De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 12 juli pagina 14

12 juli 1930 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 JULI 1930 No. 27JI Propaganda voor Nederland in Am erika E EB ligt in de groote, machtige en rijke republiek van de Vereenigde Staten van Amerika een uitgestrekt terrein open voor propaganda betref fende Nederland. Ik heb daar eenige weken door gebracht, voornamelijk om lezingen te houden over Nederland. Ik heb voor de studenten en pro fessoren van enkele universiteiten gesproken en voor de leden van eenige clubs: de Rotary Club, 'de Nickerbocker Club een vereeniging van af stammelingen van Nederlandsche emigranten de Society for Foreign Trade en de Society for Poreign Affairs. Het is mij gebleken, dat men betrekkelijk heel weinig van Nederland afweet, vooral van de groote ontwikkeling, die ons land in de laatste halve eeuw heeft doorgemaakt, doch, dat men groote belangstelling heeft, om meer omtrent Nederland te weten te komen. Toen ik aan mijn gastheer te Minneapolis, die mij tot het houden van deze lezingen had uitgenoodigd, vroeg, hoe hij er toe gekomen was, juist een Nederlander te vragen over zijn land te komen spreken, kreeg ik dit onverwachte antwoord: Wij stellen . ?" er prijs op zoo weinig mogelijk pro vinciaal te zijn. Welnu, het minst provinciale volk ter wereld is het Nederlandsche volk. Men kan met een ontwikkeld Nederlander spreken over Bomaansche, Anglicaansche en Germaansche culturen, over economische problemen, die zich voordoen in alle landen van de wereld. En daarom was er voor ons aanleiding in de eerste plaats een Nederlander uit te noodigen". * * Het is mij gebleken, dat er ook hier te lande belangstelling bestaat voor de wijze, waarop ik gepoogd heb, een Amerikaansch publiek in een kort bestek een beeld te geven van de internationale beteekenis van ons land. De kern van mijn voordrachten was een serie van 8 lezingen. De titels van die lezingen en haar onderling verband kunnen uit het schema dat midden op deze bladzijde is opge nomen, blijken. De draad, die deze serie onderling verbindt, is de samenhang, die er bestaat tusschen de economische omstandigheden, die ui een bepaald land gedurende een bepaalde periode heerschen en de denkbeelden, die de bevolking is toegedaan. Zonder mij omtrent de stelling van Marx, die leert, dat onze ideeën het product zijn der economische omstandigheden, waarin wij verkeeren, uit te spreken, ben ik van een zeker verband tusschen economische omstan digheden en ideeën uitgegaan. De eerste en tweede lezing, waarvan de titels in het hiernaast opgenomen schema blijken, vorm den een historische inleiding. Zij handelden over het ontstaan van het Nederlandsche polderland en over den groei van Nederland tot een zelfstan dige staat gedurende den 80-jarigen oorlog. In de voordracht omtrent het polderland werd natuurlijk uitvoerig stilgestaan bij de droog legging van de Zuiderzee, een zeer sprekend voor beeld van de groote mate van activiteit, die ons volk in den tegenwoordigen tijd aan den dag legt. Vooral voor dit laatste onderwerp bestond zeer groote belangstelling en het kostte mij als leek op technisch gebied dikwijls moeite de vragen, die mij gesteld werden, op bevredigende wijze te be antwoorden. Een hoogleeraar-ingenieur wilde bijvoorbeeld niet gelooven, dat wij in staat zouden zijn de drooglegging van de Zuiderzee tot stand te brengen tusschen twee haakjes is dat een nieuw argu ment om het werk in geen geval stop te zetten. «ilWMAft» Of tflfe LÊCtüBtó N.V. Nederlandsche = Grondbrief bank = van 1906 STELT VERKRIJGBAAR 'O/ Obligaties 'O a 99^% 5 AMSTERDAM-C = HEERENGRACHT 495: «TK4t, d coun w*l («?(««.B*! «OWUtttS AS) OH THE EQUATOR TRT BEttEATH i. 1 )«« At «JttHÊfttt , WCÜtTüffÊtflllUStti-Y HOW A COUNTRY WITH : 600 PEOPLE TO THE SQUARE MlLC PROSPERS ?;_ . m A PROTECTIOniiT WORLD n*x*m etmuston AM 00 VEARi WAR FOR FR&E.OOM ?*+«(«)»»«**«. i WA* | Aftt" RE. M B R A n D T ^sv.' * «HtfitfttCM^HWSKW OF LI SER ry niet". Wanneer dan de vraag opnieuw is gesteldr moet men in ieder geval antwoorden, of men de vraag begrepen heeft of niet, want, wanneer men. ook op dat oogenblik nog zwijgt, is het in ieder geval mis. Ik zeide dus: Ik begrijpuw vraag niet. De Zuiderzee moge al dan niet worden drooggelegd, Neder land blijft even hoog of laagte liggen".. Daarop ontving ik deze repliek: Die opmerking is niet juist. Gij hebt zelf gezegd, dat bijna 40 pCt. van Neder land ligt beneden den spiegel van zee en rivieren, wisselend van 3 tot 15 voet.. Wanneer de Zuiderzee zal zijn droog gelegd, komt Nederland dus ten op zichte van zee en rivieren gemiddeld wat lager te liggen. Ik zou willen weten hoeveel". Na deze nadere toe lichting kwam onmiddellijk mijn. antwoord: Niet heel veel. Ik denk. hoogstens twee inch". Technici mogen uitrekenen, of dit antwoord juist was. Het bevredigde in ieder geval den. vrager volkomen. Ik geloof, dat totdusverre nog niemand in Nederland zich deze vraag gesteld heeft. Ik neem aan, dat jullie die dijken kunnen maken", zeide hij, dat jullie het water er uit pompt; maar hoe vul je al die ruimte op ?" Een hoogleeraar iri de economie stelde; mij de vraag: Hoeveel lager komt Nederland te liggen. wanneer de Zuiderzee zal zijn drooggelegd ?" Nu heb ik uit den tijd, dat liet voor mij een levenskwestie was. de vragen van lioogleerarcn in de economie te begrijpen, dit onthouden, dat men n keer mag zeggen: Professor ik begrijp uw vraag In de derde, vierde en zevende voordracht werd de ontwikkeling van, onzen handel, onzen landbouw, tuin bouw en veeteelt, onze industrie en onze overzeesche gewesten in het licht. gesteld. De lezer, die mij kent. zal dat in het bijzonder werd stilgedeii zeer groot en invloed, die on/.ehandolspolitiek op de structuur van onzen landbouw en industrie heeft uitgeoefend. Op welke wijze ik gepoosd heb de punten, waarop het aankwam, aan mijn toehoorders in te prenten, kan blijken uit de figuren met getallen, die op devolgende bladzijde zijn opgenomen. Dit zijn ver kleinde reproducties van lichtbeelden, die ik gedurende (ie lezingen heb vertoond. Die lezingen begrijpen. staan bij N*V, Amstcrdamsche Hypotheekbank HEERENGRACHT 581, AMSTERDAM (C.). OPGERICHT 1882 Geeft uit: 4'/2 pCts. PANDBRIEVEN ZHZI in stukken van ^ZIZ f 1000*-, f 500.- en f 100*en sluit Leeningen onder Ie Hypothecair verband op zeer billijke conditiën. DE DIRECTIE. fe/ARNHE MIJ van LEVENS VERZEKERING .V. Residentie Hypotheekbank 's-GRAVENHAGE - Anna Paulownastraat 97 TRUSTEE'S EN ACCOUNTANTSCONTROLE Hypotheekbrieven in circulatie f 14.650.000. . 4'/2pCt. Hypotheekbrieven tegen beurskoers. Directie: K. E. ABBING. D. VAN OORDT ?KsyjamsasKfOffi^yssxyïs^^ i N.V. Maatschappij voor Hypothecair Crediet in Nederland, l gevestigd te 's-Gravenhage, Nassaulaan No. 23, * ffi waarin opgenomen de Maastrichtsche Hypotheekbank voor Hj !{j Nederland te Maastricht, St. Servaasklooster 8. jfj BIJKANTOREN: Amsterdam, Westermarkt No. 2, * Utrecht, Boothstraat No. 15. Sfi Groningen, Turfsingel 9. W Verkrijgbaar: 4£% pandbrieven tegen beursnoteering, * aflosbaar door uitloting binnen 25 jaar. K De Directie, f =n » ffiWffiffiKffiBMffifiïMifBSfiK«ffiffiffiWWWififfiffiMffiffiW!fiKSffiKMKWKWffiWWMWK**!fi*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl