Historisch Archief 1877-1940
No. 2773
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 JULI 7930
Een boekenplank voor ouders
door H. G. Gannegieter
I. De opvoeding In het gezin
HET is bijkans honderd vijf en twintig jaren
geleden, dat de bekende philantropijn
Christian Gotthilf Salzmann in zijn Ameisenbüchlein
het ontwerp schetste voor een kweekschool voor
opvoeders, waaraan o. a. ook een leeszaal ver
bonden moest zijn, welke alle boeken en tijdschrif
ten zou bevatten, aan het probleem van de opvoe
ding gewijd.
Ofschoon onze aanstaande vaders en moeders
zich ten opzichte van hun toekomstige taak voors
hands beperken tot een cursus in kinderhygiëne,
waarvan eerstgenoemden bovendien nog slechts
zijdelings profijt trekken, omdat zij het theore
tisch gedeelte met gerustheid aan de vrouw over
laten en ofschoon men een huishoudschool nog
geen kweekschool mag noemen in den geest, waarin
Salzmann zich deze heeft voorgesteld, is zijn
ideaal omtrent paedagogische voorlichting door
lectuur vrijwel in vervulling gegaan. Elk jong huis
houden beschikt tegenwoordig over een
boekenplankje voor ouders en de uitgevers streven om
strijd naar een rijken voorraad, waaruit
welmeenende vriendinnen en tantes, die het echtpaar bij de
komst van den eersteling een attentie willen be
wijzen, hun keuze kunnen doen.
Het boek voor ouders" past volmaakt in het
kader van dezen populariseerenden tijd en vervult
daarin een nuttige functie. Het is waar, dat men
den omgang met en de verzorging van kinderen
niet xiit de boekjes" kan leeren, maar menige goede
raad en menig verbeterd inzicht is toch maar aan
die boekjes te danken. In elk geval veroorzaken zij,
in verkeerde handen gekomen, minder schade
dan sommige populair-wetenschappelijke werkjes
op geneeskundig en sexueel gebied. Het
boekenplankje voor ouders kan zonder bezwaar tevens
als wandversiering dienst doen en behoeft niet
in het geestelijk vergiftkastje te worden
weggesloten voor de ongezonde weetgierigheid van de
kinderen en van het huispersoneel.
Het is in het volgende geenszins mijn doel iets
te geven, wat ook maar in de verte op een over
zicht gelijkt. Ook heb ik van de redactie geen
opdracht ontvangen om een boekbespreking te
houden in den strikten zin van het woord. Ik
heb uit de overstelpende veelvuldigheid maar voor
de hand weg een greep gedaan, een steekproef,
welke een denkbeeld kan geven omtrent hetgeen
naar de meening der voorlichters voor ouders van
belang is te weten.
Hierbij stuitte ik al dadelijk op een ouden ken
nis, den reeds geruimen tijd op den voorgrond
tredenden Zwitser Adolphe Ferrière, wiens L'
ducation dans la familie, door mevrouw L.
SirJcsHarmeyer onder den titel: De opvoeding in het gezin
is vertaald (uitg. J. Ploegsma, Zeist MCMXXIX).
Prof. dr. A. Ferrière is niet zoo maar paedagoog
zonder meer; hij is grondig onderlegd in de twee
hoofdvakken voor de moderne levenskennis, de
psychologie en de sociologie, in welke laatste
faculteit hij is gepromoveerd. Als privaat-docent
aan de Geneefsche universiteit en leeraar aan het
instituut Jean Jacques Rousseau, als stichter van
het Bureau international des coles nouvelles, als
schrijver van verschillende boeken en als spreker
op internationale congressen heeft deze
pleitvoerder voor de actieve school een wereldreputatie
verworven, welke hem o. a. de opdracht bezorgd
heeft, het schoolwezen in het nieuwe Turkije te
hervormen.
Het thans voor de Hollandsche lezers vertaalde
boek 'leert den schrijver kennen als iemand die
in het gezin even thuis is als op de school. Hot is
Amsterdam: Kalverstr. 136,Leidschestr. 78, RozengrachtBO
Rotterdam, Utrecht, Haarlem, Nijmegen, Tilburg, Breda.
Het SKI-CORSELET is een
WONDER van SNIJKUNST.
Overtuigt U door te passen, zonder eenige ver
plichting. Onze filialen hebben een groot assorti
ment in voorraad.
waar, dat de school allengs steeds meer beslag
op de kinderen legt. Maar met dat al ontvangen,
kwantitatief gesproken, volgens een berekening
van den schrijver de kinderen nog altijd honderd
maal meer van hun gezin dan van de school. En
ook kwalitatief blijft hetgeen zij thuis opdoen,
nog steeds van de grootste beteekeiiis.
Met een enkel zinnetje heldert de schrijver het
misverstand op, als zouden de ouders opzettelijk
aan opvoeding moeten doen". Een goed opvoe
der zijn", zegt hij, beteekent niet, dat men zooveel
uren per dag aan zijn kinderen offert. Men kan dat
doen en toch volslagen het verkeerde doen. Men
kan ook weinig tijd aan hen wijden en toch een
diepgaanden invloed op hen uitoefenen. Waar het
op aankomt, is niet, hoeveel men doet, maar wat
men is".
Inzonderheid legt hij hierbij den nadruk op den
invloed, die van de dagelijksche gedragingen en
gewoonten van de ouders op de kinderen uitgaat.
1 Van beteekenis is vooral'het bewaren van een goed
humeur. Het goede humeur is de sleutel tot elke
opvoeding". Men kan ook zijn humeur door een
zekere techniek op peil houden. En tenslotte
moet men de geestelijke sfeer van het tehuis
weten te scheppen, door het te tooien met die
duizend kleinigheden, die het gevolg zijn van rein
heid, ordelijkheid, kunstzin, poëzie, welwillendheid,
vreugde, teederheid, zachtheid en liefde".
Het groote probleem, in hoever opvoeding iets
kan wijzigen in hetgeen door voorbeschiktheid
is vastgelegd, lost Ferrière op in optimistischcn
zin. Wie heeft gelijk, do kerk, die den pasgeboren
mensch door de erfzonde besmet acht of Jean
Jacques Rousseau, die het kind van nature goed
noemt ? Ferrière staat dichter bij .Rousseau dan
bij de kerk. Do mensch erft goed en kwaad beide,
maar het kwaad doodt op den duur zich zelf.
Daarom ligt in elk nieuw individu het goede dui
zendmaal vaster verankerd dan het kwade. Op
dat goede in het kind moeten de ouders voort
durend een beroep doen, bij dat goede moeten, zij
zich als vanzelf aansluiten. Bij de opvoeding ligt,
gelijk bij het leven zelf, de hoogste volmaaktheid
in den groot sten eenvoud".
Bij zijn bizondere toepassing verdeelt Ferrière
het opvoedingsmateriaal naar den leeftijd in do
gewone drie zesjarige periodes: O?li, 7?12 en
13?18, elk weer onderverdeeld in twee; stadion.
van elk drie jaar. Hierbij wijst hij op de nauwelijks
merkbare geleidelijkheid bij de overgangen.
De grootste moeilijkheid in de gezinsopvoeding,
do onderlinge betrekking tusseheii do ouders, ziet
hij niet over 't hoofd. Zelfs ten overstaan van
de heelo kleintjes zij men gewaarschuwd, y.ich
voor blijken van oneenigheid tussohen vader en
moeder te hoeden. Ook do breuk, welke ontstaat,
zoodra het kind naar school gaat, vergeet Ferrièro
niot. Sommige ouders meenen", zegt hij, dat
dit schoolgaan hen van heel wat zorg zal bevrijden
en de moeder denkt al bij voorbaat aan de uren
van rust, die deze dagelijksche afwezigheid van
het kind haar zal verschaffen. Dit is een grove
vergissing in ieder geval van die ouders, die
bezorgd zijn om het lichamelijk en geestelijk wel
zijn van hun kinderen".
Tal van nieuwe conflicten dreigen, nieuwe fac
toren als de persoonlijkheid van den onderwijzer,
schoolvriendjes en huiswerk, doen zich gelden. En
daarbij doet de school niet de praktisch-zedelijko
opvoeding tot haar recht komen. Zij komt met een
negatieve moraal vol formeele verboden; hier
tegenover dient het gezin positieve eischen te
stellen.
In navolging van Montessori beveelt Ferrière
de stilte als opvoedingsmiddel aan; de ouders
kunnen deze thuis gebruiken bij wijze van straf,
zonder dat ze deze methode met dit woord aan
duiden. Maar de stilte zal het kind, dat zijn psy
chisch of moreel evenwicht een oogenblik kwijt
is geraakt, in staat stellen, opnieuw het verband
te vinden met de goede, diep in zijn innerlijk ge
borgen krachten, die te vergelijken zijn met de
sappen binnen in den stam van den boom".
De schrijver waarschuwt de ouders, den
kritischen geest, welke zich bij hun kroost openbaart,
niet te vreezen. Deze is op zichzelf oen prachtig
middel om den zin voor leugen uit te roeien, al
moet men niet dadelijk met den naam van leugen
CORN VAN DER ÓL
NOOQDCINDC 162
te^ql lClU
_i
l!
i;,
f
UYÓ.DEN MAAG
r-^r^
?ni ' "
1
r
NORMAAL?5ERIE
O.M. I-IUI5KAMEP5 241 G«-5L
t
WIJ MAKEN OOK
EENVOUDIGE Z.G.
MEUBEL5.
AAPKAMER
3&5G"brandmerken wat misschien niets dan een
verbeeldingsspel is.
Het object van de kinderlijke belangstelling
breidt zich uit met het toenemen van den leeftijd;
hier zal inzonderheid de kennismaking met de
sexualiteit in en na de puberteitsjaren moeilijk
heden veroorzaken. Omtrent bevrediging van de
belangstelling op dit gebied verklaart Ferrière:
Niet alleen boven de schendende en voorbaiige
inlichting door wellicht verdorven kameraadjes,
maar ook boven de officieele voorlichting door
een volwassen buitenstaander, hoezeer ook be
voegd, verkies ik verre het sobere, eenvoudige en
openhartige woord der ouders, dat op het juiste
oogenblik wordt gesproken".
Om de moeders in dezen wegwijs te maken,
beveelt hij een wel heel oud boek aan, nl. L'
ditcation de la pureté", door mevrouw E. Freczynska,
dat een kwart eeuw geleden ook ten onzent onder
den titel De school der reinheid een zekere popu
lariteit heeft verworven en dat te werk gaat vol
gons de bekende methode, welko met de voort
planting bij do bloemen en insecten begint. In
een noot noemt hij (of do vertaalster?) het belang
rijker work van dr. Aug. Forel: Het sezueele
vrtutf/stuk. Ton onzent bestaat ook reeds een over
vloed van lectuur op dit gebied, waarbij ik inzon
derheid denk aan de uitnemende wijze, waarop
bijv. schrijvers als dr. J. Kutgors en J. Starcke
hier hebben gewerkt.
Inzake de puberteitsmoeilijkhedcn bezweert
Ferrière do ouders niet de tooverspreuk: weest
geduldig ! Samenwerking tusschen gezin en school
kan ook hier Wonderen doen. Echter blijkt de
schrijver tamelijk pessimistisch te staan tegenover
do thans gebruikelijke school, welke de kinderen
voortijdig dwingt tot abstract denken en tot
onbeweeglijkheid en waar dikwijls een grove toon
heerscht.
Of hij in tegenstelling met dit pessimisme don
huisolijken haard niet wel wat idealiseert, wan
neer hij daarvan zegt, dat zij is het eeriige plekje
op aarde, waar men volkomen past van de eerste
kinderjaren af"?
Tenslotte komt nog de beroepskeuze aan do orde,
waarbij een verwijzing naar de
consultatie-bureaux op haar plaats is. En de allerlaatste blad
zijden zijn aan de abnormale kinderen gewijd, een
onderwerp, dat afzonderlijke behandeling verdient.
En daarna gaat prof. dr. Adolphe Ferrière weer
terug op het boekenplankje. De ouders hebbon
in hem kennis gemaakt met een vriendelijk,
idealistisch gestemd en prettig schrijvend voor
lichter, die het hun niet moeilijk maakt, daar hij
de problemen oogenschijnlijk vrij simplistisch
beschouwt, zich niet gewichtig maakt door geleerd
heid en zijn onderwerp niet opblaast tot een wereld
omvattend raadsel.
Aan den andoren kant heeft hij zich onthouden
van die wel eens wat prikkelende zoetsappigheid,
welke, gepaard aan een schoolmeesterachtige
zelfingenomenheid, vele vruchten aan don boom
der paodagogie een weeën bijsmaak geeft.
KENNERS
KOOPEN BOTER
VAN OUD-BUSSEM