Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JUNI 1930
Mussolini's Economie
door G. A. Klaasse
F.
&?
l* *?
WANNEER men ziet dat in het land, waar
de vuurmonden schooner tale spreken dan.
der menschen mond, de scheepswerven vol bezet
.zjjn met nieuwe oorlogsbodems en de vliegtuig
fabrieken op volle kracht verkenners en
bommen"werpers de lucht in zenden, dan vraagt men zich
?onwillekeurig af hoe het wel gesteld is met den
?economischen toestand, dat de Italianen zich zoo
veel luxe kunnen permitteeren.
En wanneer men dan de vrij schaarsche statis
tische gegevens bekijkt blijkt daaruit dat het er
met de welvaart heusch niet zoo rooskleurig voor
staat. De industrie maakt sedert 1926 een tijdvak
?door dat, wil men geen euphemisme gebruiken,
Als depressie moet worden bestempeld. En wanneer
de zwarthemden zich met de hand op het hart
Afvragen wat daarvan wel de oorzaak is, zullen zij
zich niet geheel vrij kunnen pleiten. De lire werd
.gestabiliseerd eenigen tijd later dan de Bel
gische franc. En wanneer men de basis van die
beide stabilisaties met elkander vergelijkt dan
bemerkt men een frappant verschil. De Belgische
munt werd bijna op het laagste punt gefixeerd;
de lire daarentegen was eerst duchtig geheschen"
Alvorens de koers werd gekneveld. Want
stabiliseeren mocht men dat procédénauwelijks noemen.
Bij het kiezen van een grondslag voor de Belgische
nieuwe standaard werd de wisselkoers eerder als
«en ietwat te wijde jas ,,op de groei" ingeschoten,
terwijl daarentegen Mussolini meende dat hij aan
Italië's prestige verschuldigd was het koerspeil
"weer terug te brengen tot een proportie waaraan
de algemeene economische en monetaire toestand
van het land reeds ontgroeid was.
Die ijdelheid welke ertoe leidde dat de lire bijna
het dubbele van den Belgischen franc waard was
of beter: waard gemaakt moest worden, heeft
natuurlijk niet nagelaten de economische positie
"vau het land te beïnvloeden. In de eerste plaats
?was het noodzakelijk dat de valutahandel gecon
troleerd werd, een maatregel die tot voor enkele
maanden van kracht bleef. Maar veel belangrijker
?was het dat al spoedig bleek dat de prijzen en
daarmee dus ook handel en bedrijf zich dienden
Aan te passen aan de door den stabilisatiekoers
geschapen nieuwe omstandigheden. Het moeizame
deflatieproces met al wat daaraan vastzit moest
tot het bittere einde worden doorgezet. De export
industrie, die b.v. in Belgiënog geruimen tijd
profiteerde van de gunstige concurrentiemogelijk
heden die de lage koers nog had overgelaten, werd
hier ernstig gehandicapt. En de nijverheid die voor
de binnenlandsche markt werkte zag zich door
buitenlandsche concurrenten die door den hoogen
lirekoers gemakkelijk konden wedijveren met de
prijzen der Italiaansche fabrieken belaagd.
Onder deze omstandigheden zag natuurlijk de
handelsbalans er niet al te fraai uit. Sedert 1924
is het overschot van invoer boven uitvoer sterk
toegenomen, maar de sterkste stijging van het
importsurplus dateert van het tijdstip der stabi
lisatie. Terwijl in de drie laatste aan den oorlog
voorafgaande jaren per jaar ongeveer l milliard
lire meer werd ingevoerd dan uitgevoerd beliep
dit cijfer in 1929: 6£ milliard. Natuurlijk moet
voor de vergelijking van die cijfers de koersdaling
in oogenschouw worden genomen. Maar zelfs
wanneer men de vooroorlogsche bedragen om
rekent naar den stabilisatiekoers dan nog komt
men tot het resultaat dat het invoeroverschot in
1929 ongeveer tweemaal zoo groot was als in de
periode 1910?13. En dan moet men nog bedenken
dat de onzichtbare export" waarschijnlijk veel
geringer is geworden. De remises van Italiaansche
emigranten die voor den oorlog in de
economieboeken het typische voorbeeld van onzichtbare
export waren schijnen aanmerkelijk geringer te
zijn. De van buitenlandsche toeristen ontvangen
bedragen zijn wellicht in verhouding ongeveer
gelijk gebleven. Maar de opbrengst uit beleggingen
in den vreemde zijn, voor zoover valt na te gaan,
aanmerkelijk geringer. Van de Duitsche
herstelbetalingen kan Italiëniet veel nut verwachten
want alles wat de schatkist uit dien hoofde ontvangt
moet vrijwel onverminderd doorgezonden worden
aan Engeland en Amerika. Is het wonder dat, om
verdere stijging van den invoer tegen te gaan,
de regeering het voor Italiëzoo typeerende, eiken
reiziger in dat land welbekende: vietato ook ten
aanzien van het sluiten van buitenlandsche lee
ningen toepaste?
De fascistische regeering heeft natuurlijk die
gang van zaken niet onopgemerkt gelaten. En
Mussolini zou zijn dictatorialen knobbel geen eer
aandoen wanneer hij geen pogingen had aangewend
om een verbetering in den toestand te forceeren.
Toen zijn verwijten aan de Italiaansche economen
dat zij veel te lang draalden met de hervorming
van hun wetenschap, met het opbouwen van eenge
heel nieuw schema, een fascistische economie, weinig
resultaat hadden heeft hij zelf het werk ter hand ge
nomen. Zijn systeem wordt fcendeele gekenmerkt
door het wegnemen van belemmeringen voor het
bedrijfsleven. In dat verband noemen wij b.v. de op
heffing van de controle op valutatransacties, de
opheffing van de huurwetgeving, van plaatselijke
tollen" enz. Maar dit negatieve deel van het
programma is niet het belangrijkst. Dat ligt
trouwens niet in de lijn van het fascistische bewind.
In het kader van die politiek kan de staat niet
lijdelijk toezien. De opvattingen van de
Manchesterschool zijn lijnrecht in strijd met die van het fascis
me. En juist de wensch om het staatsorgaan een
werkzaam aandeel te geven in het economisch
bestel heeft tot gevolg dat de maatregelen waartoe
men logischerwijze wordt gedreven principieele
overeenstemming vertoonen met die welke de
politieke vijanden, de socialisten, voorstaan.
Weliswaar blijft het privaat bezit in het fascis
tische economische stelsel onaangetast maar de
persoonlijke vrijheid in de aanwending der pro
Kunstzaal
Rokin 126
van Lier
Amsterdam»
Oostersche & Europeesche antiquiteiten
Oude en Modarne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographlca
ductiemiddelen, die juist essentieel is voor de
kapitalistische" productiewijze, gaat voor een
belangrijk deel teloor. Een frappant voorbeeld:
de Groote Fascistische Raad heeft voor korten tijd
een decreet uitgevaardigd dat de bezitters van
grond in de Po-vlakte gehouden zijn de exploitatie
van den bodem te doen plaats vinden op basis van
het metayage-stelsel en dat zij verplicht zijn een
zeker aantal arbeiders per hectare te werk te
stellen. Het principe dat aan deze beslissing ten
grondslag ligt is dat het privaatbezit voor den
eigenaar de verplichting met zich brengt om zijn
goederen op zulk een wijze aan te wenden dat de
gemeenschap daaruit het grootst mogelijke voor
deel trekt. Een soort van communistisch kapita
lisme dus. Deze leerstellingen zijn uitdrukkelijk
uitgewerkt in de stelsels van een tweetal fascis
tische economen Arias en Fovel. Arias gaat zoover
dat hij de inwoners verdeeld in productieve en
nietproductieve groepen (een soort herleefde
Physiocraten-leer dus) terwijl hij tot de conclusie komt dat
alle ,,rent" (het Engelsche begrip complementair
inkomen) aan de gemeenschap moet komen
(Bodenreform).
Het zou te ver voeren deze kwestie uitvoerig te
behandelen. Nog een enkele opmerking hierover.
Een principieele stap in de richting van
staatsingrijpen in de productie is kortelings gedaan door
de instelling van den Natiorialen Corporatieven
llaad. De bedoeling van de wet waarin deze materie
werd geregeld is, om te raken tot de vorming van
een soort industrieel parlement. Tot voor kort
kende men in Italiëde bindend-verklaring slechts
van collectieve arbeidscontracten voor loonen,
werktijden enz. Maar de opzet is om deze organi
satie te vervolmaken, en ook prijsregelingen e.d.
door middel van de Corporaties bindend te doen
verklaren. De nationale Haad heeft een ver
strekkende bevoegdheid om dwingende regelen
vast te stellen met betrekking tot de relatie
tusschen verschillende takken van industrie" en om
afspraken op dat gebied tusschen betrokken
partijen gemaakt te wijzigen". Eenerzijds dus het
in de hand werken van gemeenschappelijk op
treden (een soort stelsel-Veraart van economische
bedrijfsorganisatie), anderzijds een
anti-trustwetgeving om excessen van de vrijheid van combinatie
te voorkomen.
Het is de vraag of deze organisatie in staat zal
zijn de Italiaansche industrie uit het
deflatiemoeras te halen. Maar de verschijnselen verdienen
uit een oogpunt van evolutie der maatschappelijke
organisatie zeker tenvolle de belangstelling. Vooral
nu meer en meer blijkt dat overal de overheid zich
geroepen acht om zich in handel en bedrijf te
mengen.
INCASSO-BANK NV
Volgestort Kapitaal f30.000.000. Reserve (9.000.000
Heerengracht 531?537
ADVIEZEN VOOR BELEGGING
INLICHTINGEN OMTRENT FONDSEN
Effiecten-afd* voor particulieren
(INGANG» SAFE-DEPOSIT)
Nederlandsche
Handel-Maatschappij, N. v.
AMSTERDAM.
AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en 's-GRAVENHAGE
Vestigingen in Nederlandsch-Indië, Straits-Settlements,
Britsch-Indië, China, Japan en Arabic
ALLE BANKZAKEN
SAFE-DEPOSIT. KOFFERKLUIS.