Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 JULI 1930
No. 2773
BIOSCOPY
door L. J. Jordaan
GAG S"
Iiaurel en Hardy
De _,,gag"' is de stopper" der advertentie
pagina's een non-valeur, een noodzakelijk
.kwaad. Het publiek geneert zich een beetje, zegt
vervloekte nonsens !".... en lacht. Lacht
onbedaarlijk ondanks zichzelve en eert daarmee de
facto een genre, dat overigens weinig erkenning
te beurt viel. Want het doel van den gag" is een
brutale, directe, felle aanval op de lachspieren en
wq, Europeanen, die vier eeuwen comedie met ons
meetorsen, houden niet van een dergelijke onge
manierdheid. Wij willen beschaafd en onderhoudend
geamuseerd worden, wij willen den tijd hebben,
om na te gaan, hoe en waarom wij lachen, wij
willen de grap zien aankomen en er ons behoorlijk
op voorbereiden. En ziedaar verlangens, welke
de smijter" gelijk de gag" in Hollandsche
vaktaal heet op choquante wijze negeert. Hij
forceert van Deyssel's klassieke woord en komt
op ons af als een kerel overrompelt ons, smijt
(alweer!) met onze gevoelens, met onze logica
en met onze waardigheid. Maar wij lachen en de
gag" heeft het spel gewonnen.
Heeft men wel eens overwogen, dat de gag"
eigenlijk het volmaaktste stuk vakmanschap is,
dat de film kent? Hoeveel drama's" slagen er
werkelijk in, ons een moment te ontroeren?
Hoeveel thrill's" weten
nog onze overspannen
zenuwen te prikkelen ?
Hoeveel show's" vermo
gen nog onze geblaseerde
oogen te boeien? De gag"
echter doet onverstoorbaar
zjjn werk ondanks zijn
aantal, ondanks zijn sim
pele middelen. Wie er zich
een oogenblik rekenschap
van geeft, hoeveel vooroor
deel, hoeveel miskenning,
hoeveel valsche schaamte
de gag" te overwinnen
heeft, wordt met eerbied
vervuld, tegenover een
dergelijke primitieve kracht
en zekerheid van greep.
In den allerlaatsten tijd, het is waar, neigt men
ten aanzien van den gag" tot het andere uiterste
over: ons onverwoestbaar intellectualisme heeft
er ons toe gebracht ook den gag" te
sentimentaliseeren en tusschen de Scylla der verachting
en de Charybdis der sentimentaliteit dreigt de
filmburlesque in het gedrang te raken.
De gag" is een zuiver Amerikaansch product,
de onsterfelijke verdienste der Yankee's. De weinige
pogingen, buiten de Nieuwe Wereld ondernomen,
om de f ilm-burlesque te produceeren,zijn op jammer
lijke mislukkingen uitgeloopen. De oorspronkelijke
me'ening, dat het een inferieur genre gold, gemak
kelijk te imiteeren, heeft hiermee een geduchten
knauw gekregen. Wij missen de onbevangenheid
der Amerikanen, wij missen hun daverend optimis
me, hun voortvarendheid en hun kracht maar
vooral: wij missen hun filmisch instinct. Want meer
dan welk genre ook, is de gag" in al zijn simpelheid,
een waarachtig product der cinegrafische vormge
ving. De burlesque is van den eersten meter tot den
laatsten: zuiver film, on vertroebeld door litteraire
of picturale tendenzen. Zij is de nooit erkende
wegbereidster geweest voor de waarlijk essentieele
eigenschappen der film. Lang voor een Germaine
Dulac de vertraagde film als dramatische compo
nent in haar Coquille" opnam en Pabst er zijn
droomfantasie mee creëerde, werd het ralenti"
in de Mack Sennett-comedy's als komisch effect
toegepast. Lang voor D. W. Griffith het geaccele
reerde rythme ontdekte, waarmee hij de emotiona
liteit aan het slot zijner Birth of a Nation" op
zweepte, zwelgden de oude Ham and Bud"-gags
reeds in orgieën van turbulente snelheid. Naast
het journaal is de gag" dan ook het zuiverste
voorbeeld van film en het is geen toeval, dat een
der grootste /Hmdichters tot nu toe de onver
gelijkelijke gag"-speler Chaplin is.
Met het noemen van dezen illusteren naam,
raken wij tevens aan het volstrekt niet denk
beeldige gevaar, dat den gag" bedreigt. De
wereld had van L'arroseur arrosé" tot en met
The kid" dertig volle jaren noodig, om te
leeren inzien, dat achter de burlesque nog wel
wat anders stak, dan kinderachtige flauwiteit.
Maar toen zij zoover was, bleek er ook geon
houden meer aan. Wij hebben er, in onze
opgetogenheid over de ontdekking der nieuwe waarden, allen
min of meer bewust aan meegedaan. Horden
litteratoren (wij kunnen ze in ons eigen land met
name noemen !) die zich overigens aan de film
geen sou gelegen lieten liggen, wierpen zich op
het onbedorven, onbevangen genie van Chaplin
en barstten uit in lyrische tirades over 's mans
dichterlijkheid, zijn gevoeligen glimlach en zijn
beruchte lach-en-traan"kwaliteiteri. In boeken
en feuilletons (welk een copy !) werd den kleinen
Oost-Londenaar duidelijk gemaakt, dat hij kunst"
produceerde zijn karakter, zijn techniek, zijn
methode" werden onder de loupe genomen en
uitvoerig bediscussieerd en watmeer de stille,
menschenschuwe Charlot nog niet aan fluweelen
jassen, cocaïne en slechte films toe is, dan kan dit
waarlijk niet de schuld der litteratoren genoemd
worden.
* *
*
Intusschen miste deze sentimentaliseering van
het genre zijn invloed niet. Chaplin zelf begon
den oorspronkelijken simpelen vorm zijner eerste
gag's" te compliceeren en uit te breiden en wan
neer zijn genie tot nu toe nog voor een teruggang
bespaard bleef een vooruitgang was het stellig
niet. Ook de naar onze meening hoogelijk over
schatte Chaplin-epigoon,
Buster Keaton, liet de
eenvoudige burlesque varen
en ging aan melancholie en
tragiek doen, tot groote
verrukking der
sentimenteele litteratoren. Zelfs
Harold Lloyd, de meest
zakelijke en minst
artistiekerige filmkomiek, bracht
in zijn films een sentimen
teel tintje aan (?Groot
moeder") en men vergaf het
hem alleen, omdat hij ten
slotte toch nog op een
varken wegreed, of tachtig
meter boven den beganen
grond aan een raamkozijn
hing. Het meest funeste
voorbeeld bleek echter hot Europeesche
burlosquepaar Watt en Half-Watt". Deze pur-sang vari
tckomieken, die er nimmer in geslaagd waren de filmi
sche vaart, de dolheid en do kracht der
Amerikaanscho gag's" ook maar te benaderen, gingen
speeulecron op het zwak der fouületonisten, door
eenzaam." en gevoelig" te worden.
Aldus wordt het gezonde, krachtige genus dor
film-burlesque ernstig bedreigd door een van
litteraire zijde geïnfecteerde degeneratie, die het
ergste doet vreezen. Welk een geluk dan. dat
midden in deze castratie- en
sentimentaliseeringsperiode twee gag"-spelers konden opkomen, die
het genre voor ondergang en ontaarding wisten
te behoeden.
Wij bedoelen Stan Laurol en Oliver Hardy !
Een typische eigenschap van den ,,gag"-spoler
bezitten zij in hoogo mate: pretentieloosheid !
Twee jaar lang zijn zij de min of meer erkende
verrukking der film-programma's, zonder dat men
zelfs hun namen kent. Hoogstens weet het publiek
van die dikke en die kleine", maar ieder gevaar
van beroemdheid is vooralsnog evenzeer uitge
sloten, als dit met den Chaplin dor Essanay- on
Mutualcomedy's het geval was.
Zij beoefenen den gag" op dezelfde intense,
forsche, mannelijke wijze als hun groote voor
gangers. Zij weten nog godlof ! van geen
andere kunst", dan die van elkaar of anderen
een hak te zetten. Zij toonen zich alloen maar
gevoelig, wanneer een vleugelpiano boven hen in
elkaar zakt en zijn alleen maar melancholiek, als
een zorgvuldig gemikte slag zijn doel mist. Zij zijn
nooit tragisch, tenzij in dronkenschap en interes
seeren zich enkel voor het meisje, dat zij elkaar
niet gunnen. Maar zij zijn nooit vervelend, nooit
aanstellerig zij missen nimmer hun doel en ont
ketenen met verpletterende zekerheid orkanen
van gelach. Met do vindingrijkheid, het genie
en hst instinct van den waren gag"nian, hebben
zij uit het tot hot been afgezaagde gegeven van
den dikken en den mageren" een nieuw proto
type geschapen, mot een eigen omlijning en vol
komen oorspronkelijke eigenaardigheden. Geleid
door een voortreffelijken director, Hal Roach, gaan
zij over het projectiedoek als de bazige nochtans
lafhartige dikkerd en de grienerige, stiekeme
scharminkel en nimmer wijken zij een haarbreed
van deze hun film-persoonlijkheden af (men
horinnere zich onze artikelen over film en
filmspelers" !) Uitgedost in de dwaaste vermommin
gen als matrozen en in travesti, is niettemin hun
filmleven slechts het uitbundig carnaval hunner
persoonlijkheden.
Men zou hen de virtuozen van de herhaling
en dor vernieling kunnen noemen. Met een
verbijsterendon durf passen zij hot overigens naai' ons
weten volstrekt origineele principe der repetitie
toe. Hardy komt als kellner mot oen taart binnen
en struikelt over een karpet. Gevolg: do gebruike
lijke slagroom-catastrofe. Hij komt de tweede keer
binnen met een andere taart en struikelt op dezelfde
plaats met hetzelfde resultaat. Ken derde herhaling
vinden wij al gewaagd en oen vierde verwachten
wij stellig niet. Hot komt nog tot een vijfde, oen
zesde, een zevende. ... on zie, het effect is onweer
staanbaar: wij redeneeren niet meer wij ergeren
ons niet wij lachen, tot onze eigen verbazing
en tot wij niet meel' kunnen.
Voor een spoorwegovergang staat een file van
auto's te wachten voorop Stan en Oliver in
een oud Fordjo. Door een vorkeerde manipulatie
komt het Ford je in botsing met don achterstaanden
auto. Huzie en bedreigingen. De auto-eigenaar
stapt ten slotte resoluut op het Fordjo af en trapt
er een wiel onder uit. Oliver keert zich naar do
auto on rukt er een spatbord af. In minder dan gee11
tijd, is de vernielingswoede op de heele file overge
slagen en is iedereen bezig andermans auto te
vernielen tot de motor-politie arriveert on zich
met liet geval bemoeit. Midden in de furieuze
debatten, over de oorzaken der ontreddering nadert
een stoomwals en verplettert stoïcijnsch het laatst
heele voertuig: den politie-motor. . . . Af blenden !
Slot ! Het is om met Louis Chavance te spreken
deze folie de destruction", die steeds, in allerlei
variaties hun films besluit en onfeilbaar tot een
paroxysnie van vroolijkheid leidt.
De verleiding is groot om dit ongelooflijk knapp(
vakmanschap te ontleden en te bestudeeron. \Vi.
zullen het niet doen wij willen alleen maar onze
grooten eerbied voor deze virtuozen van den lach
betuigen 011 overigens hopen, dat room en inter
views hen met rust mogen laten.
Men vorgeto dus haastiglijk hun namen en
verzuhne geen gelegenheid om ze te zien deze
last and groatest of gag-meri. . . ,
AGENTEN VOOR
AMATEC
HFOTO-SCHAAP & Co.
SPUI 8 AMSTEBDAM