Historisch Archief 1877-1940
F' No. 2769
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 JUNI 1930
Aan de Reeuwijksche^ Plassen
(foto J. Strijbos)
De Reeuwijksche Plassen behouden
door Dr. Jac. P. Thijsse
HET voorstel van Gedeputeerde Staten om
afwijzend te beschikken op het verzoek van
den Raad der gemeente Keeuwijk, om tot droogleg
ging der Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen
over te gaan, is door de Provinciale Staten aan
genomen met 63 stemmen voor en 4 stemmen
tegen.
De Goudasche Courant van 21 Juni 1930 geeft
naar aanleiding van deze beslissing een extra-bla:l
dat wij zorgvuldig zullen bewaren. Wij vinden
daarin het relaas van den strijd, de sinds October
1926 is gestreden en daarnaast betuigingen en ge
tuigenissen van Goudenaren, Zuid-Hollanders,
Nederlanders over de belangrijkheid en beteekenis
van de veelbesproken plassen. Wij ontmoeten daar
den tegenwoordigen en den vorigen burgemeester
van Gouda, het Goudsche driemanschap, dat in
het voorste gelid heeft gestreden: Zuydam,
Scheygrond, Smit, den voorzitter van het Comit
Dr. Hoogatra, den voorzitter van de a-fdeeling
Gouda der Nederlandsche Natuurhistorische
Vereeniging, Dr. Redeke, de Goudsche Watersport,
vertegenwoordigd door de heeren Mijnlieff en,
Swanenburg, de Hagenaars Postma, Schierbeek,
Bakker Schut, den Voorzitter en Secretaris van
Natuurmonumenten, den heer van der Starre, die
van de Reeuwijksche visscherij vertelt, de voor
zitter van de Polder den heer Lafeber, de Rotter
dammer J. M. van den Houten, de heeren van
Wynen, Strybos, Rinke Tolman.
Haast allen stellen zij in den een of anderen vorm
de vraag: Wat nu ? De droogmaking is bestreden
op verschillende gronden. De plassen zijn in haar
tegenwoordigen toestand productief door visscherij
en opbrengst aan ruigt en riet. Zij geven een uit
muntende gelegenheid voor watersport, zoowel
voor roeien, als voor zeilen en zwemmen. Zij
herbergen een interessante flora en fauna, een
onuitputtelijke bron voor natuurgenot en studie
en. juist in den laatsten tijd is de bestudeering van
het Hollandsche veenlandschap in een nieuw en
belangwekkend stadium getreden. Niemand
min<ter dan Dr. H. C. Redeke dringt in dit feestnummer
van de Goudsche Courant er dan ook op aan, dat
de biologen de handen uit de mouw steken, om ons
te geven een monograf ische bewerking van de flora en
fauna der Plassen. OokSchierbeek stelt die eisch en hij
kan dat met des te meer recht doen, nu onder zijn
ZOON
J. B. BENNER 6
PIANOHANDEL ????LZ !
DEN HAAG 97 NOORDEINDE |
loammun
l
leiding het Meyendal-comitésedert eenige jaren
voortreffelijke bijdragen levert voor een monogra
fie van een deel van het Haagsche duin.
Bouwstoffen voor een monografie van de Reeu
wijksche Plassen zijn jaren geledon reeds geleverd
door Scheygi'ond en zijn vrienden in hun Aviir,unr.
Goudana, die indertijd in de Levende Natuur is
verschenen. De Hoogere Burgerscholier heeft
eigenlijk reeds toen een soort van beiitrecht op
de Plassen verworven en waarschijnlijk niet beseft,
dat hij als doctorandus zoo'n zwaren doch schoonen
strijd zou te voeren hebbon om hun behoud te
verzekeren.
Ook voor mvj staat vanzelfsprekend het natuur
historisch en pittoresk belang op den voorgrond
en van harte sluit ik mij a^n bij den heer van
Wynen, w&ar hij zegt: Neem een pieveiuagoggol,
een boterham trommel, een thermosflesch, een
banaan en twee sinaasappelen en roei naar een stil
hoekje van den. Plas. Probeer het niet llollandsch
mooi, Hollandsch groen, Hollandsen water en
droom je ver weg van je jachtende, keffend",
ruzieënde wereld in een ver land van kalme rust".
Alleen ben ik niet zoo'n Lucullus; vier sneedjes
brood en twee harde eieren is mij genoeg'.
De visschers droonien er van om de plassen wat
rijker te bezetten niet visch (in dat zal dan ook
wel gebeuren.
De watersportbeoefonaars hopen op een beteren
toegang, goede as,nlegplaatsen, boothuizen.
zweminrichting, clubhuizen, restaurants, hotels,
weekend-cottages enz. En nu wordt, wel bedekt, maar
toch duidelijk genoeg, de vraag gesteld, of de toe
loop van hen, die rust en recreatie" zoeken soms
zoo groot zou kunnen worden, dat de rust proble
matisch wordt. Dr. Hoogstra zegt: Nu komt de
bestrijding van een tweede moeilijkheid: het
natuurschoon dezer plassen rein en ongerept te
bewaren, zo te ontwikkelen als plaats van sport en
ontspanning, van genot en genoegen en toch er
voor te waken, dat ze niet het tooneel worden van
losbandigheid en uitspatting. Laten de genoegens,
die hier gesmaakt worden, rein zijn, in overeenstem
ming met de ongerepte reinheid der natuur".
Dit alles is een kwestie van opvoeding. De water
sport is van nature jolig. Ga maar eens uit varen
met n bootje jongelui, met twee bootjes, drie
bootjes, vier bootjes. In het laatste geval komt
het allicht tot een zeeslag". Daar zit heel wat
vroolijkheid in schoon water. Daarom moesten
we de watersport niet leiden naar plaatsen was
voor plant en dier en mensch rust gewenscht is.
Gelukkig zijn de Reeuwijksche Plassen uitgestrekt
en door enkele dammen en wegen in stukken ver
deeld, zoodat aan het sportcentrum een bepaalde
plaats kan worden aangewezen.
KoninkLBoomkweekerijJühelH,"
' Charles van Oinnsken & Zoon, Znndert, N.Br
Het van ouds gunstig bekende^adres voor:
Dennen.ter bebossching(tiitsluitend Inhecmsch zaad)
Exotische Dennen- en Sparrensoorten,
Bosch- en Haagplantsoen,
Boomen en Heesters.
Catalogi op aanvraagfgratis en franco.
Te), Interc. No. 1. Telegr.-Adr.: Wilhelmina, Zundert
KRONIEK
Het Proct'S-Hoeb
ER'waren in het proces-Jan Hoek voor de
Arnhemsche rechtbank, welks sobere behandeling
overigens alle lof verdient, eenige zeer twijfelachtige
punten, wel geschikt het publieke oordeel te ver
ontrusten. Daar kwam allereerst het O.M. als zijn
meening uitspreken, dat de moord eigenlijk enkel
begaan was, om een ander, voorafgaand misdrijf te
bedekken. Zoo waren niet precies de woorden, maar
hierop kwam het neer en men vraagt zich af wat
het te beduiden heeft. Hoe ter wereld, kon een
moord de ontdekking der verkrachting verhinderen,
zelfs al ware er niemand bij geweest? Trachtte
men op deze goedkoope wijze een motief te
vinden voor een daad, die vooral niet abnor
maal genoemd mocht worden? Zoo maakte het
O.M. 't zich wel hél gemakkelijk, maar geen
redelijk mensch zal deze uitlegging- aanneme
lijk achten. Terwijl juist de moord zoo verklaarbaar
schijnt, als men aannemen wil wat de subst. Officier,
blijkbaar van ambtswege, angstvallig uit den weg
ging: het abnormale van dader en daad. Maar
nc g pijnlijker verraassing ! ook de psychiaters
wilden van geen abnormaliteit weten, tenzij dan,
dat zij het begrip van den verdachte" zelfs boven
het gemiddelde achtten. Overigens was er niets
vreemds of abnormaals aan hem, ook niet, dat hij...
verkrachtir g en lustmoord bedreef.
Wat die heeren dan al normaal heeten ! Zij zijn
blijkbaar niet met een beetje tevreden, en men zou
dolgrafg weten waar hun abnormaliteit begint.
Het is wel heel vuemd dat zij tegenover
zoo onomstootelijke feiten H.'s normaliteit
volhielden. Blijkbaar wijl de wetenschap w g
geen middelen biedt dit abnormale ook overi
gens en elders bij den man te constateeren.
Inplaats van maar te zeggen, dat zij er niets
v&ïi begrepen, gaven zij, kloek de feiten negee
rend, een getuigschrift van normaliteit af. Met dit
bezwarend gevolg, dat nu het O.M. radeloos naar
een redelijk motief voor de misdaad zoeken moest
en tot zijn raro motiveering kwam. daarmee de
gansche behandeling tot iets kinderachtigs ver
lagend ....
En ten slotte is er nog dit verontrustende, dat
niemand da'i de vriendin van de vermoorde den
dader positief herkend heeft of herkennen kon. Het
beteekent, dat hier dus ten minste eenige percenten
onzekerheid blijven bestaan. Men weet tegenwoor
dig immers te goed hoe twijfelachtig elke
menschelijke getuigenis is. Kn toch, waar de overige
verklaringvn zoo heel vaag bleken, is op dit getuigenis
bijna alleen het vonnis gebaseerd, dat een mensch
voor goed uit de wereld bant.
Het is te hopen, dat de hoogere instantie hier
wat meer klaarheid brengt. F. C.
v* '