Historisch Archief 1877-1940
Vftf
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 JULI 1930
A7o. 2775
I n d isch e Wind
, De afstand
WE zitten vlak bij-elkaar, Indiëen
Nederland. We
kunnensamentelefoneeren. (Java kan nu zoo wat met
heel Europa telefoneeren, Letland en
Estland incluis maar niet met
Medan, Koetaradja,Makassar, Padang:
--zooi zijn de altruïstische manieren van
den Indischen P. T. T.-dienst). En
toch blijkt schier dagelijks hoe de
afstand geen sikkepitje kleiner is ge
worden.
Deze week was in Nederland in de
Tweede Kamer aan de orde de kwestie
van de op het eind van 1929 gearres
teerde Inlandsche volksleiders, terwijl
een week tevoren de Landvoogd
over diezelfde volksleiders het een
en onder had gezegd in de rede
voering, waarmee hij de nieuwe zit
ting van den Volksraad opende. De
Landvoogd zeide: we wachten het
vonnis van den rechter af en zullen
ons daar stipt aan houden; mochten
evenwel die lieden daarna weer met
hun anti-Nederlandsche propaganda en
actie beginnen, dan zulten we die
maatregelen tegen hen nemen, die we
noodig oordeelen (se. interneeringX
De minister van koloniën gaf in de
Kamer evenwel een verklaring, die
in. strijd was met de woorden van den
Landvoogd. Toen op die tegenstrijdig
heid de aandacht werd gevestigd
bleken de woorden van den Land
voogd onduidelijk in Nederland ge
arriveerd te zijn en de woorden van
den minister onvolledig in Indië.
Vlak bij elkaar zitten we.... en een
ongelukkige dag van de
Aneta-jour(nalisten brengt groote verwarring.
Het is malaise-tijd in Indië. Malaise
over de geheele linie. Niet alleen in
Indiëtrouwens, maar over de geheele
wereld. De importeurs vooral klagen
steen en been. De meeste import
firma's zijn Europeesche firma's. Dwz.
een directie leidt de firma in Europa,
in Nederland, in Duitschland, in
Engeland enz. en een haar vertegen
woordigende agent leidt de zaken in
Indië. Wat kan daartegen zijn in
dezen tijd, waarin de communicatie
middelen over en weer zoo prachtig
zijn? Maar ziet: de agenten klagen
steen en been over hun directies,
dat ze er ook maar niets van begrijpen.
En de directies in Nederland enz.
klagen waarschijnlijk even hard over
de agenten in Indië, die zulke slechte
zaken doen. De directies schrijven
bezuinigingen voor, waardoor de agen
ten in Indiënog meer gehandicapt
worden; en de agenten zenden
weekrapporten naar Nederland, waardoor
de directies in paniekstemming komen.
Over en weer begrijpt men elkaar niet.
En toch zitten we vlak bij elkaar:
rrrrrt zegt de telefoon en we hebben
Amsterdam. Maar de verwarring
blijft.
? De directies van alle groote
cultuurmaatschappijen zitten in Europa. De
zaken op de kebons worden geleid door
de hoofdadministraties of door firma's
en maatschappijen, die de administra
tie hebben. Wat kan er tegen zijn,
nu we elkander zoo dicht genaderd
zijn? Maar de malaise heerscht in
Europa en de malaise heerscht hier.
Bleek van ontzetting worden de direc
teuren wanneer ze de wekelijksche
rapporten lezen: voor den duivel,
zijn die kerels dol daar in Indië!"
Rood van drift worden do hoofd
administrateurs wanneer ze de steeds
krassere bevelen krijgen van de direc
ties om te bezuinigen hier, te bezuini
gen daar, om meer werk te laten doen
door minder werkkrachten, om den
kostprijs het koste wat het wil te
drukken. En daar vliegen de circu
laires de kebons in, naar de admini
strateurs der ondernemingen, naar
de assistenten. Met gefronste wenk
brauwen lezen de administrateurs de
imperatieve circulaire en wanneer de
assistenten haar gelezen hebben krij
gen ze lust iets kapot te trappen.
Maar ze moeten harder laten werken,
de directie ginds in Nederland beveelt
het. En Z3 laten harder werken en
een jonge man, in overmaat van ijver,
vuurt zijn mandoers en koelies aan
met krachtige woorden en, in strijd
met zijn gewoonte dient hij een laat
komer een opstopper toe: twee dagen
later begraven zijn collega's den arme,
die een piso blatti-steek tot diep in
het lichaam kreeg. .. . Vlak bij elkaar
zitten we: de directie in Nederland
en de hoofd-administratie in Indi
en de verwarring is nog even groot
als in de tijden van de V. O. C.
Dit verschijnsel is niet typisch
Nederlandsch. Het is internationaal.
En wanneer men, bij het aanschouwen
van de paleizen der koloniale
cultuurmaatschappijen, der overzeesche han
delsmaatschappijen en firma's en dor
koloniale banken en niet het minst
van het departement van koloniën,
bedenkt,dat het deze verwarringen zijn,
die voor het ovorgroote deel work ver
schaffen aan de hoeren in hun directie
kamers en de klerken achter hun
lessenaren, dan begrijpt men, dat, al konden
we op ieder oogenblik van den dag
iedere gewenschte telefonische ver
binding tusschen Indiëen Nederland tot
stand brengen, zonder cenige moeite,
die twee elkander geen zier beter zoudoii
begrijpen.
Het verlangen naar den dominion
status is maar niet bijgeval. En het
is niet een verlangen, dat slechts tot
staatkundig gebied beperkt blijft.
H. V.
Dramatische
Kroniek
door Henrik Scholte
f
N. V. Nederlandse h
= Grondbrief bank =
van 1906
STELT VERKRIJGBAAR
5O/ Obligaties
/O a 39* %
AMSTERDAMSe
==: HEERENGRACHT 495,=
Marionetten Theater
De Olijf-tack
ALS or in deze al te Veraartsche
dagen nog iemand den trourigen
moed hoeft om. zich in Zandvoort te
willen vermeien,- dan kan hij ten
minste droog onderdak vinden in do
tooneelzaal van hot Grand Hotel en
daarbij kennismaken wat hij anders
wol nauwelijks gedurfd zou hebben
met een dor bekoorlijkste ori tegelijk
meest exclusieve uitingen der klein
kunst: Meester Brugrnan's poppen
spelen.
In do jaren van zijn bostaan, die
langzamerhand al de zeven naderen,
heeft dit gezelschapje anderen laten
praten en schrijven over een mogelijke
herleving van den marionet. Van een
langzamerhand uit een doorgestoken
suite comfortabel hervormd theatertje
in de Amsterdamsche van Breestraat
wisten alleen enkele bevoorrecht-on
iets af.
Niettemin geloof ik niet, dat het
hier om een bewuste hoovaardij der
happy few" gaat, al ligt dan ook een
innig en natuurlijk genoegen aan het
miniatuurtheater niet, of niet meer,
in onzon landaard, wat vele, soms
ergerlijk kunstmatige pogingen tot
herleving uit vroeger jaren bewezen.
De Olijf-tack" is in dien tijd, volgens
de principes der goode
handwerkskunst, in stilte gerijpt, liet heeft
hoogstens in de fantastische
doodenkeldors, die van dozo kortstondige
bezieliiigen overbleven, met vrucht
gesnuffeld on er nog menig bruikbaar
poppenskelet uit opgevischt. Het heeft
daarnaast zorgvuldig doorproefd wat
or in ledige uren onder de handen
onzer schilders aan snij- en verf kunst
was ontstaan on bespeelbaar bleek
wat soms juist do meest decoratieve
marionet togen zich heeft ! en
thans, nu het gezekchapjo oen
energieke poging begonnen is om in
het openbaar gehoord, gezien t n
begrepen te worden, kan hot, in liet
binnenland practisch /.onder mede
dinging, do vergelijking niet hot
buitenland met succes doorstaan.
Toen ik, al weer een paar jaar
geleden, de Olyf-tack" voor het
laatst aan hot werk zag, was de
Anregung" van Paul Brann's eerste
bezoek met zijn Münchener nog al te
duidelijk. Sindsdien zijn deze eigen
voorstellingen niet alleen wat outil
lage en werkelijk oorspronkelijke en
zeer geslaagde, ,,regie" betreft, niet
ware sprongen, vooruit gegaan, maar
ook de fantasie van Brugman zelf
hoeft voor een wonderlijk expressieve
en zeer talrijke collectie nieuwe poppen
gezorgd, die niet enkele fraaie
specinüria van Kees Schrikker on Honk
Wiegersma een zeldzaam mooi
typenensemble vormen. Iti vaardigheid van
vinger en d warshout is men op de brug
Wel voel geoefender geworden. Ken
voorstelling van ,, Doctor Kaust" in
den ouden (Jeisselbrechl text iets te
lang en te veel dialoog voor het om
voortdurende^ kuren en invallen vra
gende leven der poppen hoeft sterk.
origineel en fantastisch leven ver
kregen, in do Divertissements"
schuilt menig nummer van verras
sende verbeeldingskracht. Kr is voorts
oen talrijk ..repertoire" van reeds
voltooide stukken. Mogen ook die in
het komende seizoen successievelijk
hunno publieke premières beleven.
naast die van het groote
monschen"tooneel !
TAALSCHUT
III. Destijds
DE eerste lezer, die mijn bede om
samenwerking verhoord heeft, is
de heor Ant. B. te Amsterdam. Zijn
wijze van samenwerking is een beetje
de averechtsche, waarvoor ik hem
welgemeend erkentelijk ben. Hij gaat
mij niet in-, maar aanpakken. Daar
rijst hij op:
Destijds gebeurde dat ook zoo. (llaje
in De Groene").
En dan wil hij vastgrijpen:
Dit moet zijn: Indertijd enz., daar
de bedoelde tijd niet in dr, vooraf
gaande zinnen wordt genoemd."
Doch de heer B. maakt mij het weg
glippen al te gemakkelijk. Had ik
in mijn eersten zin soms niet al hoog
en droog een tijdsbepaling genoemd:
een jaar of vijf, zes geleden? En was
dus niet mijn destijds volkomen in orde ?
Vroeger opstaan of beter lozen, geachte
bondsvriend.
Ook met Charivarius wenschte de
heer Ant. B. een appeltje te schillen.
Dat vruchtje heb ik aan 's meesters
adres doorgezonden, verhopende voor
den aanbieder dat de smaak hem aan
genaam zal blijken.
In de zaak zelf, het afkeuren van
een los en zwevend destijds, heeft
mijn goede interpellant natuurlijk
gelijk. Het eerste lid des- van dezen
koppelvorm behoort zijn waarde als
terugwijzend woord ten volle te be
houden. Waar des- op terugslaat, is
in de eerste plaats een jaartal of een
andere naiiwkeurig aangeduide tijds
bepaling. Ook kan het antecedent van
destijds een toespeling bevatten op een
gebeurtenis of een omstandigheid uit
het verleden, bijv.: Heb jij die
juffrouw niet gekend?" Ja, zeker,
maar destijds liepen er nog meer om
haar".
Destijds zonder oenig antecedent
doet denken aan een kip zonder kop.
aan een controleur /.onder pet. Het
is een proefje van taalvervoozing,
waarop bijna allo scribenten moeten
sabberen. Vroeger, indertijd, voorheen,
wie hunner kent ze nog? Destijds
hebben zij ze gekend.
Werd
Voii Harn.'-ck's opvolger als voor
zitter van d.; Kaiser-AYilhelm-C
esellsehaft word Professor Planck. Alzoo
meldt het Handelsblad.
Wannér toch is dit groote geschied,
o Handelsblad? Kunt gij dag of maand
of jaar niet precies noemen, zeg dan
ten minste in welke eeuw?
Het geval hier heeft overeenkomst
met dat van destijds. Ook hier wordt
klakkeloos een tijdsbepaling wegge
laten, hoewel /.e strikt verdacht werd.
Maar de zaak wordt nog erger, door
dat men te doen hooft met oen aanslag1,
niet eens meer op don uiterlijkeii vorm
der taal, maar onmiddellijk op haar
bouw en op haar inrichting. Het fijne
en natuurlijke onderscheid tusschen
do tijden van het werkwoord wordt
brutaalweg uitgowischt. De benoeming
van Prof. Planck is geschied in het
tegenwoordige, niet in een vaag ver
leden. Kr had dus moeten staan is
t/eirordvn. Over do vorhaspeling van de
werkwoordstijden zal ik nog wel meer
een woordje; te zeggen hebben. Alvast
dit: die lamlendors van boek en krant
verdunnen en verkoken dit sterke
gebeente onzer taal tot gootpap en
stinksop. HA .IK
LINCOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBAGH- Haarlem