De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 31 mei pagina 3

31 mei 1930 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

t' ft* fi DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 MEI 1930 Dramatische Kroniek door Henrik Scholte A. den Hertog: Stille Kracht. Vereenigd Tooneel SINDS de weinige, op de vingers van n hand te tellen, officieele tooneelschrijvers van eigen bodem er het zwijgen toe doen, en sinds de Heer den Hertog, in het klein doch naar verluid niet onverdienstelijk debuteerde met een gelegenheidsstukje Tien Ure Heit de Klok", hadden ?wij eigenlijk zoo gehoopt, dat er in het genre oor spronkelijke stukken" weer eens wat te ontdekken viel. Het had nu wel geen meesterwerk im Strom der Welt" hoeven te zijn, als het maar zoo'n beetje een stille kracht" geweest was, die wij hierin hadden kunnen toejuichen en een duwtje opwaarts geven ! Nu, gejuicht is er niet, zelfs niet op de première en de schrijver heeft wel bitter moeten ervaren, dat een publiek van grenadiers en jagers, waar voor men een feestgevalletje schrijft, heel wat andere eischen stelt dan een publiek, dat zijn Mei-kaarten had gekocht in de hoop op deze première, en dat met de slordige reprise van Reclame", een week geleden, al 50,% van de noviteiten naar de maan had zien gaan. Wat heeft men ervoor gehad? Op stang gejaagd is men met keisteenen en revolverschoten, die net niet regelmatig genoeg vielen om bijtijds de handen in de ooren te stoppen, en toch weer juist genoeg «m een onrust te veroorzaken, waarbij een op de grond gevallen tooneelkijker een paniek beduid zou hebben. Stille kracht" is helaas wel een van de slechtst gebouwde en innerlijk onbelangrijkste werken die er dit jaar over het voetlicht gebracht zijn en alleen voor de traditie van de Groene om aan Jiederlandsch werk recht te doen wedervaren, vermeld ik het hier, op de kans af, dat het bij het verschijnen van dit nummer alweer van liet repertoire verdwenen is. Het speelt in onze Oost. Prachtig, een eigen, inap tropenstuk hebben wij altijd nog te goed. Het leek dan eerst ook niet zoo kwaad. Iets over een heilig woud, dat een vierkant gebouwde planter, van het echte Deli-soort, moest en zou omhakken tegen de wil van de arme inlanders in, die in den vorm van een met de noodige badlakens ten tooneele verschijnenden Arabier de huid vol gescholden kregen. Zoo scheen het zelfs een oogenblik, door een anti-kapitalistische mono loog van den held van den avond, de richting van een religieus pièce a these" uit te gaan, met misschien een knalspeech a la de Hoofden van Xiebak en een amok van je Velste. Niets daarvan. Het werd alras duidelijk, dat een detective hier in het laatste bedrijf het een en ander -te onthullen" had en het met dien Arabier en eenige blanke ballast, die er eerst erg onschuldig uitzag, niet allemaal zuivere koffie was. Van dien Arabier had ik het wel gedacht, want Frits van Dijk speelde hem met zulke Kruip-doorSluip-door-maniertjes, dat het wel verkeerd móést Afloopen, maar van Hans van Meerten viel het me tegen. Ik had die al zoo half en half aan ?Geoigette Hagedoorn toebedacht, maar Lucas Wensing, die, rustig temidden der woelige baren, lioe langer hoe meer naar het eerste plaoi schoof, .ging met de buit strijken. Waaruit voor den lezer volgt, dat Hans van Meerten de schurk en Wen ding de jonge held was, en het heele geval een film.scenariootje 'plus happy end. Als niet... . Want daar zit de draai, waaraan k het stuk voor later altijd herkennen kan. Die «chrikaanjagende steenengooierij en dat schieten n de tropennacht bleek namelijk op het oogenblik, ?dat iedereen zich al naar zijn vestiairenummertjes ?zocht, niet met de ontmaskering: schurk-held -verklaard te zijn. Weg detective, weg magazine«tory ! Het geval hing weer in de lucht, en daar bleef het hangen. Want met een aplomb, waarover men na zoovele leege, zinlooze en zich in het ?oneindige herhalende conversatie over wat et' nu eigenlijk in dat eerste bedrijf gebeurd was, eenvoudig versteld stond, kwam de schrijver verklaren, dat stille kracht niets meer of minder J. B, BENNER & ZOON I PIANOHANDEL """' DEN HAAG 97 GEVESTIGD 1891 HUFLtVEKANlJIKKS ? NOORDEINDE | Mmsolini en Frankrijk Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Vervolgingswaanzin was dan. . . . stille kracht ! Doek, stomme ver bazing aan beide zijden van het tooneel. Alleen de spiritisten zeiden: Zie je nou wel, net zooiets als in Zaandam. Ik kan de gedachte niet van mij afzetten, dat dit staartje er maar pour pater" aangehaakt was, want het geheele stukje was zoo nuchter en de eerste verklaring zoo aannemelijk, dat wij, die al aldoor meegezocht hadden, niets meer van dat schermen met bovennatuurlijke machten moesten hebben. Het publiek was dan ook aan het slot met geen stok uit den schouwburg te krijgen, en bleef op een vierde bedrijf wachten, in de zachte hoop misschien, dat Lucas Wensing het toch wel zelf gedaan zou hebben, of anders Georgetje, die haar vader perséuit de rimboe weg wou hebben om maar weer naar Holland terug te kunnen. Misschien schrijft de Heer den Hertog nog wel zoo'n vierde bedrijf, dan kan het tweede, als zijnde volmaakt overbodig, er meteen uit. Jammer, deze teleurstelling. Jammer ook van de zorgvuldige opvoering, die er onder Verkade's regie nog van gemaakt was en die dit stuk niet verdiende. Dezer dagen heeft het leeskapittel van de ,,Comédie Francaise" besloten om per jaar maar n buitenlandsch stuk te adviseeren. In ons land schijnt arme tooneelschrijfkunst niet eens het tegenovergestelde mogelijk ! brengt zij niet; ik denk bij de lezing van haar boeken nu en dan nog aan het schoone Moeder" (hier moet ook .,'Hika" genoemd worden), dat haar een plaats aanbood in de litteratuur, die zij, bij het tijdelijke dat nu eenmaal aan alle wereldsche verschijningen verbonden is, een geslacht lang had kunnen innemen, indien /ij voortgegaan was, werk van die kwaliteit voort te brengen. Dat deed zij niet. Zij bood en biedt overvloed van romans aan, waarin men nu en dan de warme, overtuigend,klinkende stem van vroeger hoort, maar waarin dat zuivere geluid toch al te schaarsch wordt op gevangen. Ook in dezen roman. Het leven van (ierda is stellig niet zonder interesse voor den lezer. Haar strijd om het huwelijks-geluk is, voorzoover de persoonlijkheid van (ierda daarbij te pas: komt, ook goed weergegeven; het slot is knoeierig en wekt den sterken indruk, dat het uit was omdat de auteur het vereischte aantal bladzijden bereikt had. HERMAN MIDDENDOEP Nieuwe Uitgaven Anna van Gorjh-Kaulbach. De verborgen kracht. Amsterdam. Em. Querido's Uitg. mij. Ik zit met een boek als dit eenigszins verlegen. Ik weet niet goed wat ik er over schrijven moet-, en ik zou eigenlijk het liefst verwijzen naar een mijner vorige critieken over deze veelschrijvendo auteur. Bijvoorbeeld mijn bespreking van Tot het moederschap". Dezelfde gebreken en dezelfde verdiensten. Dat zal ook wel niet meer veranderen. Mevrouw van Gogh-Kaulbach heeft door een reeks van romans haar beteekenis voor de vaderlandsche litteratuur gefixeerd. Die be teekenis moet men niel onderschatten. Zij schrijft een goed. regelmatig, in stijl gehouden proza, zij beeldt ook nu en dan persoonlijkheden uit, die artistieke waarde hebben. Waar zij te kort schiet, vult zij het te bereiken aantal bladzijden op met handig gefabriceerd cliché-werk, dat alleen door den gevoeligen lezer als zoodanig wordt herkend, Dat gaat nu al verscheidene jaren zoo. Iets nieuws AFGEPASTE VITRAGE GORDIJNEN (STORES) 1.15 X 2.?METER 70 PER STUK MADRASGORDIJNEN 1.30x3.00 METER 6 10 PER PAAR KALVERSTRAAT AMSTERDAM ZOMEN J»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl