Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JUNI 1930
No. 2767
t *
I** J'
, V'
f
f
"i
SCHILDERKUNST
door A. Plasschaert
Pleidooi voor de penning (tentoonstelling
bij Kleykamp)
Wat is de penning? Een metalen schijf van de
herinnering of ter herinnering. Het is allicht een
Q'-ideeeuwsche eigenschap in me zoo verzot te zijn
op wat blijft, en misschien hangt daarmee saam
een ietwat zilt skepticisme over de moderne Ar
chitectuur; daarvan weet ik, dat vele der
thans zóó luid-geloofde werken, door technische
e'schen en technische wijzigingen over vijftig
j*ar zullen vervangen zijn door andere; vele ervan
zijn toch gausch-en-al gebouwd om en naar de
tjgenwoordige eischen en mogelijkheden; ge kunt
zonder ironie zeggen, dat de nuttige bouwkunst
d? meest vlietende en snel-welkende kunst is,
die wij kennen. Er zal binnenkort reeds een tweede
Jan. Kalf moeten komen om sommige dezer zaken
tot historisch monument te verklaren anders
missen wij een schakel in de bouwkunst (wanneer
krijgen wij in groote doozen of platte kisten onze
huizen toegezonden, zooals nu reeds de meubelen
vaa n kamer in n kast ingepakt kunnen
worden?) Waarom zouden wij geen huizen krijgen
van gepraepareerde vliezen, die de warmte binnen
houden, het licht overal doorlaten waar dat moet,
en geankerd tijdelijk liggen op een plaats, die dan
onze woonplaats is, en die met hun onderstukken
(een soort T-ijzer) geschoven worden tusschen een
vastliggend-soort rails? Zullen wij dan inderdaad
niet de Emigranten naar den dood zijn? Wij kun
nen dit alles verwachten; zelfs zullen de bouw
meesters misschien reeds binnenkort ons ruimten
scheppen van. elektrische muren (vreeselijk kunnen
's nachts dan storingen zijn). Maar... ik ben nu een
maal voor dat wat blijft. Daarom houd ik het met
de beelden tegenover de tegenwoordige voetstukken,
hoe architectuurachtig die ook door onze bouw
meesters worden geschapen", daarom ben ik voor
de penningen, de naar den zin der bouwmeesters
nuttelooze dingen (zijn niet alle dingen hun nut
teloos behalve de bouwmeesters zelf?) De pen
ningen zijn hun nuttelooze dingen, zooals vrij
beeldhouwwerk, zooals de vrije schilderkunst. Ik
ben voor de nuttelooze" dingen, want het is toch
zóó; de nuttelooze dingen zullen de dingen zijn die
blijven (de Bazel heeft in het gebouw van de
Handel-Maatschappij die nutteloosheid; dat
bouwwerk heeft dus een kans te blijven!) De nut
telooze dingen zullen blijven (de wezentlijke na
tuurlijk) want zij zijn niet ingesteld op technische
eischen; de Pooveren! die ze maakten waren im
mers slechts ingesteld op de schoonheid, die vreem
de tuschen onze tegenwoordige nuttigheden! die
vreemde, wier perceelen niet op den kadastralen
egger zijn te vinden.
De penningen zijn nutteloos. Wij moeten dus
zien, dat er vele penningen gemaakt worden; wij
hebben kans, dat er blijvende dingen tusschen
komen van schoonheid, en in een materie die
als kenmerk voortduren" aan zich heeft. Wij
moeten, liever nog, onze bustes" laten maken; ik
geloof dat die van bijv. Houd on vele nuttige werken
reeds overleefden; maar dat is duur, en past niet
ieder hoofd; een buste is nogal persoonlijk! en zij
past niet iedere beurs. Maar een penning kan mak
kelijker en is abstracter; wij kunnen het toch niet,
" persoonlijk helpen, dat wij onzen vijf-en-twintig
jarigen bruilof t vieren of dat een vereeniging, waar
van wij lid zijn, meer dan tweehonderd jaar be
staat, of dat een landsman van ons in n dag
over de twee polen vliegt, die een staaf van
roestvrij metaal dwars door de aarde heen op hun
regelmatigen afstand houdt. Penningen kunnen een
feit in brons doen duren, waarbij wij maar zijde
lings betrokken zijn, als Nederlander b.v. bij de
droogmaking der Zuiderzee, terwijl wij van be
roep sawah-bevochtiger in Indiëzijn! of als wij
b.v. grondbezitters zijn en wij toch de ontgronding
Vai het verkeer, het vliegwezen (en Fokker)
roem willen doen genieten.
Laten wij dus nu nog penningen doen maken
en andere nuttelooze dingen.
Laten dus ook de bouwmeesters penningen
doen maken ter eere van de door hen gebouwde
nuttige instellingen misschien blijven zij daar
door gemakkelijker!
Pascin, een in memoriam
Niet lang geleden zag ik in Parijs een tentoon
stelling vai Pascin. Ik kende het werk: van het be
gin af bezat het de nutteloosheid" van het schoone.
Het werk wa^ nooit zwak, zooals sommigen meenen
NIEUWE REGENPROEVEN
door Melis Stoke
Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek
eenige waaghalzen
ff l ELKENS wanneer we een paar mooie dagen
l hebben komt die mijnheer Veraart weer aan
kondigen dat hij moeite gaat doen om het te laten
regenen. Misschien doet hij het er niet expres om,
maar dat neemt niet weg dat velen in den lande zijn
toomelooze activiteit met bezorgdheid gadeslaan.
Tot nu toe heeft hij geen slagregens verwekt. Al
leen mot! Men kan echter niet weten of hij niet
op een kwaden dag slaagt, en dan is het te laat.
In het begin gingen de menschen nog wel kijken,
gewapend met parapluies en regenjassen, maar
sinds de proeven
eenige malen
zonder resultaat
zijn gebleven
hebben >?eerst
eenige waaghal
zen, en vervol
gens ook andere
nieuwsgierigen
^^ het aangedurfd
zich zoo-maar on
beschermd bloot
te stellen aan een
gietbad dat intusschen tot dusverre is uitgebleven.
Met opzet schrijf ik tot dusverre", want de twijfe
laars en ongeloovigen hebben in de technische ge
schiedenis altijd op den duur aan het kortste eind
getrokken. De heer Veraart zal er zeker in slagen
regen te maken en wel, al naar verkiezing, fijne
motregent j es, malsche bui'en, slagregens en wolk
breuken. Het is echter de vraag of men zich te
vreden zal stellen met die resultaten, en of men de
verovering der natuur vervolgens niet zal voort
zetten teneinde ook onweders, hagelbuien, wervel
stormen, typhoons, zonsverduisteringen e.d. te
verwekken.
Met uitzondering van de luchtvaart slaagden
de menschen er tot nu toe slechts in. rampen op
den beganen grond te stichten, maar het perspectief
dat de heer Veraart ons opent biedt gelegenheid
tot zooveel misbruik dat het meer dan noodzakelijk
is de aandacht hierop te vestigen opdat tijdig een
behoorlijke, wettelijk geregelde verdeeling tot stand
kome van het weer over de diverse politieke partijen.
Men zou tot grondslag de verdeeling van den
radio-omroep kunnen nemen zoodat in principe
vier groote geestelijke stroomingen elk voor onge
veer een vierdedeel van het jaar kunnen bepalen
wat voor weer het moet zijn. De rest van het jaar
kan aan de kleine groepen worden toegewezen en
de schrikkeldag aan den heer Floris Vos.
Het belangrijkste punt vormen de feest- en
hoogtij-dagen.
Natuurlijk krijgt de S.D.A.P. den Isten Mei om
mooi weer te spelen terwijl de verjaardagen van
het Koninklijk Huis
gereserveerd blijven
voor de burgerlijke
partijen teneinde het
traditioneele Oranje
zonnetje te laten schij
nen.
De vereenigde com
munistische partijen
krijgen eenige dagen
toegewezen waarop ze
het naar hartelust
kunnen laten hagelen,
Oranje-zonnetje
sneeuwen, stormen en
natuurverschijnselen die in het onderhavig jaar
getijde geacht mogen worden passend te zijn.
