De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 12 juli pagina 11

12 juli 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

CTPT T T TH TT Jtl I JL JU Ju Romeinsche Schilderkunst Grieksche Kunst B LUNS i . eersten stijl gerekend worden iden wij guirlandes en kleine figuur3, encaustisch geschilderd, hoewel met emblemata gevulde kwadraten het midden van de mozaïkvloeren, lals in de Casa del Pautio, de beigrijkste voorbeelden van een nobele ast zijn. Tot den z.g. tweeden stijl behoort het pepbe ensemble dat nog niet zoo ig geleden te Pompeji, in de z.g. tft" Museum Vaticaan a der Mysteriën werd gevonden. t geheel dat in beteekenis de cos uit de Villa te Boscoreale, as in het Museum te New York, nog rtreft. Het heeft sterk het karakter den grooten monumentalen stijl de eerste tijden van de hellenishe periode. Zijn levensgroote figuren in een agesloten reeks van scènes, die Jand houden met de rites van de lysische mysterieën, waarvan de niet klaar, is maar waarvan de jtsche figuren in breeden stijl en tonaliteit spreken van een kunst, ssiek van conceptie en vorm. fen kan zich moeilijk iets verheers en ernstigers voorstellen dan 3 mensenfiguren waarin een breed 'los leeft als in slechts weinig ken ter wereld. Het vormt met de eblijfselen van het mozaïk van den xanderslag in de Casa del Fauna, nu in het Museum te Napels, het schoonste stuk schilderkunst dat ons uit de oudheid is overgebleven. Bij wat men den derden stijl noemt zakt onze belangstelling. Niet dat wij blind zijn voor de vreugde van het even geraffineerde als minutieuze ornament in lichtende kleuren, dat van Egypte na den slag bij Actium (31 v. Chr.) naar Italiëschijnt gekomen te zijn, maar deze eerder Oostersche en elegante beschilderingswijze, die overi gens geen lang leven gehad heeft, geeft ons geen inlichtingen aangaande de groote schilderkunst der Grieken. In den decoratieven stijl, die het laatste woord zal zijn en goed betiteld is met il regno dell' Illusione" is een aansluiting te vinden bij de perspec tivische verbeeldingen van den twee den stijl, maar dan met een exube rantie, een fantastischen rijkdom die den wat mieserigen" Vitruvius be droefde. Gaten in den wand wenscht de schilder, glimpen op paleizen van legendarische weelde toovert hij den beschouwer voor, in oneindige variatie van aristocratische verfijning en ornamentale scheppingsdrift. Dit werd in de grotte" van de thermen van Titus, of in het gouden huis (Domus Aurea) van Nero, door de vroege 16de eeuw bovenmatig be wonderd. In de Loggia van Rafael kiemen deze grottesken", de rijke vegetatie van den vierden stijl weer op, als de ornamentale weerspiegeling van de fragile schoonheidszin van Leo den Xden's tijd. 't Is echter toch eigenlijk aan de kunst van het schilderij dat wij ons in de werken van den vierden stijl geheel overgeven. Wij beperken ons tot een paar voor beelden. Hoe grootsch en prachtig is de groep van Aphrodite en Ares in het huis van Mars en Vernis" te Pompeji, thans te Napels; 't verbindt voor ons de noblesse van Rafael met de edele zinnelijkheid van Titiaan. |ii Onwederstaanbaar meesleepend is de Demeter figuur op de Hercules en Telephos" uit Herculanum. Ook voor den leek is 't zichtbaar dat de overigens zeer vaardige copiïst niet op de hoogte stond van den schepper der oorspronkelijke compo sitie. Zijn vaardigheid, die wij gerust verbluffend kunnen noemen, spreekt uit de gemakkelijkheid waarmede hij het warme coloriet bijeenhield en de fijne toets van het frescopenseel. De kleine lachende Pan. de mand met druiven en de bloemenaccessoires staan ambachtelijk zeer hoog. Maar de wat te groote oogen van de vrouw en de niet geheel geslaagde rechterhand, zijn de zwakheden van den herhaler. De begeestering van het gelaat, de langouveuze schep pingskracht in het lichaam der vrouw, en de charme in de groep van de hinde en het knaapje Telephos, zijn groote kostbaarheden die teruggaan op den geniale n Griekschen ont werper van het oorspronkelijke schil derij. Een paar maanden geleden hadden wij het voorrecht nog eens lang te kunnen zien naar het kleine fries: de z.g. Aldobraridinische bruiloft, beStilleven waard in een der bibliotheekruimten van het Vaticaan. In de wijk van het Esquilino werd te Rome het schoone fragment tusschen 1592 en 1605 ont graven, en daar Cintio Aldobrandini, de kardinaal, de eerste bezitter ge weest is kroeg het zoo bewonderde stuk schilderkunst zijn naam. Wij konden voor het werk het enthousiasme van Rubens en van Dijk, van Da Cortone en Poussin weer volkomen begrijpen. Maar terugden kende aan de copie van Nico] aas Poussin die wij eenige dagen daarvoor in het Doriapaleishadden zien hangen, werden wij er weer van overtuigd hoe Museum te Napels belangrijk voor déze schilderkunst toch de impressionistische schilderstoets is. Wij beelden voor u af de figuur van Hymenée, de>n jongeling, die op de treden van het statige bruidsbed. als de Genio della nozze" met spanning het gesprek volgt, dat Venus zelf met de gesluierde bruid heeft. En zelfs in deze reproductie is de hand van den meester die het werk maakte duidelijk te volgen, in het met hachures aangegeven modellé. Dit vaak impressionistisch aanstippen in kleur, vinden wij terug in de land schappen die ons in betrekkelijk groote getale zijn overgebleven. Uit de Casa dell' A mor e punito Museum te Napels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl