De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 31 mei pagina 18

31 mei 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 MEI 1930 No. 2765 ''Radio en Grammofoon MUZIEK door Constant van Wessem Een bezoek aan de N. S. F. * . l m v ? $.*? door Lou Lichtveld WAT mij bij een langdurig bezoek aan de Nederlandsche Seintoestellenfabriek te Hil versum het meest interesseerde, mag ik U helaas nog niet beschrijven, hoe gaarne ik het ook zou willen doen. Het zijn de nieuwe radio-apparaten die velerlei verbeteringen en aanvullingen bezitten, en waarbij o. m. een zeer handig en gemakkelijk korte-golf-ontvangapparaat is, dat weliswaar speciaal voor de Oost bedoeld werd, maar dat stellig ook hier veel liefhebbers zal aanlokken. Er was veel moois, de Nederlandsche markt werkelijk ?wel waardig. De reden dat ik er nog over zwijgen moet is alleen deze: dat de N. S. F. zelf haar primeurs wenscht te lanceeren. Laten wij dus voorbarige opmerkingen nog even opschorten. Eigenaardig is het, dat ? de ontvang-apparaten feitelijk maar een bijproduct zijn van de N. S. F. Waar het daar om te doen is, zijn de groote zenders, f. zoowel voor kuststations als schepen. De zender bouw vindt uiteraard niet zoo'U belangstelling als de aanbouw van ontvangtoestellen. Nu bepleit ?de N. S. F. vertrouwen in het Nederlandsche product, dat wat zijn prestaties betreft, zeker met alle buitenlandsche kan concurreeren. En liet schijnt ons vertrouwen inderdaad best waard. Wie dus in deze bewogen dagen op zijn eigen lioutje een secte wil stichten en gaan uitzenden, kan in Hilversum terecht bij de N. S. F. Ik vrees echter dat ik niet serieus ben; en ook niet met't volgende verhaal. In heel de uitgestrekte fabriek is er n afdeeling, een volkomen en baga telle behandelde afdeeling te vinden, die op mij de diepste indruk gemaakt heeft. Voor het testen" van voltooide ontvangtoestellen en loudspeakers is er een eigen uitzending van grammofoonmuziek, die over verschillende golflengten te hooren is. In een glazen kast zit een juffrouw, die nu den heelen dag, jaar in jaar uit de taak heeft, grammofoon-platen af te draaien, waarvan zij zelf natuurlijk niets hoort, en te zorgen dat er geen storingen zijn in de reproductie. Een schijvendraaister dus, van professie. Maar stel u voor, schijvendraaien met een acht?urigen werkdag en 2000 werk-uren 's jaars. Welk een vreeselijke bezigheid ! Hoe moet het meisje, {dat er dan ook verre van opgewekt uitzag), den zwarten discus niet haten, en alles wat met de grammofoon ook maar iets heeft uit te staan. Daar moet de afkeer die een oude dorpspianist voor het mechaniek heeft, een lieftallig kinderwerk bij zijn. Ik stel me voor, dat het arme meisje des avonds naar huis gaat, een draaiorgel hoort, of een nachtegaal. Dat ze vervolgens onder haar avondeten op twee- en drie-hoog de radio, bij de benedenburen het zeven-jaren-reeds-Diabelli-studeerende Liesje, bij de rechter zijburen de nieuwe Ultraphoon, en bij de linkerburen meneer (die bij het Politie-muziekcorps is) met zijn piston- oefeningen bezig hoort! Ik verzeker u dat er even verstokte muziek-haters moeten bestaan als melomanen. Het meisje trouwt later uiteraard niet met een horlogemaker, maar met iemand van een nog muider luidruchtig beroep; iemand van de nachtveiligheidsdienst bijvoorbeeld. Zulke fantasieën overvallen een bezoeker van de N. S. F., wanneer hij meer oog heeft voor de menschen dan voor de cijfers, wanneer hij meer let op wat aan, dan óp de band zit. Hebt u ooit ge weten dat er eenige honderden handen hebben gewerkt aan uw radio-toestel? Dat er n man is, die niets doet dan de 17de linksche berfedenschroef indraaien? Men zegt dat het best is vol te houden, dat het heelemaal niet verveelt. Het eigenaardige is, dat ik zonder bepaald sentimenteel te zijn mijn radio-toestel nu lang niet zoo aardig meer vind. Ik denk erover maar eens zelf een kristalletje te gaan bouwen, en zelf alle schroefjes in te draaien, alle onderdeelen aan te brengen. Het zal weken kosten, maar mijn toestel zal minder machine zijn dan een andere machine. Goed; ik zal het niet doen. Het zou een averechtsch resultaat wezen van het toch wel heviginteressante bezoek aan de Seintoestellen-fabriek. Het Nederlandsche voortbrengsel, van het geheele land, waar dus op de een of andere manier zeven millioen menschen mee gemoeid zijn, is niet te vervangen door een eenlingenproduct. Hoe zorg vuldig, hoe berekend-zeker, hoe schitterend komt het ontvang-apparaat niet tot stand! Welke vernieuwingen werden niet alweer uitgedacht... . Ik ga weer luisteren, in de hoop dat zeker iemand niet alle zendtijden heeft verdonkeremaand. Tot straf zou hij dan maar schijvendraaier-test-uitzender moeten worden bij de N. S. F. Met een zestien-urige werkdag. Ik ken een aantal Neder landers, die reeds nu tot zulke krasse maatregelen zouden willen overgaan. Maar 't is te voorbarig, mijne Heeren ! Nog een oogenblikje geduld.... Strawinslcy- platen Voor hen die na het Strawinsky-festival nog van des meesters muziek willen nagemeten, volgen hier eenige opmerkingen over gangbare Strawinsky platen, die talrijker zijn dan men gewoonlijk wel mnent. Er bestaat, om te beginnen, een Odeon-opname van een werk uit Strawinsky's eersten tijd, toen hij nog geheel onder invloed stond van zijn leer meester Kymsky-Korsakoff. Het is namelijk een plaat van zijn Feu d'Artifice", gespeeld door het Colonne-orkest, onder leiding van Gabriël Pierné, die een geschikte dirigent is voor deze min of meer impressionistische muziek. Van zijn eerste ballot, L'oiseau do feu" bestaan twee opnamen, evenals van Petrouchka". De eene is een suite die slechts gedeelten bevat, en die is opgenomen op twee Polydor-platen, in do uitvoering van het Philharmonisch orkest to Ber lijn, onder leiding van Oskar Fried. De andere is volledig, bestaat uit vier groote platen, en werd onder leiding van den componist zelf voor Columbia gespeeld. Ook Petrouchka" werd onder Strawinsky's eiding voor Columbia opgenomen op drie platen. Merkwaardig genoeg onvolledig, terwijl de II. M. V. opname, door de London Symphony orchestra onder leiding van Albert Coates, wel volledig is en uit vier platen bestaat. Die door Strawinsky gedirigeerd, munten echter uit door klankschoonheid, door het zuivere en getrouwe beeld dat zij van de origineele klank geven. Iets wat to danken is aan Strawinsky's bijzondere gevoeligheid voor mechanische muziek en zijn groote kennis van deze materie. Veel vroeger is er een Sacre du Printernpsopname geweest, van een orkest onder leiding van Pierre Monteux. Deze reproductie werd alge meen als zeer onvoldoende en onbruikbaar be schouwd. Thans echter is Columbia ons komen verblijden met een veel betere opname van dit moeilijk te reproduceeren stuk. Een record in vijf platen, onder leiding van Strawinsky opge nomen. Van de piano-bewerking die deze gemaakt heeft van zijnPetrouchka-muziek, bestaat ook de opname van een enkel fragment. Claudio Arrau speelde namelijk de Russische dans daaruit, voor Polydor. Zijn Piano rag-music werd door Marcello Meyer, hier evenmin als Claudio Arrau een onbekende, voor H. M. V. gespeeld. Er is tenslotte ook nog een Odeon-opname van alleen de Bercouse uit L'oiseau de feu, gespeeld door het Colonne-orkest. Van Strawinsky's later werk zijn twee schitteren de fragmenten uit zijn ballot Pulcinella" te noemen. Dit werk is gecomponeerd op motieven van Pergolese, en geeft een zuiver voorbeeld van zijn nieuwere, neo-klassieko tendonzen. Het zijn een Menuet en de Finale daaruit, die op n Columbia-plaat werden veroenigd, in een uit voering wederom onder loiding van den componist. Een bizonder goede en mooie plaat is het, die eon Festival-Strawinsky in den Stads schouwburg HET festival heeft ondanks het grand gala:' een intiem karakter. Da werken, die gegeven worden behooren alle drie tot de kleinkunst" van den formidabelen ballet-componist: het genre kamermuziek, kamerconcert, kamer-opera. De drie werken behooren ook alle tot de periode van na 1917, die zulk een merkwaardige omkeer in Strawinsky's scheppingen laat zien: inleiding en voortzetting van de z.g. classicistische rich ting. Wij hooren het al in het Octuor voor blazers: den aanloop naar Bach, die in het piano concert zich het duidelijkst gaat uitspreken. Maar het classicisme is hier melodisch nog zeer italiaansch. Het kleine opera bouffe Mavra" wordtwedorom in conctrtvorm gegeven. Dat was even een teleur stelling: het simpele klucht-gebeuren op het tooneel maakt de italianismen van deze muziek aannemelijker. Nu is alle aandacht geconcentreerd ? op den melodieusen" Strawinsky, die zich voor zijn opera schijnt te inspireeren op den Russischen WTelgchen Tand" van vóór Moussourgsky, Borodin, Rimsky Korsakoff, en die met dit werk een terugkeer tot de operette schijnt te willen inluiden. De clou van den avond is de opvoering van LHistoire du soldat", een gelezen, gespeeld en gedanst" stuk. Inderdaad hebben zich hier alle krachten der medewerkenden op geconcen treerd. Was het Oituor interessant als een werk van Strawinsky, evenals Mavra", dot h lieten boide scheppingen vrij onbevredigende indrukken achter: zij konden ons niot overtuigen zonder hiermee iets aan de capaciteiten der uitvoerenden te kort te dcen ? bij L'Histoire du soldat" voelden wij ons dadelijk gespannen. In do regio van Van der Vies, met de poppenkastachtige, haif 18e eeuvvsuhe decors en gestylecrd primitieve achterd( eken van Sthumacher kregen de verschil lende scènes nieuwe kleur en nieuw loven. Het stuk werd nu realistisch", een kermislegende op het tooneel. De voorlezer, Paul Huf, is een echte spullcbaas, hot kleine 01 kostje, door Strawinsky gedirigeerd had eigenlijk ook op hot tooneel ge hoord (cm in stijl te blijven) doch de voorlezer hoeft suggestieve uitnoodigende handgebaren als de muziek behoort in to zetton. Frits van Dijk sreelt den soldaat, Van der Vic-s geeft een tot dans gestyleovde duivel (zooals hij ook in 1026 gaf) en Elisabeth van der Vies is do prinsi s. Do scènes krijgen woester, kleuriger loven, soms zelfs iots dtmonisch in oen bont en verontrustend halfdonker. Alles verloopt vlot en de Histoire du soldat" wordt het besto van don geheelen avond. /oo hooft de Studenten-organisatie haar werk zaamheden inderdaad lofwaardig ingezet. Wij wachten on verwachten meer en binnon niet al to langon tijd. ... heel typische kant van Strawinsky laat hooren. Mon zal hem or niet licht in herkennen ! Er bestaat ook een groot tekort. Dat iemand als Vera Janacopulos. die oon der allerbeste vertolksters van Strawinsky's liederen is, nog niet voor do grammafoon heeft gezongen! Diens vocale werken zijn niet z'n minst belangrijke, en in lateren tijd zelfs beslist zijn grootste en typeerendste scheppingen. Men maakt echter nog een voor zichtig voorbehoud alvorens ook het modernste van dezen modernist op te nomen. Het gaat niet zoo vlot daarmee als met ieder liedje dat der Tauber" gelieft te kweelen. (Neon zetter: kweolen, niet kwijlen !) BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA SPANJAARD *C2 FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl