Historisch Archief 1877-1940
Qdvooir Nederland
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTBMA EN
M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C.
Niet te overtreffen
'OPGERICHT IN 1877
No. 2772
ZATERDAG 19 JULI 1930
De zin der politiek
door Mr. M. Kann
Adres verandering
Bij opgave van adresverandering
gelieve men op te geven of deze
tijdelijk of blijvend is.
De Politiek groeit en wordt niet gemaakt."
Misschien is deze stelling niet geheel waar,
maar degeen. die let op de politieke ontwikkeling,
komt tot het inzicht dat de hierin vervatte waar
heid in den loop der tijden steeds evidenter wordt.
In zeker opzicht en min of meer oppervlakkig
bekeken was dat vroeger niet zoo. De Grosze
Politik" werd gemaakt. Al waren dan ook de
?omstandigheden zoodanig, dat de schepper van
een of ander politiek plan, de man, die met het
idee rondliep de zaken zóó te regelen als hij,
bewust, vóór zich zag, een constellatie vond, waarin
zijn plannen wonderwel pasten. In die tijden
?was een zuiver persoonlijk regiem dan ook nog
mogelijk.
Niet alle landen, hebben zich met gelijke snelheid
van deze ontwikkelingstrap verwijderd. Betrekke
lijk kort geleden was in het Duitsche rijk een
persoonlijk regiem mogelijk; in historische dagen
die van vóór den wereldoorlog ? bestond er zelfs
nog de schijn van. Wezenlijk en primair belang
hadden toen de daden van individueel initiatief al
lang niet meer. Bismarck's Emser Dépêche"
had een oorlog tot gevolg en de uitkristalliseering
van het Duitsche Rijk Wïlhelm'.s befaamde
brief aan de Daily Telegraph, een dertig jaar
later, droeg er zeker niet toe bij om de gemoederen
te kalmeeren, maar daadwerkelijk effect sorteerde
deze impuls allerminst. Zeker, de persoonlijk
heden waren niet gelijkwaardig, maar dat doet
minder ter zake dan wel eens gezegd wordt.
Intusschen, de ontwikkeling gaat langzaam.
Een geheel volk andere normen, andere waarden
bij te brengen, dat is niet iets dat in n geslacht
mogelijk is. Een volk met lange politieke en parle
mentaire scholing zal dezelfde politieke omstandig
heden geheel anders beoordeelen dan een volk,
dat in dit opzicht nog jong is. Allicht zal het
ongeschoolde in zijn uitingen archai'stische symp
tomen verraden.
Op dit oogenblik biedt daar liet Duitsche H ijk
wel sterke voorbeelden van. Allereerst die malle
historie van den brief van Hindenburg. Ook al
weer zoo'n individueele impuls deze brief
van het constitutioneele maar zelf totaal onver
antwoordelijke staatshoofd, waar notabene de
rijkskanselier eerst uit de krant kennis van neemt !
Wel is waar was deze brief slechts gericht tot den
premier van Pruisen, maar dat neemt niet weg,
dat de aangeroerde kwestie er een was van
rijksbelang. De geschiedenis is verder niet interessant:
de Rijkspresident heeft te kennen gegeven dat de
rechtsradikale Staalhelmbond nok op de bevrij
dingsfeesten in het Rijnland aanwezig behoorde
te zijn. De Pruisische regeering heeft laten
weten, dat deze bond rst het
rechtsrevolutionnaire en militaire karakter openlijk moest
desavoueeren. Dat is nu geschied, pn daarmee is de heele
kwestie-als-zoodanig voorloopig de wereld uit.
Alleen blijft het toch vreemd dat de rijkskanse
lier dit alles zoo maar langs zijn kant heeft laten
gaan. Uit het feit, dat hij niet direkt den vinger op
de wonde plek heeft gelegd en niet gezegd heeft:
daar had ik toch eerst wel eens in gekend behooren
te worden uit dat feit moet men niet afleiden,
dat de rijkskanselier deze vreemdsoortige houding
van den president onbelangrijk vond. Maar wél:
dat hij zelf zijn houding ook niet terstond heeft
kunnen bepalen; dat hij zélf ook nog niet het
juiste begrip had van den parlementairen stijl.
Van meer belang is echter de moeilijkheid die
zich vlak daarop in het Duitsche parlementaire
leven heeft voorgedaan: het nu definitief
vastloopen in den Rijksdag van de behandeling van
het budget met name van de
dekkingsvoorstellen". Het gevolg daarvan is, dat het wetsontwerp
waarop de dekkingsvoorstellen berusten, nu bij
noodverordening" wordt afgekondigd een
situatie dus waarin grondwettelijk is voorzien.
Na eeuwig lang onderhandelen is het niet mogelijk
geweest op welke wijze ook een oplossing te vinden
tot dekking van het Duitsche deficit, waarmee ecu
parlementaire meerderheid zich kon vereenigen.
Het Duitsche Rijk heeft nu eenmaal de verplich
ting op zich genomen bepaalde betalingen te doen,
zoowel krachtens buitenlandsche overeenkomsten,
als om het interne raderwerk aan don gang te
houden. Voor deze betalingen, waarover men het
eens is, moeten nu inkomsten gevonden worden.
Dat moet! Dat kan niet anders. Desnoods met
opoffering van welk principe, van welk vooroordeel,
van welk belang en welk heilig huisje ook men
had het moeten vinden ! Want dokken" moet men
toch. Dat de partijen nu niet commissoriaal hun
leiders en budgetaire specialiteiten hebben opge
sloten en desnoods 's nachts zóó lang hebben laten
zitten totdat er een oplossing' zou zijn gevonden,
dat mag werkelijk eenige verwondering wekken.
Nu is het resultaat wel precies 't zelfde - want
bij verordening krijgen da dekkingsvoorstellen
kracht van wet. Alleen, de parlementaire ont
wikkeling van het Duitsche volk blijkt nog onvol
wassen.
liet is een vergissing, uit deze gebeurtenissen
te lezen dat de tijd van liet ..persoonlijk regiem"
weer gekomen xou zijn. Om te beginnen blijkt (lat
alvast niet uit Hmderiburg's eigengereide
briefschrijverij. Waarom zou precies dezelfde, oplossing
(feitelijk: een toegeven van den kant van den
Staalhelmbond) niet mogelijk zijn geweest op geheel
parlementaire wijze? Waarom moest de grijze
generaal zich gedragen als een lastig en dreinerig
kind? De kwestie was al meer dan een half jaar
oud. Er is dus tijd genoeg geweest om de
Kijksregeering zoowel als de Pruisische regeering er van
te verwittigen, dat de president er prijs op zou stel
len dat de moeilijkheden met den .Staalhelmbond
zouden zijn opgelost voor de bevrijdingsfeesten
in het Rijnland. Men kan den veldmaarschalk zijn
persoonlijke sympathieën voor de militaire ele
menten moeilijk verwijten. . . . zoolang deze groe
pen zich niet daadwerkelijk tegen de
republikeinsche instellingen verzetten. Met wat meer politiek
en psychologisch inzicht had deze heele historie
dus veel eerder, en veel ,,regelmatiger", opgelost
kunnen worden.
DE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. Advertentiên ?0.75 per regel.
Postgiro 72880, Gem.-Giro G 1000.
INHOUD:
1. Mr. M. Kann, De Zin der Politiek.
2. Prof. Dr. Pn. Kohnstatnm, De organisatie van
ons onderwijs.
3. Joh Braakensiek, Niet parkeeren. Dr. . C.
U. Brunner, De psychologie van het Spaansche
Volk.
4. Melis Stoke, Alleen voor dames, met teekeningen
van Harmsen van Beek. Spreektaal.
5. Mr. H. Giltay, Significa der Muziek. ??L. J.
Jorclaan, Contract Bridge.
6. Mr. E. Elias, Het Joodscke vraagstuk.
1. Dr. P. van lst, Tien jaren insuline. Mr.
Fra.is Coenen, Kroniek.
9. Albert Helman, Holland's welvaren.
10?11. Otto van Tussenbroek, De schoonheid van
den automobiel.
12. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek. A.
Plasscliaert, Schilderkunst. C. v d. Lugt
Melsert, De verbouwde Kon. Schouwburg.
13. V., De Duitscher in Beeld. A. De.resne,
Nieuwe Verzen.
14. O. v. T., Toegepaste Kunst.
15. Dr. W. van Ravesteyn, Tweevoudig Europa.
16. E. E., Boekbespreking.
17. Jo Spier, Prentbriefkaarten uil het f'innlie
pension. Fioris Vos, Het Radiokindje.
Radiomuziekcritiek.
18. Dr. C. F. Haje, Taalschut. Melis Stokt, Rijm.
Nieuwe Zakelijkheid. Charivarius, Chariraria.
19. Uit het Kladschrift van Jantje. Alida
Zevenboom, Crouuante Croquetjes. Cel 2, Telefoon.
20 Letlerraadse!. G. A. H., Fascisme in Brabant.
Omslag: Spelproblernen.
Bijvoegsel: Johan Braakensiek, Amerika Imperator.
Oj> dit oogenblik valt nog niet te zeggen, wat
er uit de afkondiging van de noodverordening zal
voortvloeien. Voorspellingen dienaangaande kun
nen beter achterwege blijven.
Op den langen duur is hot uitgesloten, (lat er ..bij
verordening" verder geregeerd wordt. Het dwaze
van de situatie ligt dan ook hierin, dat reeds vol
komen dat vaststaat, iraariii moet wordtin voor
zien, l)f, oinstandiijheclcn schrijven dat integraal
mor. De parlementaire machine is echter niet
bij machte om daar ook in te voorzien op de formeel
voorgeschreven wijze. Het is te hopen, dat het
treurige inzicht, dat do zaken zóó zijn, er het zijne
toe zal bijdragen een parlementaire meerderheid
tot bezinning te brengen. Wellicht, dus, dat de
ijzeren dwang der omstandigheden nog een
groote coalitie" geboren doet worden.