De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 28 juni pagina 13

28 juni 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 JUNI 1930 h t \ ^ l' Otto Exinger Posters and Publlclty. HET is soms prettig om prettige dingen eens een tijdlang niet te doen. Zooals b.v. goede kennissen ontmoeten. In elk geval is het nuttig. Kleine tekortkomingen verslijten in zoo'n tusschentijd en belangstelling die dreigde te verkoelen wordt op nieuw aangewakkerd. En wanneer -oude deugden die men reeds kende nog aanwezig blijken te zijn niet alleen maar bovendien nog vermeerderd mét of overtroffen dóór eenige nieuwe, -dan wordt het wederzien een dubbel zoo groot genoegen. Deze min of maer philosophische overwegingen beslopen mij bij de ontmoeting" met Posters and Publicity, het nieuwe jaarboek van Commercial Art". Het vorige deel hiervan kreeg ik niet onder deoogen, «n erg groot was mijn spijt daarom niet. Want al was het uitteraard wel steeds een genoegen om dit jaarboek te zien, het bezat toch een in eiken jaargang terugkeerende fout, n.l. dat het niet zeer up-to-date was. En daarbij nog die, dat het wel al leen voor Engelschen bestemd leek te zijn. De essays welke het bevatte, ?waren algemeene beschouwingen zon der nieuwe gezichtspunten, de illustra ties, hoewel uitnemend, hoofdzakelijk ?aan Engelsche ontwerpen ontleend en voor zoover ze dat niet waren veelal reeds oud en niet meer representatief. * * * Wellicht komt het doordat zij van uitgever veranderde, dat de thans verschenen jaargang van al die smetten vrij is, en in tegenstelling met zijn voorgangers een zeer belangwekkende uitgave werd. Het boek opent al ter stond met een zeer interessant artikel van (den Duitscher!) Errell over Photografie in reclame. Errell is een der baanbrekers hiervoor in Duitschland geweest en dus een authoriteit op dit gebied. Met name interessant is wat tüj zegt over de wordings-geschiedenis der bedrijfs-photografie en van den invloed der photografie op de gevoelens der groote massa. De toepassing van photo's in reclame wordt in Amerika reeds sinds jaren beoefend. Maar hoewel zij qualitatief van jaar tot jaar vorderingen maakte, was men zich van de mogelijkheden welke hare verdere evolutie inhield toch niet ten volle bewust. Het was in dit sta dium, dat de film speciaal de Rus sische de oogen kwam openen voor de rijkdommen van photo-technische compositie. De film volmaakte, wat de photografie begonnen was, zij was het <die het volle licht wierp op den in vloed, welke de massale gevoelens van photografie ondergaat. De belangstelling of da deelneming Reclame-kunst en Foto door Wybo Meijer der massa in de ontwikkeling der hedendaagsche schilderkunst is nauwe lijks merkbaar. Maar Charlie Chaplin ontlokte den traan en den lach aan mannen en vrouwen in vijf werelddeelen. Terloops wijst Errell dan op het misbegrip, dat een door photografie verkregen reclame goedkooper moet zijn dan een teekeniug. Want zoo redeneert man" men kan immers veel gauwer een photo maken dan een teekening! Maar dan heeft men geen idee van de tallooze moeilijk heden die overwonnen moeten worden voordat een bevredigend resultaat is verkregen! |t Het aantal photo-génique geschikte levende modellen is maar klein. Maar ondanks al die moeilijkheden wint de toepassing van photo-compositie gedurig veld, zij wordt ook voor het affiche reeds meer en meer benut. Slechts van n zijde onderHarold Vernon's essay: A Review of Press Advertising 1929. Reeds merkte ik boven op, dat vorige jaar gangen wel uitsluitend voor Engelschen bestemd leken. Daar was een bepaalde zelf-verafgoding in te be kennen, een, men zou kunnen zeg gen Brittania rules theadvertising!". Harold Vernon echter is eerlijk ge noeg, om zich daaraan niet schuldig te maken, zijn Review is geen dorre opsomming, noch een droge verge lijking van '29 bij '28. Het is veel meer een afmeting naar een aan geen tijdgebonden maatstaf en idealen van gezond adverteeren en goed werkman schap. Deze beschouwt Vernon, en terecht, als de leidster voor den vakman die zijn beroep wil opvoeren. Hij ont ziet zich dan ook niet om zijn landgenooten te wijzen op hun fouten en hij komt tot de conclusie dat bij een onderzoek naar het gehalte van het Peter North vindt zij nog tegenwerking bij dit laatste, al. van de film! De film, de directe oorzaak van het ontstaan van het nieuwe procéd moet er zélf niets van hebben! De moeder, die haar kind verloochent! En de oorzaak van dit verschijnsel schuilt a! leen in de mentaliteit der massa. Zij toch verlangt niet slechts sensatie en emotie van de film allén, zij verlangt die gevoelens óók be vredigd te zien in de affiches welke de film pro pageeren, zij wil felle kleur en schrille teekeningen, maar ze mist de innerlijke beschaving om voldaan te kunnen worden door een foto-biljet dat volgens haai- oordeel niet leeft". En de filmsxploitanten hebben haar te gehoorzamen. Wie ds massa wil beïnvloeden, haar steun verlangt, die moet haaT taal spreken. Maar dit is een quasstie van tijd. Zoo als het gehalte van de film zelve bezig is te veredelen, zoo zal ook op den duur het schreeuwende kakelbonte biljet verdrongen worden door de foto compositie. Dat is: the nobler sport for the few! * * * Gezien het-up-to-date-kavakter van dit onderwerp msende ik het eenigszins uitvoerig te moeten beschouwen. Ook, omdat het verreweg het belang rijkste gedeelte van den tekst-inhoud vormt. Maar de in het begin genoemds qualiteits-verbeteiing van dit boek zit daarom evengoed in (foto) advertentie-gedeelte der couranten slechts verbetering te speuren is in het reeds vroeger goede, maar tevens dat het slechte nóg slechter is geworden! of althans nog even slecht is gebleven. Te veel advertenties werken nog met een z.g.n. blikvanger", that irritating fetish zooals Vernon ze betitelt. En zij bewijzen daarmee hun eigen zwakheid De goede ad vertentie-kunst ziet dit in: zij is de voorvechtster voor een paradoxalen vooruitgang, n.l. dat zij wil breken met wat aanvankelijk gold als het axioma voor goeds advertenties: den blik te vangen. Maar zij ziet in dat dit doel op andere betere wijze bereikt moet en kan worden. Hieruit groeit nu meer en meer het verzorgen van de advertentie qua geheel: teekening, tekst en naam moeten n vormen. Een belang rijk onderdeel hiervan ^ wordt gevormd door uit de hand geteekende let ters. Er is ? samenvattend een sterk streven naar grooten eenvoud van vor men, naar aantrekkelijke brutaliteit en naar moei lijke eenvoud, zooals vooral de Duitsche adveïtentiekunstenaav dit ka1!. In het algemeen staat ook vooral wat typografie aangaat Jean Dupas de Engelschman nog bij het buiten land vér achter, de neiging naar moderniseering wordt nog te veel geremd door een zeker conserva tisme. Slechts in n opzicht en Vernon merkt dit met gerechtvaardigde vol doening op staat de Engelsche advertentiekunst boven aan: n.l. in de humoristische richting. Maar in 't algemeen stuiten de strevers naar moderniseering nog op de behoudend heid der zakenmenschen van wie zij afhankelijk zijn. Wat het copy-writing" aangaat, is Vernon van meening dat het ge middelde gehalte daarvan een schande is voor de welopgevoedheid van de Engelsche natie! Men ziet: hij windt er geen doekjes om! En dat is speciaal in een boek als dit een weldadig aandoend, verschijnsel. Torn Purvis de zeer bekwame afficheontwerper geeft een over zicht van de affiche-kunst in '29. De frischheid van het voorgaande mist zijn beschouwing echter vol komen, hij somt alleen maar op wat er verscheen, zonder daarop eenig dieper ingaand commentaar te leveren. H. S. Williamson-Cassandre-Aubrey Hammond passeeren zoo de revue Zietara noemt hij even afzonderlijk om zijn grotesk biljet voor het Carnaval in München. Voor 't overige meent Purvis een zekere neiging op te merken om elkaars stijl na te volgen. Het zijn natuurlijk in dat geval de zwakkere broeders, die spoedig succes willen oogsten en dat hopen te bereiken door te werken in den stijl van sterker aangelegden die reeds succes hebben. Ten slotte hebben wij een reden tot voldoening om dit boek in het feit dat er 4 Hollanders in vertegenwoordigd zijn: Machiel Wilmink, Moerkerk, Me j. Rudeman en Paul Schuitema. Ook hierdoor onderscheidt het zich gunstig van zijn voorgangers. Smalfilm-Amateur-Kinematografie onder Kino-technische leiding van Joris Ivens Vraagt brochures en demonstraties CAPI 115 KALVERSTRAAT Amsterdam C. BIJ CAPI vakkundige raad on voorlichting. **,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl