De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 19 juli pagina 19

19 juli 1930 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2772 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 JULI 1930 Croquante £/# het kladschrift van Jantje Croquetjes door Alida Zevenboom WAT een bereddering als een mensch er eindelijk eens voor een paar dagen tusschen uit gaat. Het ergste is een goed tehuis voor den hond en voor de poes te vinden.Zij van schuin hierover, heeft me allerliefst aange boden Ami" bij zich te houden in den tijd dat ik weg ben, maar zij heeft zelf vijf honden en Ami" is een nette fatsoenlijke hond en ik zou niet graag willen dat er in dien tijd wat met het arme beest gebeurde. Zij is zoo goed van vertrouwen en honden zijn, wat de mannetjes betreft, net zoo min te vertrouwen als de ruannen-menschen. Ami" gaat nu en pension in de Ken nel aan den Amstelveenschen weg en poes wou ik eerst mee nemen, maar daar heeft de Reisvereeniging bezwaar tegen gemaakt. Dat schijnt van de re glementen niet te mogen. Maar het acteurtje van drie-hoog heeft me be zworen dat hij goed op Mimi" zal passen. Hij is al bezig te repeteeren en ze zijn aan het gezelschap erg zenuw achtig want het gaat er op of er onder zeggen ze, en het wordt een nobele wedstrijd tusschen meneer Eduard en meneer Albert ze noemen elkaar bij den voornaam, zegt het acteurtje en dan duurt het nooit lang en tusecheri meneer Louis en meneer Dirk aan den anderen kant. En die loopen gearmd door den schouwburg en me neer Dirk rookt de sigaretten van me neer Louis en als dat ook maar stand houdt, zegt het acteurtje, en dan be weert hij ook dat Ed-Bert" dik zijn met Dik-loe" en uit Américain" niet weg te krijgen waar ze eikaars vertering betalen. En het schijnt zelfs, zegt het acteurtje. dat er sprake van is dat ze bij elkaar gastrollen gaan vervullen. Het is angstig van colle gialiteit, zegt het roddelaartje, want dat is hij. En nu ga ik de volgende week Maandag tweede klas spoor en eerste klas boot naar den Rijn. Ik ben nog nooit, zoo oud als ik ben, de grens over geweest en ik vind het een tikje eng, zoo in een vreemd land want ju weet nooit wat je kan overkomen als vrouw-alleen, maar de leider" van ons gezelschap, dien ik op de thee ge had heb, heeft me wel erg gerust ge steld. Een knappe, zwarte man, mot een lieve stem en zoo vol vertrouwen dat je hem je kat zou toe vertrouwen en hij heeft me beloofd zich zoo veel als hij tijd had, zich met me te zullen bemoeien. ,,U kon eens over boord slaan", zei hij lachend, maar ik vind dat heelemaal niet om te lachen voor iemand die nooit anders op het water is geweest dan met do Tolhuisboot en het pontje van het Rokin, op dien dag dat ik ging aanteekenen met den inwendigen zendeling. Waarom is hij Concoursd'Elégance,Zand/oort Zaterdag 19 Juli, 's middags l uur, op het terrein van het GRAND HOTEL Logeergasten vrijen toegang. Week-end l 15.?, (van Zaterdag vóór Diner tot 's Maandags na ontbijt). Pension f 7.?p.d. TELEFOON 203. ^^^^/^^^V^^^7V?;<^1" r ^ ,&? f_r t/r*- %%£ j2^MPZ^ru" . TELEFOON door Cel 2 -- Met Col toen niet over boord geslagen l' Kn wat een hoofdbrekens wat een menseh aan moet doen op reis. 'Het acteurtje heeft me den raad gegeven een badpak mee te nemen want hij zegt dat de Puitschers dol zijn op het nemen van zonnebaden en dat je daar niet buiten kunt aan den Rijn maar ik weet niet of ik me daar toe leen. Dat vind ik. met uw permissie, nog al vies. zoo maar in de zon te zitten en alles door elkaar, zegt het acteurtje. .Maar dat. zal wel overdreven zijn want anders zou dominee de Visser zich niet zoo met de Reisvereeniging bemoeid heb ben. * * * Ik sprak er met den leider over en die zei dat ik me heelemaal niet hoefde te geneeren. Iedereen doed het aan den Rijn en het was echt lekker maar ik weet het niot. . . . Alleen stond hij er op dat het badpak goed gesloten was en niet te kort en toon wou hij het zien maar dat vond ik weer vreemd on zoo ver ben ik niet gekomen, maar zoo zijn tegenwoordig de zeden on ze zeggen zelfs dat de Puitschers wat ze noemen aan naakt cultuur" doen maar daar krijgen ze me niet toe. al staat de heele HoisNcreeniging ook op haar kop. Hoe durven /.e dat en dat de politie dat zoo maar gooil vindt? Neon. dan zijn «'ij geluk kig toch maar oen fatsoenlijk land waar jo als tante niet eens mot je neef in hot gras kan zilten of do veldwach ter vraagt jo do vroeselijksle dingen. Men (/e r Stanislatski heelt n ie een m iddeltje tegen zeeziekte gegc.veu want de boot wil nog wol eens schommelen 011 me gewaarschuwd dat ik niets mag smokkelen want zo klooden je van top tot toon uit. zei hij, 011 ik moot zeggen dat die uitsohors mot al dat gedoe nio erg tegenvallen. Pan zijn ze erg veranderd in al die jaren want ik heb eens kennis gehad aan oen Puitschor die in het paardenspel van Pierre Antonie werkte, dat in den tuin van het Paleis stond en nooit ook maar een zinspeling op het een of andor dat rare gedachten had kunnen opwekken. Hij is er wel mot mijn zilveren knip van doorgegaan maar ik geloof nog al mijn leven dat dat een vergissing geweest is. Uit Keulen stuur ik u oen ansicht maar niot in oen badpakjo. .... -?U schertst, lieve dame. want dat beu ik zelf. -?- l' spreekt mot u zelf om de we reld. -?Philips hooft u door verbon den on nu staat u aan hot andere eind van do lijn. Ku aan hot eeiie eind sta ik ook? Kveii wachten.... dat lijkt mij wat Kinstoinorig ingewikkeld. . . . Dus wat ik hoor is uiijn eigen .la, van wie dacht jo dan dat dat groc-geluid was:1 Pardon. Ik heb geen groc-geluid. ik heb oen vol, mannelijk geluid, i-eii diepgoklourdo bariton. ??-Nonsens, man, Jo hebt een fluitstemnielje. A" et een (irogoriaansche koorknaap. ?-? En jij hinnikt, man. Laat jo keelbanden nakijken. Paar zit de nic.t in. l: moot niot zoo jijen en jouen. Pat bon ik niot. gewoon. Kunt u nu even kalm na.ar me luisteren 'i Is inderdaad die overkokende ketel dio ik door hot toestel hoor. mijn eigen «lom? \ aii u zelf. Komt hij u dan niet bekend voor? Vreemd, vreemd. Daar- zit iets in dat me niet bevalt. Ken tikje valsehig? .Niet direct maai- ik zou zoggen... Alweer oen illusie minder in het loven. Jo denkt dal jo oen veroverende stom hebt waar oen ieder voor zwicht, jo denkt do woorden, met muziek overgoten, te uiten on jo hoort... .Schei uit. schei uit ! Dat is erger dan van een liyona. Huil nu ook eens. Dat is mooi. Prachtig. Aandoen lijk. Ik /.ou van don weeromstuit ook kunnen huilen. ! lerinner jo jo wat Jan C. gebeurd is toon ('or Hnys hom zoo imiteerde dat de heelc /.aal van hel ..Centraal Theater" brulde? Is dat. mijn stem? bromde Jan C. l loslaat nio(. KM hij draaide zich nijdig om. Kn lliibert Laroche ver ging hot bijna, net zoo. liet is maar goed dat wij elkji.M' alleen hooren. Waarom, waarde vriend? Omdat, als wij elkaar zien zoo als wij zijn. het allicht ook bar zou l ogen va l Ion. Maa,r wa,;irom valt u mij eigen lijk lastig? Om u te /eggen dat ik mot va cant io g/i.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl