Historisch Archief 1877-1940
- ' No. 2768
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 JUNI 1930
A
l."
K". «5
***,
Schopenhauer's Aphorismen van Levenswijsheid
bewerkt door Gharivarius
DERDE DEEL. MEN ZEGT
XXVII
De vierde soort van eer, waaraan ik nu begin,
Is van verdacht allooi. Zij mist gezonden zin.
Toch wordt zij aan de jeugd terdege ingeprent.
Den Grieken en Romeinen was zij onbekend,
Chinees, noch Muzelman, noch Hindoe maalt erom,
Het is een vondst van 't Middeleeuwsche Christendom.
Het is de BIDDEREER: niet 't oordeel, dat men heeft,
Maar dat waaraan men, juist of onjuist, uiting geeft.
Veracht men u, maar zwijgt, dan blijft uw eer bestaan,
Maar scheldt een zot u schurk uw eer is naar de maan.
XXVIII
Ziohier 't bewijs, dat niet hetgeen men van u denkt,
Maar enkel wat men zegt, uw riddereere krenkt:
Als gij door 't schimpwoord van uw voetstuk zijt gestort,
Staat g' er weer op, zoodra 't teruggetrokken wordt;
't Is onverschillig of het oordeel blijft bestaan,
Heeft men excuus gevraagd, dan is aan d' eer voldaan.
Men ziet hier tevens uit, waarin die eer bestaat:
't Is niet hetgeen men doet, maar wat men ondergaat,
Zoodat de grootste nul een zeer verstandig man,
Naar 't dogma point d'honneur," zijn eer ontrooven kan.
XXIX
Een man, uw inferieur, in geest en in gemoed,
Noemt u een leugenaar. DUEL. Er vloeie bloed.
Hij is de heer, gij niet. Het baat niet wat gij zijt,
Of wat gij in u hebt. Dat alles zijt ge kwijt.
Gegrond of ongegrond, hot schimpwoord is gezegd;
Dies volgt gij slaafs do wet van 't ridderlijke recht.
Gij daagt hem uit, dat is, gij dreigt hem met den dood,
Uw eerherstel Itóngt af van schot of degenstoot.
Indien gij nu maar zorgt, dat gij den prik niet mist,
Dan is uw schande door den doodsteg uitgewischt.
XXX
Hoor wat Ben Johnson over dit bedenksel dicht:
Het is een afgodsbeeld, door heidens opgericht,
In spijt van God, die wetten maakte voor 't heelal,
Waarbij bepaald is, dat de mensch niet dooden zal.
Vergeefs verkondigt men met luider stem de leer:
Wij moeten dooden als 't gevergd wordt door onz' eer.
Verlies van reputatie vreest geen eerlijk man,
Zoomin als hij die van een ander krenken kan.
Wie ducht een euveldaad te doon, bewijst zijn moed,
Wie onverdienden smaad wil dulden evengoed."
XXXI
Een slag in 't aangezicht een korte pooze pijn,
Dat moet die operatie voor den wijze zijn.
Meer niet. Maak er in godsnaam geen tragedie van,
Zooals Corneille's Cid. Een eerbiedwaardig man,
Don Diego, krijgt een peer. Dat is de clou van 't stuk.
Zijn eer is hem ontroofd, en weg is zijn geluk.
Het is volmaakt absurd. Wat leert ons dus de Cid?
Het wezen van 't geluk begreep de dichter niet.
Een oorvijg raakt uw wang, maar treft hij uw bestaan?
De schop van paard of ezel komt veel harder aan.
TOEGEPASTE KUNST
door Otto van Tussenbroek
Bij twee verkeersbiljetten
Of men in Sevilla is of.... in Alk
maar, het schijnt alles om het even,
wanneer het er om gaat een zooge
naamd aantrekkelijk" aanplakbiljet
te maken dat ten doel heeft het vreem
delingen-verkeer te bevorderen. Men
schijnt nu eenmaal van de vreemde
gedachte uit te gaan en van de verkeer
de neiging bezield te zijn dergelijke
dingen, opdat zij toch voor
Jan-enalleman begrijpelijk zullen zijn, zoo
alledaagsch mogelijk uit te denken !
Want dit is het merkwaardige: overal
ter wereld blijken (behoudens dan
enkele treffende gunstige uitzonde
ringen) de opdracht-verstrekkende
verkeers-kantoren en zij die er de lakens
uitdeelen den teekenp.ren aan te spo
ren toch vóór alles en boven alles. .
populair te blijven met dit gevolg dat
het verkregen resultaat onmiskenbaar
laag-bij-den-grondsch is.
Een dezer dagen werden mij ter
bespreking in doze rubriek twee van
dergelijke dingen toegezonden on zon
der in het minst eenige waarde te
hechten aan de toevallige gelijkenis in
compositie en opvatting kan het toch
nut hebben daaruit eene gevolgtrek
king te maken wat betreft de manier
van werken bij dergelijke uitgaven in
zooverre het gaat om
wat men zou kunnen
noemon: de recept-nuttige
oplossing van een zeker
gemakkelijk te herkennen
gegeven....
Want niet waa,r: mon
neme een toren zooals
van de bekende Waag te Alk
maar of la Giralda in Sevilla, men
plaatse dezen links op de prent
tegen eene licht- of donkerblauwe
lucht; men teekene vervolgens eene
groote figuur van een kaasdvager van
het aloude gilde met het uiterlijk van
een Spaanschen stierenbevechter of
wel de graciouse gestalte eener
Sevillaansche schoone met bolronde li
chaamsvormen als van Alkmaarsche
kp>asjes en klaar is Kees !
Ten slotte, na alles op het smeulend
vuur der inspiratie goed dooreen te
hebben geroerd, voege men druppels
gewijze wat letters eraa,ntoe, bestrooie
het geheel met wat suiker (want zoot
heeft de voorkeur) en het werkstuk
is voor algemeen gebruik gereed.
Of do bakker van de taart dan al
Jimenez heet of wel van 't Hof (van
laatstgenoemde weet ik dat hij voel
beter kan en van eerstgenoemde wil
ik het hopen !) doet niets ter zako,
maar wat wel tor zake doot is de
kwestie hoe men tot betere uitgaven
op het gebied van de bevordering van
het vreemde] ingon-verkoer kan ge
raken? Krkorid dient te worden dat
allerwegen het reeds omschreven, en
gelaakte misverstand blijft
overheerschen dat wil een reclame-biljet het
groote publiek tot reizon en trekken
aansporen, (ik erken de charme om
van Alkmapji- naar Seville en van
Sevilla naar Alimaar te gaan, immers
wat de kaasdrager voor de Spaansche
schoonon is, is do Sevillaansche
Argentina voor den braven Alk
maarder....) hot vooral prettig,
fleurig, lief, smakelijk on wat dies
moer zij moet zijn om aandacht te
trekken en dan kan do kunst er
gorust zoo goed als buit on blijven !
Mot dit gevolg dat de wereld met
oon zee van waiistaltighodon en ni<
tsxeggoiide voortbrengselen van
allcrbanarJsto i'oclamo-drukwerken over
stroomd wordt wapji'in hot waarachtig
schoone jr/mmorlijk verdrinkt....