Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 JULI
iHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiii iiiiiiiiiHiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiy|
Mflgnon Vleugel, Beetsiiir, prima fabrikaat, l
= langdurig* garantie, franco Uvtrlng f 960.?. =
l J.B.BENNER&Zn.J/loerWMenN (
ilUIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIi?
Lessen van den
Schoolmeester
door Albert Heiman
ZOO JUIST verscheen bij de Wereldbibliotheek
de vierde druk van de klassieke bundel Ge
dichten van den Schoolmeester", het boek waarvan
wij over een tiental jaren met groote luister het
eeuwfeest moeten gaan vieren, daar het voor
minstens vier generaties een bron van grooter
vermaak en niet geringere leering is geweest.
Deze heruitgave, waarin men zoo verstandig
was de oude plaatjes, die met de illustraties vari
Prikkebeen tot de merkwaardigste Hollandsche
boekversieringen van dien tijd behooren, en de
wijze inleiding van Jacob van Lennep te hand
haven, draagt echter door een voorrede van
C. J. Kelk al te zeer het kenmerk van onze be
vangen dagen. Niet dat deze voorrede niet zou
deugenT"... De heer Kelk is een zeer
achtenswaardig kenner van deze weinig glorieuse periode
onzer letteren, en een veel te goed begrijper van
den ouderwetsch-vaderlandschen volksaard, om
de schoone rijmelarijen van Gerrit van de Linde
niet naar waarde te schatten. Wat hij ervan zegt
zal men ook gaarne onderschrijven. Maar de plaats
waarop hij het zegt, lijkt nuj ten eenenmale onjuist,
en hetgeen' er gezegd wordt ook te eenzijdig gezien.
Onze Schoolmeester belast met een essay! Het
is spijtig, want dit is 't begin van het einde. Hij
zal nu weldra ondergraven zijn door commentaren,
ongenietbaar wezen door toelichtingen en be
schouwingen, zijn oubolligheid verliezen door
schoolsche analysen.
En toch, hij verdiende in eere gehouden te
worden op de wijze die hem toekomt: door een
even groote onbevangenheid, een even kinderlijke
lust tot redekavelen om niets, als in zijn eigen rijmen,
tot uiting komt. Wij zijn het aan hem verplicht,
want hij is de laatste man der veertiger jaren die
nog recht overend staat; ik zou niet weten wie van
zijn tijdgenooten nog leesbaar is.
Dat komt omdat niet alleen de gebrekkelijkheid
van het Hollandsche leven uit die dagen in de Ge
dichten van den Schoolmeester te vinden is, maar
vooral omdat hun auteur dat leven in zijn geheele
volheid kende en wist te uiten. Van allen heeft
hij zich het minst geweld aangedaan, heeft hij
zich het zuiverst en natuurlijkst uitgesproken.
Is dit niet de echte Hollandsche mentaliteit, de
cliché-aanhef van minstens driekwart onzer letter
kundige producten:
,,De leeuw is eigentlijk iemand
Die bang is voor niemand. ..."
Als er dan toch geanalyseerd moet worden,
welnu, is dat eigentlijk" dan niet kolossaal: de
stoplap waardoor onze geheele zucht tot protesten,
tot discussies, tot democratische aanspreking van
alle omstaanders wordt uitgedrukt? Zijn we zoo
niet allemaal, menschen die het liefste elk gesprek
en ieder relaas zouden beginnen met: Het kan
nu wel zijn, beste menschen en medeburgers dat
jullie dit of dat meenen, maar eigenlijk...."
En wat er dan achter dat eigenlijk" komt, is
nog het meest phenomenale: eigenlijk iemand.. ."
Het vaagste, onbenulligste, minst-zeggende wat
Makelaar J. D. R.Nienaber
manna: WON/N6GID5
Briand's Vereenigde Staten
*
Antwoord der Mogendheden
Met de kous op den kop
je bij mogelijkheid kunt beweren. Zou de Duitscher
gezegd hebben: De leeuw is berhaupt een schepsel
Gods," en een Franschman: ..Het virulente beest
dat leeuw heet te zijn", en Shaw misschien: ..Het
door de heraldiek veel misbruikte hondje dat leeuw
genoemd wordt", de Nederlander die op elke
cent en elk wapen en elke trek bel een leeuw ziet.
voelt zich genoodzaakt iii voorbarige protesten
uit te bartsen: De leeuw is eigentlijk iemand . . . . "
Dit is een willekeurig voorbeeld, het eerste het
beste dat mij invalt. Ze zijn 7.00 bij bonderden te
vinden in de Gedichten van den Schoolmeester.
Het paard, naar den aart...." Heeft u ooit
kunnen ontdekken wat de aard van y.oo'n
cavalleriebeest is?
De Schoolmeester is een ('harivariiis van honderd
jaar geleden; iemand die niet weet waar zijn di
dactische ernst ophoudt, en zijn zelfspot begint.
Sommigen kunnen dit als een euvel beschouwen.
ik voor mij ben geneigd om het als een deugd te
roemen, en als meer dari dat. Gerrit van de Linde
was, met zijn eigen hebbelijkheden toch een van
de weinige Hollandsche dichters van zijn tijd, om
dat hij algeheel zichzelf wist te zijn, en zijn levens
uitingen de verhoogde levensstandaard van zijn
medeburgers aanwezen. Hun betere Ik tenslotte.
Want hij deed niet rnee aan het gebeunhaas.
aan het woordgebral, aan het leeghoofdig woord
geknutsel. Hij schreef kreupelrijmen, waarin meer
geestigheid, meer volksgemompel, meer
Hollandschheid te vinden is dan iri de Ideeën van Multatuli,
die tenslotte de botte, waanwijze, schoolmeestorlijke
kant zijn van eenzelfde nationaal karakter. Hij
zou de brave-hendrikken-schalkschheid van
llildebrand hebben kunnen haten!
Dat van Lennep de man is geweest, die hem
met een effen en ernstig gezicht aan het publiek
presenteerde, was niet meer dan billijk. Vooral
wanneer men bedenkt dat dezelfde van Lennep
ook Ferdinand Huyck schreef, het avontuurlijke.
humorvolle verhaal, dat zich nog zoo best laat
lezen, en dat men, met een geenszins misprijzende
term, ook wel een kreupelroman" zou kunnen
noemen.
Het is merkwaardig dat de Schoolmeester 7,00
weinig echte leerlingen heeft voortgebiacht. en
dat men zijn ware aard nog zoo weinig begrepen
heeft. Men moet hem riemen zooals hij is. zonder
voorreden en handleidingen, niet als een caricatuur
van anno 1840. maar als een levende spiegel der
vaderlandsche kooplieden. Als een Langendijk in
't oprechte, en als een der eersten die zich zonder
VAN DER HELST SIGAREN
GOEDE SIGABER IR EER BESCHAAFDE VERPAKKING
pruik en tabbert op den openbaren weg durfden
vort nonen. Als de eerste oiid< r de Nederlanders die
in een kleinzielig tijdperk groot genoeg was om te
beseffen, hoe ridicuul zijn milie is, wanneer uien
het binnendijksehe koninkrijk uit een bepaalde
hoek bekijkt.
Vertalingen
Peter Krasnow. De Wreker. Vertaling uit het
Hussisch. Leiden. A. W. Sijthoiï's l'. M.
Dr. Armando-l'alacio Valden. De onuerbreekbare
Band. Vertaling uit het Spaansch door H. van
tier Leeuw. Baarn, Ilollandia Drukkerij.
MUSKIETEN
TULLE
1.50 METER BREED
VANAF
PER MTR FL.
0.75
VOORHANDEN TOT EEN
BREEDTE VAN 3.5 MTR