, dat zij
geregeld uit de Friesche Kerkbode werden
overgedrukt.
Zelfs heeft men in sommige opzichten de Neder
landsche taal in een zuiverder vorm bewaard,
dan wij hier in Nederland hebben weten te doen.
Het trof mij bijzonder, dat mijn barbier zich zelf
in de rede viel, toen hij het woord hotel" had
gebruikt. Dat is geen Nederlandsch woord",
zeide hij. In Nederland zeggen jullie immers:
herberg."
Tot mijn leedwezen moest ik bekennen, dat ik
INHOUD :
1. Mr. A. C. Josephus Jitta, Hollandsche neder
zetting in Amerika.
2. Cornelis Veth, Schrijver en reclame.
3. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek. Joh.
Braakensiek, Italiëen Frankrijk.
4. Melis Stoke, Luistervinken. J. Tielrooij,
Fransche boeken.
5. Dr. U. Huber Noodt, Nicolaas Poussin.
L. J. Jordaan, ,,Kop"-zorgen.
6. Elis. de Roos, Engelsche boeken.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Om ie plassen. Mr. Frans
Coenen, Kroniek.
9. Paul Bromberg, Onze meubels.
10?11. A. Plasschaert, Schilderkunstkroniek.
12. Mr. H. Giltay, Gedachten over Muziek.
Spreekzaal.
13. L. J. Jordaan, Bioscopy.
15. W. Drees, Werkloozenzorg. C. K., Beursspiegel.
17. Charivarius, Schopenhauer's aphorismen. J. L.,
Monument voor Messchasrt.
18. Lou Lichtveld, Radio en Grammofoon. C. v.
Wessem, Muziek.
19. Jantje's Kladschrift. Alida Zevenboom,
Croquante Croquetjes Ce! 2, Telefoon.
20. Charivarius, Charivaria. Letterraadsel.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De zendtijd-ver
deeling in de Tweede Kamer.
een vriend heb, die kastelein is van de herberg
de Witte Brug in Den Haag en dat deze zich in den
regel Directeur van het hotel" noemt. Ik mocht
nog van geluk spreken, dat deze vriend niet
Directeur-Gerant is van het Palace Hotel, het
Hotel des Indes of het Kurhaus. zooals eenige
voorname Hollandsche herbergen in Den Haag
in do wandeling plegen te worden
genoemd* *
*
Het treft den Nederlander, die in Amerika
reist, diep, wanneer hij ervaart, hoezeer afstamme
lingen van Nederlandsche emigranten nog aan
het oude vaderland en aan de oude moedertaal
hechten.
Wat zegt men van liet volgende versje, dat
door een volbloed Amerikaan (100 pCt. Amerikaan
zegt men in het land der getallen, volbloed
Amerikaan in het land der rundveestamboeken)
in een bui van zwaarmoedigheid werd gedicht?
MIEN MOUDERTOAL
As 't haart mie vol is van 'n zwoare zoak,
En 'et genioud nait roemer wordt deur zuchten,
Den tracht ik deur 'n riemke nog al voak
Die dornpe noarigheden op te luchten.
En den kom's doe, mien moudertoal m'ien 't zin:
Mien moudertoal, woar'keerst ien leerde stoamlen,
En woar 'k nog moar 'n stoameloar 'ien bin
As 't geld om lofspraak veur die te verzoamlen.
En doarom heb 'k dit dichtje aan die gewaid
Mien Moudertoal; aan die, zoo voak vertreden,
Zoo voak bespot, bemodderd en beklaid,
Moar altied weer as held oet 't sliek geschreden.
Het is een beotjo kinderlijk. Het is vermoedelijk
geen hooge poëzie. Maar is het niet aandoenlijk,
hoe deze veramerikaanschte Groninger zijn oude
moedertaal maar altijd weer als een held uit het
slijk ziet schrijden?
A. C. JOSEPHUS JITTA