De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 19 juli pagina 13

19 juli 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

2772 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 JULI 1930 Werkvrouw DE DUITSGHER IN BEELD August Sander. Antlitz der Zeit. T runsmare Verlay, Mtinclien. Een novimi in een modepakje ! Bij oppervlakkige beschouwing: het zóóveelste groote-menschenpreiitenboek, zestig portretten, werk van een Keulschen fotograaf, hard in technisch meesterschap «n fanatieke eerlijkheid. Elk blad zuiver van bouw, .zonder streven naar schilderachtigheid. Ueen retouche, de achtergrond nu en dan ,,leelijk" door rommelige vlekken en lijnen. Het gevoelspalet draagt alle nuances tusschen deernis en goedmoedigen spot. Teeder is ,.Moeder met kind" gezien, fijn gevoeld de dorpsonderwijzer, als ?een verloren brokje stadscultuur tusschen korenschoven. _Met deernis is de afgesloofde werk ster, al te pathetisch de kolensjouwer behan deld, die als een martelaar der samenleving uit zijn hol opduikt. Zie verder hoe elk model :zich desgewenscht in volle ijdelheid voor de lens mag uitleven. De elegance" van een sigaret (Gymnasiast), een armbandhorloge (Boerendochters), een roos in een moddervet handje {Vrouw van heereboer), wordt met denzelfden 3iumar vereeuwigd, als de trots" der prijswinnaars van. het zangconcours met hun vaandel en bokaal, «f de gewaarmerkte ,,heldenmoed" van den ?student in corpsornaat met vier fiksche dueljapen over het gezicht. t&t ?* ;j Ook anderen vinden hun prentje volkomen geslaagd, de alcoholist (Schankkellner), de wel gedane taartjesbakker, de grijnzende bokser. Want *"^ w<<»';&^> ?>$ ?^tStfS^S^^ Sander heeft zijn model niet overrompeld, maar al keuvelend in gewone doen gebracht, eer hij het oog van zijn camera opende. Hierdoor is op de foto geen verstarring van beweging, maar rust, waarin soms de spanning der handen de schijn bare bezonkenheid van het gelaat komt loochenen. * * * Toen is voor August Sander de treffende gelijke nis van Jan, Piet of Klaas een even incidenteele bijkomstigheid als het aesthetisch schoon van zijn werk. Houvast geven ons slechts de titel Antlitz der Zeit en de onderschriften der portretten, uit sluitend stand of werkkring betreffend, met een jaartal. Wie geen goed verstaander is, kan in de inleiding van den feilen medicus-litterator Alfred Döblin nog een half woord vinden. Evenals de dood uit het menschelijk gelaat het individueele Wegneemt en slechts n van velen achterlaat, zoo drukken ook landaard, tijd en werk hun stempel op het gelaat der levenden. De synthese van het gelaat zijner tijdgenooten vastleggen, dat is Sander's levenswerk. Geen zwaarwichtige theorie of hokjesindeeling komt onzen onwil prikkelen, hier werkt esn hartstochtelijk waarnemer, die zonder eenige voorkeur, zonder tendentieus betoog in beeld wil brengen, wat acht jaar oorlogsellende, vijftig jaar Schwerindustrie". honderd jaar opvoeding of duizend jaar landbouw van een gelaat hebben kunnen maken. De invloed van het beroep op het uiterlijk, de vervlakking van familietrekken in een degenereerend geslacht, het gisten van nieuwe sappen in dezen tijd, ziedaar de diepere inhoud van Antlitz der Zeit. Khythnüsch zijn de groepen gemonteerd, als De prijswinnaars deelen eener symphonie in elkaar vloeiend of ver rassend zich wendend. Boeren, kleine burgers, proletariërs, leiders, communist, kruidengeneeskundige, pastoor, Luthersch geestelijke. Een nieuwe rij bourgeois eindigt met het vallende idool der uniform: van de degelijkheid als levensdoel (Geldbrieftrager), via de Schneidigkeit van niets dan een halve el snor (der Herr Wachtmeister), tot de nuchtere zakelijkheid der doua niers, die hun uniform niet eens meer schijnen te voelen. Een lyceummeisje en een gymnasiast van hedendaagsche vroegrijpheid leiden de groep der rijke burgers, industrieelen, kooplieden in. Ook hier contrasten: de huisvrouw van voor den oorlog tegenover do maatschappelijk actieve» vrouw vari thans. Kunstenaars vormen dan de laatste rij der burgers, waarna de symphonie met een weinig hoopvol coda besluit. Xa den verwijfden ijdeltuit ,,Tenor" volgen in snelle tuimeling bohémiens, uitgeleefder! en dronkaards tot den wezenloozen, half vordiüi'lijkten paria Arbeitslos. 192S". Een symbool, tegenover den bijbelsterken boer op de eerste plaat? Of slechts de erkentenis, dat wij er nog lang niet zijn'? A. C. J. V. Wachtmeester Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal Str. koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS - LIFT - Telefoon 22223 NIEUWE VERZEN YOCHI/ J'oe Tfijoenf/. door J. Slnuerhoff, bij A. A. M. Mol s, Maastricht, 1930. .,Dc verzen van deze verzameling zijn uit het Fraiisoh, Duitsch, Eiu>vlsch of rechtstreeks uit het ('hineesche landschap overgebracht.... Voor de liefhebbers van het poëtische, voor de dwepers met het Oosten is zij dus: Yoeng Poe Tsjoeng (van geen nut)". Aldus d" vertaler ('f). bewerker ( ?), di?hter ('?) van d"/.en bundel in de inleiding. Hij heeft in deze waarschuwing schoon gelijk. De meeste gedichten zijn niet meer dan de taalkundig al of niet volmaakte mededeelirig vau een verdriet je, een angst je. een wijsgeerige gedachte vari ge ringe beteekenis en dergelijke innerlijke catego rieën meer. Merkwaardig is, dat de meeste van de/.e anoniem zijn. Zijn die soms rechtstreeks uit het Chirieesche landschap geschreven ? Van sommige dezer gedichten heeft de gedachte zoo weinig beteekenis, is het verdriet, de haat, de angst zoo zwak, dat er van den inhoud niets over blijft en het versje ten ondergaat in volstrekte nutteloosheid. Van die gedichten, waarvan de precieusheid breekt om de leegte van den inhoud, zijn ook een deel anoniem. De derde categorie zijn de sterke gedichten, de groote verzen vol ontroering van schamperheid, haat, leed, bitterheid, angst en sarcasme. Deze gedichten hebben wat men zou kunnen noemen cene groote perspectivische kracht. Het is alsof zij tot n punt toegespitste levens zijn. Deze zijn allemaal geteekend. Dit is ook merkwaardig. In Fransche, Duitsche en Engelsche vertalingen heb ik er vele kunnen terug vinden. Maar hoe zit dat nu eigenlijk met die, die recht streeks uit het Chineesche landschap geschreven zijn, Hlauerhoff ? De vertalingen kan ik niet beoordeclen, maar Hlauerhoff is een groot dichter en de onderteekende verzen zijn allemaal zeer goed. A. DEFRESNE Nederlandsche Munt Holland's beste 10 cents sigaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl