De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 12 juli pagina 18

12 juli 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 JULI 1930 No. Radio en Grammofoon Van Grammofoonplaat tot Klankfilm door Lou Lichtveld rsr NDER de oprechte grammofoon-enthousiasten is langzamerhand het geloof gevestigd, dat wij met de huidige vernieuwingen de electrisch opge nomen en weergegeven grammofoonplaten zoo ongeveer het maximum hebben bereikt van wat er te bereiken valt. Bijna alle klanken komen zuiver, en schier on vervormd over; de toon omvang van de grammofoon is belangrijk ver groot, en het hedendaagsche instrument is zoowel tot de reproductie van veel hoogere als van lagere tonen in staat als nog voor enkele jaren het geval was. Niet zonder gerechtvaardigde trots heeft een der grootste firma's op dit gebied de invitatie Listen to the bass" dan ook tot een van haar reclame-leuzen gemaakt. Zooals echter uit de volgende theoretische be schouwingen zal blijken, is het maximum inzake toonomvang en toonkwaliteit nog lang niet be'xeikt, maar helaas voor de grammofoon in haar huidige samenstelling ook onbereikbaar. Het 'platen-procédédat thans het eenig deugdelijke en practisch mogelijke schijnt, zal hoogstwaarschijnlijk epoedig door iets anders vervangen moeten worden, wil men in de muzikale reproductie niet persisteeren i>ij enkele tekorten, die op den duur hoe langer hoe hinderlijker zullen blijken. Gemakshalve wil ik hier slechts spreken over de »mzie/c-reproductie. * * * Het is een ieder bekend, dat de muzikale tonen Tiestaan uit regelmatige luchttrillingen of golven, en dat er voor iedere toon een bepaald aantal in de seconde noodig zijn. Die regelmatige lucht golven worden voortgebracht door de trillingen van een voorwerp, en veroorzaken de gelijk soortige trillingen van ons trommelvlies en het verdere gehoor-orgaan. Hun aantal is gelimiteerd, met dien verstande, dat er een minimum aantal trillingen in de seconde noodig is om ons een toon" te laten hooren, en «r evenzoo een maximum bestaat. Regelmatige trillingen geringer dan dit minimum of grooter in aantal dan het maximum, worden door het menschelijk gehoor niet meer als toon", maar alleen als een rammelend of als een piepend geluid waar genomen. Daar men in plaats van het aantal golven in de seconde" in de geluidsleer spreekt van het aantal Hertz (naar den Duitschen natuurkundige Hertz), luidt de regel aldus: alle muzikale tonen liggen tusschen 16 en 15000 Hertz. De grens is niet nauwkeurig te trekken en is afhankelijk van ieder afzonderlijk individu. Volwassen menschen hooren niet zulke hooge tonen als kinderen. En practisch worden slechts de tonen tusschen 40 en 10000 Hertz in de muziek gebruikt. Is de toonhoogte afhankelijk van het aantal Hertz, de tooasterkte hangt af van de diepte (en dus hoogte) der luchtgolven; van de loodrechte afstand tusschen golftop en golfdal, die de ampli tude genoemd wordt. Moet nu een toon van laat ons zeggen 435 Hertz (de a van een stemvork) worden voortgebracht, dan zal bijvoorbeeld een grammofoonplaat moeten zorgen, dat de naald 435 trillingen in de seconde op de microfoon overbrengt. De binnenrand van een normale plaat draait met een snelheid van pl.m. 40 c.M. in de seconde, zoodat ieder golfjo nog geen millimeter lang is, wat aan de heden daagsche techniek niet de minste moeite geeft. Hoe hooger de toon, des te kleiner het golfje in de lakplaat. En heeft men bijvoorbeeld een toon van 10000 Hertz, dan heeft zulk een golfje slechts ?een lengte van 0.042 m.M. De naald echter heeft aan de spits zelf een niet onaanzienlijke dikte, en cc ^fO J )DN VAN DER ÓL ORDCINDE 162 "taïrn 11 l Jl Hïilf- ?> n «i «, f [ UYÓ.DEN h A AG ^issArrr-.^ irr i ir: | ' NORMAAL?ÓERIE O.M. I-IUI5K.AMEPÓ 241 GH-5L ; L ,1 _..__. ' i i U __J .J | WIJ MAKEN OOI\ EENVOUDIGE Z.G. MEUBEL6. 4APKAMER 3ÖÓGU kan bij zulk een toon dan ook slechts 0.0006 m.M. ongeveer uitwijken. De diepte van deze uitwij kingen (de amplitude) evenwel bepaalt de toonsterkte. Zelfs wanneer men dus zulke kleine golfjes zou kunnen maken in de lakplaat, zullen deze hooge geluiden maar zeer zwak kunnen klinken. Met de diepe tonen doet zich een andere moeilijk heid voor. Bij tonen van minder dan 250 Hertz zou de amplitude zoo groot moeten worden, dat de naald in de volgende spiraalring van de plaat zou terecht komen. Men moet dus deze diepere tonen opzettelijk verzwakken, om de amplitude binnen de gestelde grenzen te houden. Daardoor krijgt men echter noodwendig wanverhoudingen in de klanksterkte. De toestand is dan ook zoo, dat alle tonen beneden 250 Hertz en boven 5000 Hertz sterk afnemen aan intensiteit, terwijl er vooralsnog geen grammofonisch middel bestaat om hieraan tegemoet te komen. Gelukkig ligt het niet in 's menschen aard om met het eenmaal bereikte tevreden te zijn. Keeds eenige jaren geledon heeft men ontdekt dat er een beter procédébestaat, waarbij zich bovengenoemde hindernissen niet kunnen voordoen, en waarbij alle tonen tusschen 30 en 10000 Hertz zonder eenige vervorming kunnen worden opgeteekend en weergegeven. En wel door middel van het licht. Keeds had men gepoogd om in plaats van een grammofoonplaat een lange filmstrook te gebruiken waarin de geluidsgroeven aangebracht waren, zoodat een naald die erlangs gaat de trillingen overbrengt op een microfoon. De grammofoon plaatjes die men in sommige foto-ateliers van zijn stem kan laten maken voor een luttel bedrag, berusten op dezelfde; techniek. Een wezenlijk ver schil was er echter niet tusschen de plaat-naald en deze film-naald-reproductie. Bij de lichtklank-reproductie echter, een uit vinding waaraan tal van menschen hebben gewerkt, worden de luchtgolven die de microfoon in trilling brengen, langs electrischen weg omgezet in lichttrillingen die dan op een film worden vastgelegd. Er zijn hiervoor verschillende systemen, die tot twee hoofdsystemen terug te brengen zijn. De lichttrillingen worden of wel intorisiteits-trillingen (dan ziet de geluidsfilm er dus meer of minder geschaduwd uit), of wel licht-donker-trillingen, (en vertoont de film dus lange en korte zwart-witstreepjes). Door zeer gecompliceerde electrische apparaten worden de lichttrillingen bij reproductie; weer om gezet in luchttrillingen binnen de grenzen van 30 tot 10000 Hertz, en door de gewone verster kingsapparaten zoo luid gemaakt als men wenscht. De voordeelen blijken duidelijk. Het licht is sneller en directer van inwerking dan het geluid: het fotografische materiaal oneindig veel gevoeliger dan de grammofonische toestellen en grondstoffen. Er is dus van zelf ook minder materieele weerstand, minder beperktheid, minder vervorming van de klank. Behalve dat er door middel van het lichttoon-procédéoen volmaakt-synchrone filmmuziek mogelijk is, wordt nu ook de geheele muzikale toon-omvang in elke sterkte-verhouding bruikbaar, en behoeven de heel diepe en heel hooge tonen niet verdonkeremaand" te worden, zooals tot nog toe het geval was bij de grammofoon. Dit is de werkwijze die reeds door de groote Amerikaansche, Duitsche en Engelsche klankfilm fabrieken wordt gevolgd; in den laatsten tijd zelfs met heel gunstig resultaat. De klankfilm is echter niet zooals men gewoonlijk meent slechts van beteekenis voor de bioscoop, als Siaiueesche tweelingzuster van de zichtbare film, maar door deze voordeelen veel meer nog voorbestemd om ook afzonderlijk haar eigen weg te gaan. en de ongemakkelijke en beperkte discus te vw dringen. Stellig zullen de meesten van ons den tijd nog beleven, dat men duizend meter symphonie o t' een paai' ellen jazz op zijn licht -apparaat zet, en rustig kan zitten luisteren, zonder zich te hoeven derangeeren voor liet verwisselen van platen en naalden. De grammofoon is nu nog als een baby die vaak verschoond moet worden. Als ze haai' volwassen staat bereikt, zal ze alles voor ons doen wat wij maar willen. 'TVELT-HUYS" Tel. 17. HATTEM. Tel. 17. met eigen dennenbosch van 5 H.A. Tennisbaan, Garage, kamers m. str. water, centrale verwarming, enz. Geïll. prosp. op aanvrage. Vóór en naseizoen reductie. Geen dag zonder radio ! Philips draagbare ontvangtoestel No. 254O Dit in onderdeelen keurig afgewerkte apparaat vermeerdert de reeks van Philips ontvangtoestellen met een prachtig exemplaar. Het Philips draagbare ontvangtoestel No. 2540 is een 4-lampstoestel met ingebouwden luidspreker en antenne. Batte rijen voor levering van alle noodige spanningen zijn eveneens ingebouwd. Accu, anode en rooster batterij bevinden zich op een practische plaats in het toestel, zoodat vernieuwing of aanvulling op gemakkelijke wijze kan geschieden. Het toestel bewijst uitstekende diensten op auto- of boottocht; de vacantie buiten wordt nog vroolijker gemaakt met dit verplaatsbare toestel. Wanneer meer stations ontvangen willen worden dan het belangrijke aantal dat gemakkelijk met dit toestel te verkrijgen is, of dat het geluid sterker moet worden dan is aanbrenging van aardleiding en dakantenne mogelijk. Bovendien kan een af zonderlijken luidspreker of grammofoon worden aangesloten. De bediening is eenvoudig: het bekende eenknops-systeem. Door het sluiten van den klep, waarachter het bodieningsapparaat is opgesteld, wordt automatisch de stroom uitgeschakeld. Het toestel werkt met de volgende Philips miniwatt-lampen: A. 412 K. II. F. Sehermroosterlamp met huls A 32; A 410, aritimierophonische detectorlamp met huls A. (>4; A. 415, L. F. ver sterkerlamp met huls A. 32; H. 443 eindlamp (penthode) met huls 0.35. liet kastje, iri fraaie mahonie-uitvoering, is op een schijf gemonteerd, zoodat de antenne in de beste resultaatgevendi? richting kan worden ge draaid. De ontvangst is uitstekend en het geluid zeer fraai. D.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl