Historisch Archief 1877-1940
GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 ?-JÖW 1930
No. 2770
tternationale beleefdheids-bezoeken
door Melis Stoke
Teekeningen voor jde Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek
i NDEB de rechtstreeksche gevolgen van den
wereldoorlog mag zeker wel in de eerste plaats
internationaal burgerlijk beleef dheidsvei keer
ekend worden.
'«Voor 1914 droegen de wederzijdsche
hoffelijksites zooals die door regeerende
staatsrïden en marine-eskaders werden afgelegd het
of meer dreigend karakter van machts- en
vertoon. Kanonschoten en militaire
vormden het accompagnement, parades,
en optochten het programma.
;-Sindsdien is dat alles veranderd. Meer en meer
'burgemeesters de verplichting over te
Zij reizen in normale treinen of op
vrachthetgeen aanzienlijk goedkooper uitkomt
dan extra -treinen en
oorlogsbodems, en
hun gevolg bestaat
niet uit generaals
maar uit familie en
behuwdfamilie.
De gemeentelijke
secretarieën zijn
uitgebreid met spe
ciale documentaire
en protocolaire
afi en behuwdfamilie deelingen voor de
adsche betrekkingen, zoodat de historische
l economische relaties der steden onderling om
F te zeggen voor het grijpen liggen om op elk
lit en gepast moment op de juiste wijze
L. in elke .gewenschte buitenlandsche taal ter
te worden gebracht.
Aftn-het een en ander ligt een gezonde
democragedachte ten grondslag: de burgerijen
bei elkander in de personen van representatieve
patriarchale figuren, die niet verantwoordelijk
voor het buitenlandsche beleid en wier
uitbijaldien niet op goudschaaltjes gewogen
Démoderne reizende burgemeester heeft min
fineer de taak overgenomen van den
rondtrekkenzanger uit de middeleeuwen. Overal geeft hij
,1-toepasselijke variaties ten beste op het
rothema van broederschap en
menscheni; overal wordt hjj met vreugde binnengehaald
at zjjn komst geen onaangename complicaties
ebrengt doch niets dan onschuldig vermaak.
, liederen zijn voor niemand aanstootelijk doch ?
adeel zoodanig samengesteld dat ze
aangei en streelende sensaties verwekken. Hij is vol
irendige belangstelling en loftuitingen, heeft geen
»chten van tractaten en oorlogen, vormt
gereede aanleiding tot feestelijkheid voor
van de openbare middelen en laat de
achter tot reciproceering daarvan uit weer
openbare middelen. >*g
Set
inen
van
sbezoesteekt
in
anopzicht
bij het
stramme
ol der
|£; "fc^zoeken
.T»n staats
hoofden. ,
i een burgemeester zegt op het eind van het feest:
o, en nu gaan jullie allemaal mee om het bij mij
; eens dunnetjes over te doen; en voor men het
nu gaan jullie allemaal
MEJUSEWES 11-17«AMSTERDAM
'Overhemden naar maat
Bi) ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN
weet is de gezelligheid naar elders verplaatst. Denk
eens in, dat een afscheidnemend staatshoofd
zooiets geprobeerd zou hebben: het staatshoofd
met de familie, het ministerie en de vlagofficieren
in optocht mee naar de buitenlandsche residentie.
Het ware niet denkbaar. Maar dit alles kan een
burgemeester. En nog een massa meer. In plaats
van een grootkruis geeft hij een medaille of een
inktkoker en hij draagt een ketting om zijn hals
in plaats van een sabel op zij. 0|j
Het zou onnoozel zijn om aan te nemen dat de
intercommu
nale bezoe
ken de
eindphase zouden
vormen van
de decentra
lisatie der
internatio
nalehoffelijkheid. Voor
dengene die
verder ziet medaüle ' 'en inm°ker
dan het huidig tijdsbestek beteekenen ze inte
gendeel de eerste schrede in een blijde en nieuwe
toekomst.
Want nu het monopolie van staatshoofden en
eskaders eenmaal gebroken is, ligt een oneindig
verschiet open van steeds inniger internationaal
verkeer. Niet het groepsverkeer van vereenigingen,
organisaties of beroeps- en vaksconglomeraten,
doch het individueel verkeer van
waardigheidsbekleeders.
Wanneer maar eenmaal de gemeentesecretarissen
de eerste referendarissen en hoofdcommiezen den
weg tot elkander gevonden hebben, dan zullen al
spoedig de kamerbewaarders, hoofden van huis
houdelijke diensten en chef-portiers aanleiding
vinden elkander over en weer en-famile te leeren
kennen en waardeeren.
En dan is tevens de weg geopend langs welken
bijvoorbeeld de voorzitter van eene
buurtvereeniging te Amsterdam het officieel bezoek kan
ontvangen van een Chineeschen wijkmeester uit
Singapore of omgekeerd de voorzitter van de
Oranje-vereeniging uit de Willemstraat zijne op
wachting kan gaan maken bij het hoofd der Ara
bieren te Jeruzalem.
Niet minder zou het dan in de lijn liggen van
den directeur van de eierenmarkt te Barneveld
om een beleefdheidsvisite te gaan maken bij zijn
collega van de eetbare-vogelnesten-markt te
Peking, aldus bij den lejder der Chineesche
opiumplanters het denkbeeld scheppend om zich officieel
en vriendschappelijk aan te melden bij den voor
zitter van de Hollandsche bloembollenkweekers.
Al deze menschen zullen hartelijke toespraken
wisselen, zinspelen op gemeenschappelijke be
langen in het verleden, het heden en de toekomst,
medailles, feestmaaltijden, inktpotten en vriend
schapsbetuigingen uitwisselen en aldus een net
van relaties scheppen dat allengs de opheffing van
dure consulaire en diplomatieke corpsen mogelijk
zal maken.
Wij hebben een onzer oudste en ervarenste
diplomaten dit schema voorgelegd en hij verzekerde,
dat hij er inderdaad geen speld tusschen kon
krijgen.
De burgemeesters zeide hij ons hebben
inderdaad de revolutie ingezet en niets zal haar
tegenhouden. Wij zullen ons te verzoenen hebben
met het denkbeeld dat onze gezantschappen en
consulaten allengs het karakter zullen gaan aan
nemen van reis- en huisvestingsbureaux ten gerieve
van onze rondtrekkende volksambassadeurs en
vriendschapsboodschappers.
Reeds is bij geheime aanschrijving van het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken een code
woord ingevoerd in onze diensttelegrammen lui
dende: hijdevlugtmans" hetgeen, maar daarover
mag u met niemand spreken, beteekent: reserveer
hotelkamers voor den Burgemeester van Amster
dam met gevolg". ...
NAP DE LA MAR
AAN het officieele tooneel hebben ze hem nooit
gewild. Royaards schijnt eens een aanbod,
gedaan te hebben, dat Nap afsloeg. Een kort
contract met van der Lugt gold alleen de rol van
De Kruik. De tweede recensenten van de Dagblad
pers kennen hem beter dan de eerste.
Hij leefde op hetRemprandtplein en dan nog aan
de stille zijde. Dat teekent hem zoo'n beetje. Hij
debuteerde op zeven en jubileerde om de vijf jaar.
Dat was zoo zijn tijdrekening. Dit jaar zou het
erweer van gekomen zijn.
Maar in de tusschenliggende jaren werkte hij..
Hij gebruikte dat werken" in den hoogsteigen zin
van een artist. Zooals een
trapeze-kunstenaar,,werkt". Hij zeilde van den eenen kant van de
Amstelstraat naar de andere, van operette naar
kleintooneel. Hij scharrelde als een Kokadorus van
hetamusement door de plezierschouwburgjes en kwam.
het tooneel op alsof hij van de Prins geen
kwaadwist. Dat trucje had hij van Bouwmeester, dien hij,
de komiek, boven alles vereerde,
Soms gebeurde het tegendeel. Dan maakte hij,.
knap regisseur, die hij was, de entree van een
sterAls in Dr. Stieglitz". Stieglitz is voor hem altijd
het stuk gebleven. Hij heeft het urenlang verdedigd
tegen hen, die beweerden, dat hij heelemaal
niettragisch kon spelen en dat z'n Stieglitz-in-kamerjas.
toch eigenlijk maar een sentimenteel uitpakken t.
la Jannings was. En zoo bleef hij, waar de kans
schoon was, maar door-stieglitzen, tot in De Kruik
en Flierei'luiter toe.
En ik geloof dan ook, dat men den zeer naieven,
maar zeer waarachtigen kunstenaar, die Nap was.,
bitter onrecht doet door zijn sentimentaliteit voor
tooneel-effect te nemen. Cor Ruys doet het mis
schien op hooger plan, waardoor men hem eerder
gelooft, maar ten slotte stammen beide uit dezelfde:
school: die school, waar het oude recept van de
lach en de traan nog als een beroepsgeheim be
handeld werd, en niet als een truc.
Nap was een gul en in den grond zeer idealis
tisch volksacteur. Hij heeft in duizend-en-een
zelfgeregisseerde stukjes gestaan, potsierlijk gekleed,.
of half gekleed, of maar doodegwoon, met zijn
glundere oogjes steeds op de zaal en met onooglijke?
woordjes, die, langs zijn neus weg gezegd, niet
schenen te weten, welk een geloei van plezier zij
in de zaal deden ontstaan. Hij was de man, die er
zich op beroemde, zoo tusschendoor. de ergste
woorden op het tooneel gezegd te hebben en die
daarbij nooit een rol gekend heeft maar er altijd
een speelde.
Hij kon zijn monologen, die met elke voorstelling
langer werden, onderbreken om een kennis in de
zaal te groeten en als zijn medespelers van 't lachen
niet verder wisten, vloekte hij ze weer in hun rol.
Ook vloekte hij tegen den souffleur. Hij vloekte
vél.
Hij vond voor al dat grapjassen in kluchten de
term verrottigheid" uit. En toch was deze
Amsterdamsche Pallieter een zuiver kunstenaar, die
zijn eigen weg, boven de platte klucht uit, maar
moeilijk vond, omdat hij hem zelf te banen had.
H.
8