Zij zullen ook niet kunnen verhoeden dat het
burgerlijk blok alle Algemeene Christelijke Feest
dagen in beslag neemt voor mooi weer alhoewel
niemand er voor zal willen instaan dat de heer Lou
de Visser niet, op het toppunt van zijn macht en
op instructie van Moscou, clandestiene plaatselijke
donderbuiën zal verwekken op Paschen en Pink
steren of op den derden Dinsdag in September.
Ook de wettelijke regeling inzake de winkel
sluiting biedt aanhechtingspunten inzake een
billijke regeling van de weer-verdeeling, zulks ter
verzekering van de Zondagsrust in de wolken en de
regeling der werktijden van regen- hagel-, storm-,
etc.-ma kers.
Zoo zullen verbodsbepalingen in het leven
worden geroepen ter vaststelling van de uren waar
op op Zondag, Goeden Vrijdag, Eersten Kerstdag
etc. geregend mag worden en van het maximum
aantal uren gedurende hetwelk achtereen geregend
mag worden enz.
Tenslotte zou de overweging van de Plaatselijke
Keuze nog geldig kunnen worden gemaakt ter ver
zachting van de Landbouwcrisis in het Noorden.
des lands, waardoor bijvoorbeeld bijwijze van uit
zonderingen gedurende zekere- tijden van het jaar
in zekere landbouwgebieden ook des Zondags ge
regend zou mogen worden, dit laatste in overleg
met den heer Braat.
regenen, alles echter met inachtneming van de
plaatselijke regenbuien
Dit laatste is ook noodig voor onze Israëlitische
medeburgers wier feestdagen zouden kunnen ver
regenen ten koste van de algemeene Christelijke.
Hierin ware op de bekende handige wijze van onze
wetgeving te voorzien door b.v. vast te stellen dat
het op Isr. Paschen, Pinksteren en Nieuwjaar
niet mag regenen te Zandvoort en rondom het
Rembrandtplein te Amsterdam.
Natuurlijk zullen de partijen de neuzen wel bij
elkaar steken om tegen zekere concessies mooie
en leelijke dagen uit te wisselen tegen toezegging
tot steun in zaken van subsidie e.d., maar dit alles
regelt zich vanzelf.
De bewonderenswaardige souplesse van ons
parlementair stelsel waarborgt ons in elk geval
dat we, gedurende eene bepaalde ministeriëele
periode, absolute zekerheid hebben met betrekking
tot het weer, terwijl daarentegen, zoodra een ka
binet valt, aan de hand van den uitslag der ver
kiezingen de atmosferische gesteldheid voor de
aanstaande periode kan worden uitgerekend.
Het metereologisch bureau te De Bilt zal te dien
einde worden samengesmolten met het Centraal
Stembureau.
(waar las ik dat ?) het was niet zwak, maar het had
gratie en omhulling; gratie als lijn, omhulling
als kleur. Het werk had verfijning, gratie.
De vrouwen, hadden die gratie niet open
baar aan zich, integendeel noch hun gestalte
noch hun metier zelfs gaven daartoe een blijvende
aanleiding.
Zij waren klein, dik, kort, en hun zinnelijkheid
was vermoedelijk zonder eenige verheffing of
toeleg. De kop ga? daarvan een simpel getuigenis.
Maar d^ze korte, zinnelijke (of liever voor sommige
lieden de zinnelijkheid opwekkende) lichamen,
kregen door de teekenkracht van Pascin een waarde.
De vrouwen leken in hun domein to blijven.
en toch raakten zij iu een and"r domein, dat
wel rangen en graden kent, maar niet de ster
felijkheid. De lijn van Pascin drukte het wezen van
hun vleesch, van hun lijfelijkheid, uit; zij bleven
dik, dom en sensueel maar het werk was tot iets,
buiten het voorbijgaande geworden. Lijn en licht
en schaduw hadden hun eeuwige kracht getoond!
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA
SPAN J AARDIG 2
t-ABRIEK ESPANA
UTRECHT