Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 JULI 7930
No. 2770
Schopenhauer's Aphorismen van Levenswijsheid
bewerkt door Gharivarius
DERDE DEEL. MEN ZEGT
XXXII
't Romeinsch' en, 't Grieksche volk, een hoogst heldhaftig ras,
Dacht nooit aan point d'honneur, en wist niet wat dat was.
Men kende 't tweegevecht, maav, anders dan 't duel,
Was dat een slavenkamp, geleverd op bevel.
De duellist gehoorzaamt aan de ridderwet:
Heeft hij den moord begaan, dan is zijn eer gered.
Toen iemand Socrates, zoo 't heet, beleedigd had,
Weerklonk het links en rechts: ,,Nu, hoe weerlegt gij dat?
Dit was een woord dat wel tot wederwoord verplicht !"
,,O, neen", zei Socrates, ,,'t was niet tot mij gericht".
XXXIII
't Produkt van 't wat-men-zegt, dat ik ten slotte noem,
Is tweelingsbroer van eer-in-goeden-zin, de ROEM:
Castor en Pollux, broers, maar juist als roem en eer,
De een onsterfelijk, de ander ephemeer.
Van 't tweetal, dat, mits wei-voleindigd, roem belooft,
De DAAD en 't WERK, eischt d'eerste hart, het tweede hoofd.
De daad is kort van duur, het werk blijft voortbestaan;
Een roemrijk werker leeft, al is hij dood gegaan.
De held Van Speyk is dood, de wijsgeer Plato leeft,
Als leeraar, die nog dag aan dag zijn lessen geeft.
XXXIV
De daad ontleent haar roem ook aan d'omstandigheid.
Het werk ontspruit alleen uit personaliteit.
De roem der daad ontploft, soms oorverdoovend luid.
Maar snel verzwakt de klank, en spoedig sterft hij uit.
De roem van 't werk ontstaat, groeit langzaam aan, en stijgt.
Tot dat hij eerst na eeuwen vasten vorm verkrijgt.
Is deze roem reeds tijdens 's makers leven groot.
Dan is hij veelal zwak. en eindigt bij zijn dood.
Terecht of niet terecht, om 't even wat men 't noem',
Hoe groot er 't kunstwerk is. hoe later komt de roem.
XXXV
Tijgt gij op jacht naar roem, gij vindt de glorie niet:
Roem vlucht voor wie hem zoekt, en grijpt wie hem ontvliedt.
Wie populair wil zijn, bereikt zijn doel alleen,
Door zich te richten naar den smaak van 't algemeen;
't Genie doet andersom, schuwt populariteit.
En leeft met wat-men-wil in openlijken strijd,
Want roem is geen verdienste, roem is een symptoom,
Een schaduw, weerklank, schijnsel, ijl gelijk een droom.
Volg dus den goeden raad, mijn ambitieuze vriend:
Streef niet naar roem, maar streef naar dat wat roem verdient.
XXXVI
Indien gij thans de drie factoren van 't bestaan,
Zooals ik die bezong, met zorg zijt nagegaan,
Dan /.uit gij moge 't zijn ! u hoeden voor de fout
Van hem, die nummer drie als nummer n beschouwt;
Dan ziet g'ook in bezit, onvast naar noodlots nuk,
Geen veilig fundament voor 't huis van uw geluk.
Dan kent gij slechts n goed, dat gansch uw aandacht vraagt:
Den rijkdom, dien gij in uw eigen boezem draagt.
Zoo ken uzelf, o mensch ! En wetend wie gij zijt,
Zoek uw geluk alleen in uw persoonlijkheid.
K I N D &
(Deze serie met de vroegere verschijnt binnenkort in boekvorm bij Tjeenk \\'illhtk en Zn.'.f l'. M.)
MUZIEK
door Constant van Wessem
Theo van der Bijl
DE zomerconcerten van het Concertgebouw
bieden het voordeel, dat zij ons ook
Hollandsche dirigenten laten hooren. Verleden jaar maak
ten wij voor Amsterdam kennis met Eduard van
Beinum (dien wij ook dit jaar zullen hooren) en deze
kennismaking werd toen een gioote verrassing.
Theo van der Bijl, die het Zondagavondconcert
dirigeerde, kennen wij reeds als den energieken lei
der van de R. K. Oratoriumvereeniging, waar hij
als koordirigent veelal uitnemend werk verrichtte
?en zich veelal pionier betoonde voor nieuwe of wei
nig bekende werken (b.v. Berlioz' Te Deum). Wij
hoorden hem thans een geheelen avond als orkest
leider, het Concertgebouw orkest dirigeereiid, en
ook als componist. Hij opende zijn concert meteen,
voor mij, nog onbekende kleine symphonie van
MoVAM HELLES
TABAK
IS
zart, die echter eerder, vooral wat de finale betreft,
van llaydn had kunnen wezen. Daarna begeleidde
hij met het orkest Schmuller bij de uitvoering van
zijn eigen, van der Bijl's. vioolconcert en dat van
Mendelssohn en besloot met de
Tannhauser-ouverture. Op zichzelf, wanneer wij van der Bijl's viool
concert hier even buiten laten, geen zeer frappant
programma en ook de directie van Van der Bijl ver
ried degelijkheid, vakkennis, geestdrift, maar geen
sterk interpretatie-vermogen, noch liefde voor het
orkestrale effect en de orkestrale klank. De uit
voering werd geleid, en goed geleid zonder dat er
iets van een eigen karakter, van hei schepping van
het orkestwerk uitsprak: van der Bijl voerde de
instrumentalisten aan, zooals hij zijn kc ren aan
voerde: met energieke, oproepende rukken alsof er
meer met de longen en het lichaam dan met de
instrumenten gemusiceerd werd.
Schmuller wijdde zijn beste krachten aan het
nieuwe vioolconcert van Van der Bijl. dat hij ten
doop hield. Ik kreeg niet den indruk, dat van der
Bijl veel eigens te zeggen had. Dat hij de moderne
teridenzen niet aanhangt is hem eerder als een
deugd dan als een fout aan te rekenen: die niet
modern voelen moeten ook niet modern doen. Maar
dan had de inhoud des te meer moeten vergoeden.
Van. der Bijl heeft blijkbaar bij het componeeren
een fatalistische stemming willen uitdrukken, in
verband met eigen ernstige doorlevingen. Maar hij
leende het Russische fatalisme van Tschaikowsky,
de aanvang is verwant aan den aanvang van diens
4e symphoriie, Scherzandi uit den marsch van de
Pathetique en uit het vioolconcert volgen en de
compositie wordt lang. zeer lang. Het werk is wel
violistisch maar weinig expressief geschreven en
een enkel mooi gedeelte zooals het andante is een
verademing. Tegenover de lengte weegt de inhoud
in ieder geval niet op.
Hoiel-Pension?'TVELT-HUYS"
Tel. 17. HATTEM. Tel. 17.
met eigen dennenbosch van 5 H.A.
Tennisbaan, Garage, kamers m. str.
water, centrale verwarming, enz. Geïll.
prosp. opaanvrage. Vóór en naseizoen reductie.
rentoonstellingen
Huize van. Hasselt, Rotterdam. Werk van 1). van
Gelder en Chris de Moor. Tot 7 Juli.
Kunsthandel P. de Boer, Amsterdam. Schil
derijen van Dietz Edzard. Tot 13 Juli.
Kunsthandel Willem Brok. Hilversum. Schilder
en teekeiiwerk van Carola Machotka. Tot 21 Juli.
Kunsthandel .T.H. De Bois. Haarlem. Schilde
rijen van W. Degouve de Xuncques. Tot 15 Aug.
Kunstzaal van Lier
Rokin 126 Amsterdam*
Oostersche & Europeescha antiquiteiten
Oude en Modarne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographlca