De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 31 mei pagina 11

31 mei 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

ijken " in het Stedelijk Museum OOR ALB. PLASSGHAERT te Deurne daarom mist. Ook hier is een (een broche aan den hals) ge, als in het kort (ten minste ge lezen kunt) de heele geestelijke lemming van het portret herkent, die toch eene is van droefgeestige toewijding, zooals een avond na geluk kan zijn Wiegersma's ieékeningen. De teekenvan Wiegersma is eveneens zich Compositie 't veranderen, zij wordt van be?jjker geaardheid, en krijgt meer it in de ruimte; draagt, ook ?Visueel, verder. De vroegere teekenst was lineair; deze wordt meer len; en volumen is ruimte, en ;kt in op de ruimte. De vorige, de jre teekeningen van Wiegersma t ge, als een boek, lezen, van itbij zelfs moest ge ze dikwijls i, deze nieuwere kunt ge zien" ? een afstand. Zij hebben, dat spreekt izelf, een winst nog daarbij: het van. het licht is hier te be suren, het licht dat een geheime" kenis is.... en die aan de voorlelling een raadselachtigen rijkdom * * * Het lijkt mij daarom toe, dat wij werk van Wiegersma met alle zullen hebben, te volgen. Het is volle ontplooiing; psychisch bi der en persoonlijk; de techniek t ik dat zeggen?) volgt deze chische staat, en is eveneens pergk, wordt rijker en rijker; er is in dit werk, tegenover de beweeg lijkheid van het vroeger grijnzen der gezichten, een grooteb eteekenisvollere langzaamheid in die gezichten ge komen.- Langzaam komen zij naar voren uit een achtergrond van diep zinnig leven; in hun grooteren vorm zijn zij eeuwiger Passanten. De surrealisten De vondsten" der surrealisten zijn noch van een rakkerachtige guitig heid noch van een zilte ironie, noch, n dat is het eerste en meest voor name, van een kleur of van een lijnenspel, dat ik eenig verlangen zou krijgen te midden der andere schilderkasten of picturale brahmanen, de surrealisten te zien gedijen als de brahmanen der irreëele realiteit of van de reëele irrealiteit. Want de surrealisten zijn niet van binnen uit! Ze hebben niet door de realiteit heen de diepere wezenstrekken van hun eigen wezen ontdekt. Ze hebben de dingen van buiten-af met een gewaan de onwezenlijkheid bekleed. Dat ziet ge aan de armoede in de vondsten; in het herhalen van bepaalde voor werpen in het schilderwerk. Ik moet zeggen: het is niet diepzinnig: het speldekussen vóór de zee ! Ik heb niets tegen speldekussens, zelfs als de een of ander die zien zou willen, als het stille arsenaal voor toekomstige speldeprikken, en ik heb niets tegen een zeegezicht achter dat spelde kussen, zelfs d'een of de ander die zee wil zien, als de van willekeur bewogen natuur of als de dreiging van het onbewuste ik heb alleen tegen dit schilderij, dat het niet schoon is, en niet overtuigend. En het nut dan van deze tentoonstelling? zij heeft de treffelijkheid der nuchter heid ons bewezen, en ons daaraan herinnerd; des zijn wij dan verschul digd aan de Onafhankelijken". Deze tentoonstelling toont geen surrea listen" als Odilon Redon; ze toont ons burgerlijke, schrale geesten, die ons willen verrassen. Met iets, dat geen blijvend verrassen is. En zooals ik vroeger reeds van Willink schreef, deze zakelijkheid van het irreëele is niets dan een academische schilderkunst, die zich wil laten zien als van een groot wonder zwaar. De groote rood bruine nier, zonder toast, die over de groene stoelen ligt uitgebreid, ik gun haar lederen hongerige. Het geheim van de zee? Ik zie liever een goed-gemodelleerd £ kadetje zonder Picabia kaas. De revolverkop" is een literaire, geen picturale vondst; de billardspelers zijn een povere groep; zij ma ken een onkun de ons klaar; NO. 34 is een verzwakteMarc; de vogel, visch of het blad van Survage wat hebben zij voor schoone vreemdheid aan zich? Een aantal lijnteekeningen zijn geen sur realisme maar van het zoogeheeten expressionisme" weinig-overtuigende vogels, die door de opgeplakte veertjes geen wezentlijkheid krijgen. No. 5 is een gewoon landschap, met een figuur van gestold lood er-voor, etc. * * * Deze tentoonstelling, ik herhaal, is een inlichting over iets, wat de meesten niet zagen, en waarover zij wellicht nog een te hevige meening hadden. Ik vrees niet, of zij zijn daarvan genezen. Alleen Mambour heeft in zijn No. 7, een oog in een hoof d, dat een uitdrukking wezentlijk bezit, en een kleur, die van den schilder is, die wezen heeft, persoonlijkheid. . . . De Onafhankelijken" hadden, dat is de eenvoudige slotsom van dit alles, betere tentoonstellingen kunnen houden dan deze. En niet n, maar vele ! Schommelstoel Pulchri In de tentoonstellingszalen van Pulchri in Den Haag wordt thans een tentoonstelling gehouden van leden. Dirk Nijland, Adamse, F. Bobeldijk, Bolding, Rueter, Israëls, v. d. Berg, Bastert, Akkeringa, Hulshoff, Poll en Tholen zijn er o.a. met belangrijk werk. Bernard Schregel is er, naar aan leiding van zijn zestigsten verjaar dag, mot een flinke inzending van zijn werken vertegenwoordigd. Een l'ortugeesche tentoonstelling is in een fcijzaaltje ondergebracht, die niet uitmunt door kwaliteit van inzending. J. Lithografischc kunst In het Gemeentemuseum te 's-Oravenhogo (Vijverberg) wordt eene ten toonstelling gehouden van lithografisch werk van voor 1875. O. a, is daar geëxposeerd een werkstuk van M. Maris uit 1867, door den schilder zelf op steen geteekend. Massimo Campigli Schoonheidswedstrijd J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl