De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 2 augustus pagina 16

2 augustus 1930 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 AUGUSTUS 1930 No. 2774. Drie Vrouwen en Drie Spiegels door Albert Heiman l l s. Over ,,Vronwenkrnlstocht" OM het al te persoonlijke van mijn beoordeeling zooveel mogelijk te neutraliseeren, moet ik wel beginnen met een reeks bekentenissen, die een gemakkelijk wapen in handen zullen zijn van hen, die zich van dit oordeel niets willen aantrekken. Van Deyssel, die zoowat de meest subjectieve kritiek heeft gegeven, welke Nederland in de laatste veertig jaar gekend heeft, had niettemin de moed te beweren: Literatuur is een wetenschap". Welnu, zou ik die inzake literatuur het liefst wil epreken over ?wetenschappelijk-nawijsbare dingen niet mogen beginnen met mij te ontdoen van een aantal subjectieve bezwaren? Van het werk onzer Nederlandsche romancières neem ik slechts eens in de zooveel jaren kennis; dan lees ik een aantal van hun boeken achter elkander, in de hoop eenig onderling verband, eenige hjn, eenige symptomen van eigentijdsche en eigen-aardige vrouwelijkheid te ontdekken. Maar dat is gemakkelijker gewenscht dan gedaan. Wat ik het eerst ontdek, is meestal in mezelf een kwaadaardige ergernis en een gevoel van onover komelijke onpasselijkheid. Het heeft weinig zin om daarover in scheldwoorden te razen. De woorden die onze groote meester-criticus van Deyssel lang geleden over Catharina F. van Hees en over mevrouw Fortuyn schreef, zijn een voor een nog van toepassing op bijna ieder van onze roman cières. Wie dus absoluut behoefte heeft aan be vrediging van zijn rechtvaardigheidsgevoel, mag bij van Deyssel nalezen wat deze dames toekomt. Hij mag het voor ieder opnieuw herhalen, want ze - zijn tenslotte allemaal n pot nat, die boeken; een soort van reiniging, waarvoor een imperfecte natuur aansprakelijk is. De natuur van dit fatsoen lijke land, waar vele vrouwen liever achter de horretjes hun lust-fantasieën op een wit vel papier uitleven, dan zich te vergeten tot de-buurtschokkende schandaaltjes. Misschien bestaat er een omgekeerde evenredigheid tusschen vrouwe lijke schrijfkunst en dito prostitutie; inderdaad zullen Frankrijk en Duitschland percentsgewijze veel minder romancières tellen dan ons geëman cipeerde vaderland. Voor mijzelf kan ik deze steeds groeiende onlust bij het lezen van onze vrouwenromans dan ook zeer goed verklaren. Van literatuur verwacht je, dat ze in allereerste instantie de uiting is van een behoefte tot creatie, tot pro-creatie als men wil. En in dezen zin zijn de terreinen door moeder Natuur ten strengste afgebakend. Geen man brengt kinderen voort, geen vrouw tenzij een Zeldzame virago! doet het prometheïsche scheppingswerk van den geest. Lyriek, taalpianistiek, virtuositeit, goed. Echter schepping van werelden, menschen, stelsels, denkbeelden ... onmogelijk door de vrouwl En toch schrijven onze vrouwen dat het een lust is; beschamend-veel tegenover het beetje wat de vele mannelijke literatoren presteeren. Ik moet het bekennen: eensdeels door het ontbreken van ander gróót werk, dat het hare finaal dood zou moeten slaan; en in de tweede plaats door de horretjes-geest, die nu eenmaal meer hecht aan literair-geïnverteerde sexuajiteit dan aan de nor male pro-creatie van Zoeloe-vrouwen, moejikdochters en onze grootmoeders. Helaas, vrouwen romans dragen weinig bij voor het behoud der wereld ! Wanneer ik nu zal trachten zoo objectief mogelijk enkele dingen over de nieuwe roman Vrouwen kruistocht" van Jo van Ammers Kuiler te zeggen, dan moge het Bovenstaande voor haar minder geldend zijn dan voor het werk der beide andere VAM HELLES TABAK schrijfsters die in 't geding komen, dit zal echter bewjjzen dat zij momenteel dan ook in een uit zonderingspositie verkeert. Het volk dat niet in hoogere regionen", maar op zeker grondplan scherp en snel reageert, heeft zelf die uitzonderingspositie aangeduid, door] in de loop van enkele jaren ? mevrouw van Ammers?? Kuiler tot een populaire en veelgelezen schrijfster te maken, terwijl hare kunstzusters waarschijnlijk slechts door een zeer beperkt publiek van kwijnende maagden-op-jaren, enkele dweepers en een paar nijdassen gelezen worden. De uitzonderingspositie is in literair opzicht deze: dat Jo van Ammers?Kuiler niet schrijft over de liefde", noch om op de een of andere wijze haar gewaarwordingen te sublimeeren, noch op welke wijze dan ook vanuit haar eigen Ik, maar als de opgewekte, niet al te scherpzinnige, en daardoor niet hinderlijke of kwetsende secretaresse der historie. En van welke historie ! Die van onze eigen natie, van onze eigen oppervlakkigheid en uiterlijk doenen-laten. Van de gangbare, marktwaardige, in de salons en in de krant besproken dingen; bijvoor beeld de vooruitgang van onzen tijd de uiterlijke vooruitgang natuurlijk, en het conflict tusschen de generaties, het uiterlijke conflict natuurlijk, of de botsing der sexen, de epidermale botsing nietwaar .... Ik weet niet of mevrouw van Ammers?Kuiler schrijven kan over andere, dieper gefundeerde dingen. Een feit is, dat ze het niet doet, en daar door in staat is het breedst denkbare publiek te raken. Dat ze dit publiek werkelijk raakt, niet alleen het welwillende Hollandsche, maar ook het Duitsche, Engelsche en Amerikaansche publiek, dankt ze aan haar wezenlijk talent. Zij weet precies wat in haar macht ligt, en streeft geen dingen na waarin zij falen kan. Zij heeft zin voor schrijvers economie. Wat zij in De Opstandigen" gaf, wordt niet naar boven of naar beneden uitgebouwd, maar eenvoudig verbreed. In De Opstandigen" zijn drie novellen tot een geheel verwerkt; nu wordt uit dat eene boek weer een trilogie vervaardigd, waarvan Vrouwen kruistocht" 1) het tweede deel is, een aanvulling van De Opstandigen", zooals de schrijfster zelf zegt. Haar kunde en haar streven zijn volkomen duidelijk in dit nieuwe boek; zulk een duidelijk heid is opzichzelf groote verdienste, en maakt de algemeene verstaanbaarheid reeds van te voren zeker. Wat bij den rasechten romanschrijver het ne, beslissende oogenblik van alles-omvattende luciditeit is, waarin men de dwingende samenhang der dingen erkent en doorleeft, zoodat dit eene moment het creatieve iiitgangspunt, de kiemcel van de roman worden kan, dat is bij Jo van Ammers?Kuiler de simpele ontdekking van het historisch onderwerp. In De Opstandigen" de familiale evolutie der vrouw, in Vrouwenkruis tocht" haar sociale veroveringsstrijd. Het feiten materiaal, de Suffragetten-geschiedenis, lag er; de schrijfster had de gebeurtenissen slechts in het kader van een samenhangend verhaal onder te brengen. Maar de tekorten in dit eenvoudige procéd blijken eveneens duidelijk. Er is geen enkel type gecreëerd; Joyce, het Hollandsche meisje dat suffragette wordt, heeft geen gestalte, ze is niet meer dan een code-woord, waarmee telkens de draad der historie wordt opgenomen. En juist omdat er geen echte, primaire schepping in dit boek aanwezig is, maar alleen een beschaafd-genteresseerd navertellen, ontbreekt ook iedere ont roering, iedere klemmende overtuigingskracht. Men aanvaardt Torn, den tegenstander der suffra gettes evengoed als de strijdbare vrouwen, met wie men alleen verstandelijk in discussie blijft. Er is in dit boek bijna niets dat het hart raakt .. . Als kunstwerk gezien, is deze roman daardoor nagenoeg waardeloos. Eerst als men dit werk ver gelijken gaat met de rest der nieuwe vrouwen literatuur moet men het respecteeren, omdat het geen valsch gevoel, geen hol palhos, g-een ver ziekte sexualiteit brengt, maar een hooghartige gevoelloosheid bewaart, die liet iets doods, maar tenminste iets duldbaars doet zijn. Hotel Duin en Daal" - Blocmendaal Str. kond en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS - LIFT - Telefoon 22223 Over Ij. Zernike en E. Werkendam Omdat noch Elisabeth Zernike met haar novellenbundel De Gereede Glimlach" 2) noch Edith. Werkendam met haar roman Jij en ik" 3) een veranderde of uitzonderlijke positie innemen, kan. men over hen kort zijn, ook al zijn zij beide niet met elkander te vergelijken. Want het werk van Elisabeth Zernike kan men nog ernstig nemen, dat van Edith Werkendam is echter evenals haar vroeger werk vuilnis die buiten de dompigste alcoven wel nooit in het geding zal komen. De schetsen van Elisabeth Zernike vertoonen helaas een zeker talent; helaas" .... want een volkomen verspild talent. Zij praat immers, niet zonder eenige bewogenheid, over binnenkamersche conflictjes. Over een vrouw die op haar sterfbed terugdenkt aan een bijna onbeteekenend leven; een meisje dat tot de erkenning komt dat ze maar een beetje moet bazen over haar moeder; een derde die onder begunstiging van een goed uitgebeelde zomer-atmosfeer tenslotte capituleert voor harea vrijer; een paar dames die hun leven vrij genoegelijk vertheeën .... Tenslotte nog een verhaal van een Russisch paar, geëxalteerd op de navolgende manier: Ze strekte haar armen langs haar lijf en hief haar hoofd op. Begeer je me dan? Ik weet het niet .... etc. Durf je aan God te zeggen wat het is? Ja God weet, dat ik het niet kan uit drukken". Commentaar overbodig. Jammer voor het schrijftalent dat hier en daar te bespeuren valt. Maar aan schrijftalenten heeft onze letterkunde. geen gebrek. Vijftig voor n kunstenaar ! Een paar citaten kunnen aantoonen van welk slag dat Jij en ik" van Edith Werkendam is. Neen, schrikt u niet, de vunzigheid van een paar hoofdstukken en de zweet-ondergoed-atmosfeer van het heele boek zal ik geen verdere aandacht schenken. Laten wij ons vergenoegen met eenige stijlbloempjes, geplukt op den mestvaalt, opdat, onze slokdarm haar antiperistaltische bewegingen betoome. Het verhaal is in ik-vorm. en II ja de allesbehalve Hollandsche heldin vertelt: ,,Dat ik Verne naast Zola las en Cornelie Noord wal naast de Decamerone bewijst wel hoe eenzaam ik was". Heusch, het staat er; en ook: ,,De cerebraliteit van een vroeg-ontwikkeldeintelligentie slaat de mijlpalen van haar evolutie uur na uur, dag na dag, jaar na jaar, totdat de weg wijd wordt en alle kanten grenzeloos door vrijge vochten erotiek . . . . " Stel je voor! En dezelfde dame vertelt later: Ik heb naast hem gezeten in het nauwe voertuig'; en iedere straathoek speelde met mijn bonzend hart". Waar zoo'n straathoek al niet mee speelt. Er is een soort van openhartigheid, huis-, tuin-, keuken- en zekere" openhartigheid waar deze schrijfster het meest van al onze romancieren aan laboreert. Pagina n van Jij en ik" vertelt: Dit boek is opgedragen aan Dr. B. L. met groote dankbaarheid voor het genezen van mijn rechter hand." ..En (latte de spersieboonen maar vijftien cent kosten", zou men volledigheidshalve willen lezen. . gesteld dat je onverstandig genoeg bent om je tijd aan zóó'n Schund te verdoen. 1) Uitgave Meulenhoff, Amsterdam. 2) Uitgave C. A. Mees, Santpoort. 3) Uitgave Em. Querido, Amsterdam. W' Mevr. 6. il BRINK V CORSETIÈRE KEIZERSGRACHT 772, AMSTERDAM TELEF. 37151 ATELIERS VOOR REPARATIËN IN DEN HAAG ELKEN VRIJDAG HOTEL CENTRAL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl