De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 19 juli pagina 12

19 juli 1930 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 JULI 7930 No. 2772 Dramatische Kroniek door Henrik Scholte . ? . Oscar Tonrnlaire In ,,De Familie Schiinek" L E Hoi est mort, vive Ie Hoi! Nauwelijks is de arme Nap de la Mar heengegaan of Oscar ^Fourniaire speelt, als een schoon In Memoriam, -«en dier zielig-groote dwazen aan den zelfkant des levens in datzelfde boulevardtheatertje en ia datzelfde soort boulebardblijspelletje, waarin Hap zoo meesterlijk voor den dag wist te komen. Tourniaire als Zawadil, in een kluchtje, dat om deze rol te lang begraven is geweest, als Zawadil, die eens door Pallenberg wereldberoemd *' -werd gemaakt.... het is geen wonder dat deze naam, die hier het eerste genoemd moet worden, ook voortdurend als het ware tusschen haakjes «ohter Nap's naam heeft gestaan. Maar de wijze, ?waarop Tourniaire deze rol speelde, zoo geraffi neerd kleinmenschelijk en zoo uit de onmiddellijke , nabijheid van het leven op de planken gezet, roept nog andere namen op: Grock, en Chaplin, en allen, die met het tooneelkundig zoo merkwaardige geheim van het tragi-komische weten te manoeu vreeren. Dat is immers juist het mooie van dit onver wachte succes in de hondsdagen: dat Tourniaire nu eens niet zoo maar aan het pallenbergen geslagen is, doch met het allerbeste, zorg vuldigste, meest Shakespea"iaansche karakterspel dezen superben idioot, zonder een zweem van geclicheerde charge en anderzijds zonder een zweem van sentimentaliteit, in n adem heeft uitgespeeld. (En Shakespeare is Voor den waren komiek nu een maal synoniem met tooneel tout court.) Zie hoe dit in dividu Zawadil leeft: in eig?n oogen als heer ver momd, een roode kuif als een hanekam, de vale eigendunk op het weggetrokken gelaat geschreven, <lat met wanhopige pedanterie hondsdolle nonsens uitkraamt en ad absurdum argumenteert, beenige Armen uit een te kort jacquetje, dat niette min van een diakenachtige waardigheid is, dit «pelen en spreken der betoogende vingers om ?de stakige paraplu of om het groen-zwarte ?dophoedje heen, dit dichtknoopen van een ?onmogelijke jas om een imiginairen knoop, dit optrekken van zijn lompenbroek over een paar irambooakleurige sokken bij het gewichtig zitten.gaan. Het weergalooze is, dat deze bewegingen :niet in een klein scala herhaald worden, doch ^telkens levend voortkomen uit de text, een text, waarop hij wel zwaar gewerkt zal hebben, maar die dan ook sprankelt van geest, onnoozele «luwheid en perplexe reacties. Een type fielt, Oscar Tourniaire VAM HELLES TABAK IS waarvan men houden kan, als van Chaplin's Blikken Dominee", als van den Eckesteher Nante". Een type, dat excentrisch uit het stuk geheven wordt, en dat kon ook deze opvoering niet verhelpen, al was zij onder Chrispijn's regie voor de rest eveneens zeer verdienstelijk, behalve de familie Schimek zelf en dat het recht had, zijn mesquine intrigues te verdedigen, ongeveer zooals Miinchener Karl Valentin zijn recht op uitzonderlijkheid opeischt, door met een innig medelijden zijn schouders op te halen over den burger van wet en orde en hopeloos-supérieur in zijn komische frats (die zoo angstig dicht het tragische raakt) te zeggen: ,,Sie haben ja halt eine andere Weltanschauung !".... Tourniaire's Zawadil is een Weltanschauung" geworden, een der scherpste, een der compleetste, die er sinds lang op onze planken gezien zijn. SCHILDERKUNST door A. Plasschaert W. Degouve de Nuncqucs, bij I>e Bois, Haarlem Mijn vriend Degouve, ik moet dikwijls denken aan hem, die de onverwachte geestigheid had van de stillen en verfijnden en zwijgenden, is n der schilders, n van dat soort schilders, die ik de Provincialen" gaarne noem. Ge weet wat ik daarmee bedoel, het zijn schilders, die als ver scholen bloeijers voor de menigte der kenners, maar die in een uur, dat ge zelf stil zijt en voor het innige zeer open, u aandoen als een hervonden, diepe gemeenzaamheid, die, zonder nige heftig heid, dat gansche uur vol maakt en het geeft de glorie van een niet te weerstane overreding. En ik moet mij dit alles te meer en te eer herinneren, nu hij ziek werd en hem de mogelijkheid tot schilderen werd ontnomen. Ten minste voorloopig. "Want deze schilder Degouve \vas een werkzaam man en een die van het strak-ge vormde langzaam is overgegaan tot een scliilderwijs, die zeldzaam passend is om het innige van het landschap en van de dieren en de figuur in dat landschap weer te geven, en ook om eon groep van figuren te schilderen, engelen bijv. niet Maria. Het landschap van Degouve, zelfs wanneer het strak gemodelleerd was en iiauwkeurig-gedetailleerd, deed nooit aan als een ander landschap dat ik ken, en dat gansch van steen lijkt onder een gecomponeerd-bewolkten hemel. Het uur toch was nooit gekozen, dat het steenige in de natuur u als noodzakelijk leek, maar de akker en de weg en de boomen en de lucht waren verzadigd van een gloren, dat nooit sentimenteel (eon ontkenning van de ware gevoeligheid !) toch alle kenmerken had van die dingen, die wij uit het hart heetun te komen, en die altijd eer verbonden zijn dan dat wij voelen, dat de schilder den nadruk lei op het af zonderlijk zijn. Die afwezigheid van het seritimenteele was een bewijs van Degouvo's zuiverheid ; dit zonder emphase zijn een bewijs van de kieschheid van Degouve tegenover de eigen ontroering. Maar in vergelijking met zijn latere schilder wijze, zoudt ge de eerste schilderwijze de hechte en geslotene kunnen noemen. De latere toch is een zeer eigenaardige en persoonlijke en vereeiiiyt den vorm onmiddellijk met het licht. Zij bereikt deze vereeniging door kleine hoopjes verf naast elkaar te zetten, die het geheele schilderij iets ruis en opens geven, en geen enkel kenmerk van strakheid vertoonen. En, zooals ik zei, de strakheid was hier verkeerd. Vooral was zij dit, in dit zedig-opengegaan gevoel, wanneer Degouve zijn figuren in een groep vereenigt en wanneer engelen of aanbidderiden een hoofdfiguur omgeven. Daar is Degouve, en zijn innigheid van zeer zeldzamen aard in onze periode. Hij laat in zulk werk geen enkele overeenkomst zien met de zoo-geheeten Primitieven van onzen tijd, die niet in eenvoud en subtiliteit (deze twee gaan samen !) hun gevoel voordragen, maar ver weg zoeken, wat hun wezentlijk vreemd is, en een soort afgeleide kunst ons leveren, waaraan wij geen enkele behoefte hebbon; waarin wij geen enkele verzadiging vinden. Het als verborgen werk van Degouve daarentegen verzadigt het uur der innigheid. En dit doet het vooral door de figuurgroepen, die ik prees, maar het kan het ook doen door een lucht over een land schap (die zijn sneeuw bij Debois) of door de wijze, waarop hij schapen bij een boom doet neerliggen en staan, hoenders bij een hoeve groepeert, een Hotel SEINPOST - Zandvoort. Ie klasse Familie-Hotel met alle moderne comfort Pensionprijzen: Vóórseizoen f 6.?per dag. Hoofdseizoen vanaf f 7.?per dag. Koninkl. Schouwburg te 's Gravenhage De verbouwing TAAT ik niet over de techniek van het nieuwe .J mooie tooneel van onzen Koninklijken Schouw burg spreken, hetgeen, buiten eenige vaklui, de lezers van ,,de Groene" misschien toch niet inte resseert, maar wel over de mogelijkheden, die het draaitooneel ons biedt. Ten eerste de beperking van den duur der entreactes, het voor mij, als ik den Schouwburg bezoek, altijd zoo wanhopig lang schijnend oponthoud der voorstelling. Zullen we ook nog beleven een korte z.g. groote pauze? Ik hoop het. Ten tweede, kunnen stukken in 9 of meer tafreelen binnen eenige uren worden afgespeeld. Ten derde de niet te gelooven groote ruimte, die men kan süggereeren, door de nieuwe rond-horizont. Maar dit alles, het niet genoeg te waardeeren werk van den heer van Zeggeren, kan den tooneelspeler misschien nog koud laten in tegenstelling met de veranderingen achter het tooneel, de kleed kamers, wat al weelde vergeleken bij wat het vroeger was. Water ! Stroomend warm en koud water in iedere kleedkamer. Stel u voor precies als in iedere werkkeet dan een badkamer, een foyer, och, och wat al ongekende weelde. liet Gemeentebestuur voorgelicht door de Schouwburg-Commissie etc. verdient den dank van alle tooneelartisteii, dat men ditmaal bij bouw of verbouwing van. een schouwburg niet vergat, dat <le spelers óók nog noodig /ijn bij een theater. .Ia. er liggen nog geen Perzische tapijten en er staan geen gezellige sofa's en lekkere stoelen. zooals in de ('omédie Erancaise, maar liet zijn geen bokken meer als vroeger. Ook de architect verdient ons aller dank, dat hij de Mcedl\<imcrs niet vergeten heeft. Er zijn nog critici, die meenen. dat een artist op een maiisarde moet wonen om goed comedie te spelen, maar het wil mij toch voorkomen, dat het haar of hem gemakkelijker valt als ze beter gehuisvest zijn en de overgang van hokbewoners achter de coulissen tot millionairs op het tooneel minder zwaar is, als men zich behoorlijk heeft kunnen kleeden. Eenige jaren geleden werd tot verbouwing van de y.aal besloten en nu weer dit groote werk. Laten, we; hopen en ons best doen het waard te blijken, want we gaan in de goeele richting. Burge meester Pat ij n gaf de eerste stoot aan den vorm der concentratie, die, ondanks alle critiek, toch maar gemaakt heeft, dat drie gezelschappen zich hebben kunnen staande houden, sejms met moeite, maar dat behoort nu eenmaal bij ons Hollandsch tooneelleven. Moge het publiek alle gedane moeite en kosten ook waardeereu en in groote getale het nieuwe bemwwerk komen bezichtigen. Dat zal niet anders dan animeerend werken op de andere gemeenten, die reeds een theater bezitten en op de particuliere ondernemers der overige Schouwburgen. C. VAX DER LUGT MELSERT aantal bijenkorven tesaam zet ondel' een afdak. Daar is hij ele ..provinciaal" Degouve. en daar is zijn werk vol van een bizonderen honing. . . . Daar is Degouve een zachtzinnig primitief van dezen tijel. Hij heelt niet te leeren bij anderen; hij is wat hij schildert; hij is daarenboven (van dezen tijd !) ons vertrouwel. zeker en eigen. HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M? 5.J.vAnZiJST-M? J.F.VERSTEEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl