De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 9 augustus pagina 15

9 augustus 1930 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

,ffo. 2775 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 AUGUSTUS 1930 BESCHERMING? door G. A. Klaasse VAN de vele geneesmiddelen, welke men het zieke bedrijfsleven in een periode van depressie pleegt toe te dienen, is de tarieibescherrning zeker «en van de voornaamste. Wanneer men afdoende ?wil ingrijpen en niet voor den dag wil komen met long-run-"drankjes als bijv. onderzoek naar rationalisatie-kansen, bevordering van de indus trie door kapitaalverstrekking, drankjes, die ge meenlijk gebrouwen moeten worden door stroef?werkende staatscommissies die het onderwerp in atudie" nemen, dan is het douanetarief wel de meest vlugwerkende" geneeswijze. Wanneer men althans nog terugschrikt voor de nog directer subsidie- of premieverleening. En inderdaad ligt dan ook het opbouwen van tariefmuren het meest voor de hand mits men zich stelt op het zuiver nationale standpunt. Want dit is wel de voor naamste beperking van de economische beteekenis van het beschermende recht: dat het internationaal beschouwd niets helpt doch hoogstens den toestand binnen bepaalde landsgrenzen kan verbeteren ten nadeele van dien in andere landen. Dat hoeft op zichzelf beschouwd natuurlijk nog geen afdoend bezwaar te zijn tegen zulk een maatregel. Men mag liet betreuren, maar een feit is dat de economische politiek nog zuiver nationalistisch georiënteerd is. En dus zou ook een tarief dat bedoeld is om de nationale industrie op de been te houden in dat stelsel passen. De vraag is alleen maar of nu ook de verwachting gekoesterd mag worden dat de tariefmuren de ?welvaart in n land kunnen verhoogen. Het is niet mijn bedoeling om hier het oude strijdvraagstuk: vrijhandel of protectie, weer eens op te rakelen. Slechts een enkel woord daarover. Ik zeide hier boven dat de instelling van een tarief, wanneer men directe steun aan een industrie beoogt, voor <le hand ligt". Dit is ongetwijfeld zoo wanneer men de gevolgen van zulk een maatregel oppervlakkig bekijkt. Slechts indien de productie van het te beschermen artikel zoo groot is, dat de inheemsche consumptie dat heele kwantum niet tegen loonende prijs kan verwerken zal een invoerrecht niet hel pen (zie onze bietsuiker). Maar afgezien van dat vrij zeldzame geval zal de prijs van een product na instelling van een tarief evenredig kunnen stijgen. Steun aan de betrokken industrie dus, subsidie feitelijk betaald uit belasting door de staat opgelegd aan de verbruikers van haar pro duct. Tot zooverre de oppervlakkige interpretatie. Waartegenover natuurlijk de vrijhandelaren in het geweer trekken. In de eerste plaats betoogen ?zij dat de welvaart nimmer vermeerderd kan wor den door overheveling van middelen van de eene groep (de consument die nu een hooger prijs betaalt) naar de andere (de industrie). In de tweede plaats komt nog steeds de ietwat aftandsche stelling (door Pierson zoo warm verdedigd, en in zijn tijd bijna geheel juist) op het tapijt dat, ,wanneer men de invoer belemmert automatisch ook de uitvoer moet terugloopen, zoodat men de «ene industrie voedt met het bloed van de andere. De protectie-voorstanders staan natuurlijk al weer met argumenten klaar. Toegegeven, dat de maatschappelijke welvaart er niet op vooruit gaat wanneer men A laat betalen om B in het leven te houden, aldus hun stelling; maar wanneer een industrie dreigt ten onder te gaan en eenige duizen den arbeiders werkeloos dreigen te worden, dan is het beter de verbruikers een ton prijsverhooging te laten betalen dan diezelfde verbruikers als ar beiders vier ton loon te laten derven. Het voor komen van werkeloosheid door protectie is inder daad hun sterkste wapen. En wat het argument van evenwijdige beweging van in- en uitvoer betreft, daarover doen de vrijhandelaren in het belang van hun zaak maar beter te zwijgen. Op den duur is de stelling natuurlijk juist. Maar het voor beeld van Amerika bewijst voldoende dat jaren lang de export de import kan overtreffen mits men maar kapitaal exporteert. Door een mogelijke goudbeweging, maar veel meer nog door kapitaalen geldverplaatsing is de band tusschen debet- en creditzijde van de handelsbalans veel losser dan men het wel doet voorkomen. Op den duur is die band onmiskenbaar, maar het economisch leven is immers een aaneenschakeling van short run" gebeurtenissen. Heeft zulk een op den duur onhoudbare" toestand de Vereenigde Staten niet tot 's werelds giootste crediteur gemaakt' Afdoende bewijzen tegen de doeltreffendheid van tariefsbescherming in bepaalde gevallen zijn moeilijk bijeen te brengen. Het voornaamste argument er tegen is wel dat men bij de tegenwoordige onvol maakte stand van de economische wetenschap de consequenties op het heele maatschappelijk bestel niet kan overzien; zoodat men maar beter doet met deze experimenten achterwege te laten. Als men slechts bij benadering het nut, maar het offer heelemaal niet kan afwegen, moet men maar liever dit rouge-et-noir-spel niet spelen. Maar tegen de golf van protectie die thans Je wereld teistert zijn wel beslissende bezwaren aan te voeren ! Wanneer men enkele in moeilijk heden verkeerende industrieën wil steunen dan kan men dat doel bereiken door protectie. Wij laten nu in het midden of zulk een steun gewenscht 's; mogelijk is hij in elk geval. Maar in de laatste jaren is het kermerkende van de protetiebevreging juist de drang naar algemeene bescherming; men wil meer en meer den tariefmuur tot een blijvend en alles omvattend bouwwerk maken. En daarover hoeft men nauwelijks te redetwisten: zoodia protectie een dogma wordt heeft het afgedaan. Want wanneer alle prijzen door bescherming" verhoogd worden is er al geen sprake van be scherming meer. Immers dan worden ipso facto ook alle kosten verhoogd, en de industrie is er niets op vooruit gegaan. Slechts zoolang tijdelijk de loonen zich niet aanpassen is er voor de industrie voordeel. En zelfs dat is slechts voordeel indien in het door tariefmuren omgeven land de loonen te hoog, of juister de arbeidsprestatie in verhou ding tot het loon te laag was. Want anders beteekent lager loon zeker niet verbetering van de welvaart; dat is een van de vele wijze lessen die Ford ons heeft gegeven. Er is een tweede misschien nog belangrijker omstandigheid die de jongste protectiezucht tot zelfmoord doemt. Zooeven wezen wij op de alge meene toepassing met betrekking tot de verschil lende bedrijfstakken; daarnaast staat als tweede fout: de algemeene toepassing naar de landen. Het nut van tariefsbescherming ??aangenomen N.V. Nederlandsche Grondbrief bank = van 1906 STELT VERKRIJGBAAR 5O/ Obligaties /O ioo4% AMSTERDAM-C =HEERENGRACHT «5== dat er ooit van nut sprake kan zijn ??kan immers alleen dan bereikt worden, wanneer aggressieve landen staan tegenover sterkere verdedigende. Wanneer een buurstaat een leger van honderd duizend man heeft kan een land zich met honderd tienduizend soldaten beschermen. Maar wanneer nu de buurman de legersterkte ook gaat opvoeren vervalt het overwicht. Die ontwikkeling kan zoo doorgaan totdat beide landen zwichten onder de last van een te kostbaar millioenenleger. Zoo gaat het ook met do tarievenpolitiek. Wanneer land A zijn industrie gaat beschermen en eenigen tijd bij dalende import de export naar land B op peil kan houden, dan heeft het zijn doel althans tijdelijk bereikt. Maar wanneer ook land B zich wapent vervalt het voordeel. Het eenige resultaat is dat beide landen van de, door de pari teit nutteloos geworden, bewapening de hooge kosten hebben te dragen. Waar natuurlijk elk land juist de zwakste, de minst efficiënte, indus trieën zal beschermen komt dit systeem van inter nationale tariefsbewapening hierop neer dat elk goed juist daar wordt gemaakt waar de kosten het hoogst zijn. En het krachtigste argument van de vrijhandelaren is dan ook dat tij open-deurpolitiek de productie internationaal zoo is verdeeld dat elk product juist daar wordt gemaakt waar de kosten het laagst zijn ! Het staat dan ook wel vast, dat de vrij wel universeele tarievenoorlog die thans -?ri'en deplaise alle wapenstilstandsonderhandelingen wordt gevoerd de welvaart nimner vooruit kan brengen doch haar integendeel opnieuw een gevoeligen stoot zal geven. Een interessante vraag in dit verband, vooral voor ons land, is: moet men gegeven de algemeene tariefsbewapenin g hoezeer men die opzichzelve ook betreurt zorgdragen zich ook tijdig in het harnas te steken om niet in den strijd overhoopgeloopen te worden? Metan dere woorden: kan de vrijhandelsleuzegehandhaafd worden ook al wordt onze export rondom belaagd? Daarover een volgenden keer. Hotel-Pension 'T VELT-HUYS" Tel. 17. HATTEM. Tel. 17. met eigen dennenbosch van 5 H.A. Tennisbaan, Garage, kamers m. str. water, centrale verwarming, enz. Geïll. prosp. op aanvrage. Vóór en naseizoen reductie. Nederlandsche Handel-Maatschappij, LV. AMSTERDAM. AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM e VGRAVENHAGB Vestigingen in Nederlandsch-Indië, Straits-Settlemeata, Britsch-Indië, China, Japan en Arabi ALLE BANKZAKEN 8AFE-DEPOSIT. KOFFERKLUIS.'" 11 Dtrocbtsclio Hyptleekliaiik UTRECHT Pandbrieven pLm. f 54,000.000. De Bank stelt beschikbaar! 4% pCt. Pandbrieven d 100 pCl. (BEURSKOERS) in stukken van f W00.~, ? 500.?en f 100 De Directie: Mr. A. J. S. VAN LIER Mr. P. R. HOORWEG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl