Historisch Archief 1877-1940
*!1 if-j-ir "" iff" * ^Hr "" 'TPjf"
J"'«r v r r
-ONZE KOOPV,
Nederlandsche Koopvaard\
De Arakan" in oorlogstenue
VOOR ieder feit van belang wordt
wel iemand gevonden, die er eene
beschrijving van geeft en het hangt
af van den aard en de belangrijkheid
van het feit, of de beschrijving voor
het nageslacht dient vastgelegd te
worden.
Dat het verloop van den wereldoor
log beschreven zou worden, lag voor
de haud en het is voor het neutrale
Nederland een belangrijk feit te noe
men, dat het zeer voorname aandeel,
dat zij er in had thans ook door de
drukpers voor het nageslacht is vast
gelegd. Kapitein Hoogendijk heeft de
gelukkige gedachte gehad, zijne vak
broeders op te wekken alles in het werk
te stellen om zooiets te bereiken en dat
is thans geschied in een keurig boek
werk 1).
Het is met zeer veel genoegen, dat
ik hier eene bespreking er van mag
geven. Onder het opkomend geslacht
is er nog een vage herinnering uit de
dagen van onvoldoende en onbehoor
lijk voedsel, maar veel indruk hebben
de baige jaren overigens niet achter
gelaten, terwijl wij zelf, die alles op
rijperen leeftijd hebben meegeleefJ,
nu ja, nog wel eens, ieder op zijne wijze,
aan enkele persoonlijke feiten terug
denken, maar heel veel is toch in het
vergeetboek geraakt. Natuurlijk en
gelukkig.
Toch waren de gebeurtenissen met de
Nederlandsche Koopvaardijvloot zoo
buitengewoon merkwaardig, dat het
t9 betreuren geweest zou zijn, als
het boek niet tot stand gekomen
was. Nu men het als geheel voor zich
heeft, komt dat eerst goed uit en dat
is een reden te meer om er vooral het
opkomend geslacht mede in kennis te
brengen.
Het ligt voor de hand, dat mij bij
het doorlezen herhaaldelijk feiten uit
eigen ervaring voor den geest komen.
Als kapitein Ree op pag. 163 vertelt
van de Duitsche vliegtuigen die ter
hoogte van Kaloo op hem afkwamen,
dan denk ik aan eene beschieting van
mijn mooie schip Mecklenburg",
daar ter plaatse, wel is waar per
abuis", maar toch wel wat onaange
naam.
In het belangrijke verhaal door kapi
tein Hoogendijk zelf geschreven over
zijn reis om de wereld in 331 dagen,
waarin hij dus wel een zér slechte
tweede, maar voorzeker niet minder
belangrijk blijkt te zijn dan Phileas
Phogg, lees ik op pag. 192 hoe hij zijne
ervaringen als succesvol tandarts be
schrijft.
Dat doet mij denken aan een van
die merkwaardige reizen van
Folkestone naai- Vlissingen, toen steeds
veel passagiers aan boord waren, in,
de eerste oorlogsmaanden, do ste
wardess met een verschrikt gelaat op
de brug kwam vertellen, dat in de
tweede klasse een dame ziek was ge
worden.
Op mijn vraa^ of ze eenig idee had
van den aard der ziekte, bleek, dat de
mogelijkheid niet uitgesloten was, dat
het aantal passagiers vermeerderd zou
worden. Een verstekeling dus!
Op dergelijke korte reisjes is geen
dokter aan boord, maar zeer zeker
wordt er op omstandigheden als deze
niet gerekend. Evenals in andere ge
vallen diende ook hier de eerste offi
cier in te grijpen.
Deze, overigens nogal onvervaard
in de heelkunde, renonceerde ditmaal
op een stellige manier.
Hulp was echter dringend noodig
en ik besloot die te vinden onder de
talrijke passagiers. Gelukkig bleek dat
mogelijk te zijn. Een Hollandsche
verpleegster* was aanwezig en deze dame
hief t mij den grooten dienst bewezen
de arme patiënte bij te staan,
zoodat deze bij aankomst te Vlissingen
rustig vervoerd kon worden door dok
toren en verplegers, die daar op mijn
telegrafisch verzoek gereed stonden.
Na eenigeii tijd kon zij dan ook het
ziekenhuis hersteld \rerlaten.
Ik wil hiermede niet aantoonen dat
kapitein Hoogend ij k geslagen is op het
gebied van genees- en heelkunde, maar
voor zoover het aan boord voorko
mende gevallen" betreft, meen ik
houder van het record te zijn.
* *
*
Onder Reddingen verricht door
Nederlandsche schepen" lees ik op
pag. 423, die van de vele schipbreuke
lingen der Engelsche kruisers Cressy"
Hogue" en Aboukir", door de
scheBoven: eer.
wrak; links:
te Anno Bom
de BengkaL
een dokter V(
tog Hendrik
boord van
kalis"; onc
breukelingen
torpedeer d N
schip. Alle f(
opnamen v
landsche k
officieren;
uit het ve
van J. H. .
Nederlandse)
dij in den
Nederlandsche schepen in de haven van Bergen
pen Titan" en Flora" van de Kon.
Ned. Stoomboot Mij., respectievelijk
gecommandeerd door kapitein J. A.
Berkhout en R. l'. Voor ham.
Ik had de eer deze schipbreukelin
gen naar Engeland te mogen over
brengen en zal nooit vergeten de tref
fend plechtige ontvangst aldaar.
Op het fort van Garrisonpoint bij
Sheerness stonden de Red-jackets"
geschaard evenals de bemanningen
der slagschepen op de reede. Zeer
langzaam gleed ik»met mijn schip
voorbij dit plechtig eerbetoon en een
doodsche stilte bewees hoe iedereen
er door getroffen was. De kapiteins
Berkhout en Voorham en hunne be
manningen weten hoe hun mooie werk
gewaardeerd is, maar het zal hun niet
bekend zijn, dat dit ook bij mij aan
boord tot uiting kwt m, toen wij bij het
opvaren van de Thames een boot van
de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij
passeerden. Zoodra de bekende schoor
steen met de Hollandsche vlag gezien
werd, schaarden do geredden zich
langs de verschansing en gaven op
spontane wijze hunne "three cheers."
Vermoedelijk heeft niemand daar
aan boord de beteekenis van begre
pen, want het was niet bekend dat de
menschen bij mij aan boord
misschien was het feit van de redding
hun zelfs niet bekend. Later hebben
zij misschien ervaren, dat het een
huidebetuiging was aan de kranige
daad van hunne confraters.