Historisch Archief 1877-1940
No. 2775
DMGROENE AMSTERDAMM ERVAN 9 AUGUSTUS 1930
TOEGEPASTE KUNST
door Otto van Tussenbroek
Nieuwe Aanplakbiljetten
' Voor de zoo .nuttig samenwerkende
RijwielpadVereenigingen ten onzent werden, op iniatief van
de U.M.O. (Bijwielpad-vereeniging Utrecht met
Omstreken^ eènige kunstenaren uitgenoodigd ont
werpen in te zenden voor een reclame-biljet dat
de propaganda voor den aanleg en het onderhoud
van rijwielpaden zou moeten dienen alsmede eene
aansporing zou moeten zijn tot toetreding als lid
der vereenigingen.
Als gevolg van veel voorbereidend werk, veel
moeite en kosten is thans verschenen een keurig
(bij de bekende Firma J. van Boekhoven te Utrecht
in offsetdruk onberispelijk uitgevoerd) biljet naar
teekening van N. Sickenga.
Ik heb dezen ontwerper (een van de overtalrijke
ambtsnaren der Nederlandsche Spoorwegen) wel
eens hard moeten vallen om, naar mijne meening
(en naar ik vermoed ook nu reeds naar zijn eigen
oordeel l....) weinig geslaagde, ja zelfs op
merkelijk leelijke platen voor de af deeling goederen
vervoer, maar met des te grooter ingenomenheid
kan ik thans gewag maken van een waarlijk
verwonderlijk snsllen vooruitgang, eene treffende
verbetering in te3kentrant, opvatting, indeeling en
kleur van het door hem geteekend en ter definitieve
uitvoering uitverkoren biljet, waarin ik tevens
WORDT LID VAN DE RIJWICLPAD-VCREENIGiNC
CONTR. MINSTENS F 1.50
LEDEN A. N. W. B. : F 1.00
GRATIS KAART UTR.-GOOI
SHRETMiat nWESSK UMHTZUUUI Tl ZEIST ',
eene goede belofte meen te mogen zien voor de
toekomst.
Inderdaad, nog nooit heb ik in mijn loopbaan als
recensent, zich uitstrekkende over meer dan
dertig jaren, een zoo snel zich hervatten en her
stellen onder oogen gehad als bij dit talent. Het
staat natuurlijk te bezien of volgende werkstukken
even goed ea knap zullen uitvallen, maar de
kunde en de gansche opvatting welke uit Sickenga's
ontwerp zijn af te lezen doen mij vermoeden dat
voor eenig terugvallen in het zwakke en rommelige
dat vroegeren arbeid kenmerkte geenerlei vrees
behoeft te bestaan, te meer omdat hier een grens
is overschreden van waar eigenlijk geen terugkeer
mogelijk is.
In sterk decoratief-werkende kleuren: zwart,
rood en goud op witten grond, teekende Sickenga
met korrelig krijt het achterwiel met as, kettingkast,
spatbord en brackets van een rijwiel waarop,
cyclopisch, het fel-roode, in kristalvorm geslepen,
reflex-glas het knooppunt werd van het
schuinsgestelde vlak in goud: het door de zon beschenen
gulden rijwielpad, waarop in diep zwart de beide
schaduw halfronden der wielen scherp zijn weer
gegeven.
De werking der diagonalen; de afwisseling van
recht en rond; de hoogst eenvoudige belettering
in een duidelijk leesbaar type, het is alles zóó
goed, klaar en eerlijk opgelost volgens de nieuwste
opvattingen in de Kunst der Reclame dat van dit
biljet nu eens voluit gezegd kan worden dat de
poging om het beste te verkrijgen wat momenteel
verkrijgbaar was in verband met de beschikbare
talenten, ook tot de beste uitkomst heeft geleid.
Kan aldus de vaderlandsche affichekunst zich
gelukkig prijzen een fraai biljet rijker te zijn, een
woord van lof komt voorzeker toe aan hen die
de inzendingen hadden te beoordeelen en daarbij
blijk gaven van een opmerkelijk juist inzicht.
De Bruiloft van Olivette
DE Haghesangers hebben in Carréals
zomernoviteit een oude opera-comique gebracht,
en wel De Bruiloft van Olivette," van Edmond
Audran. Het stuk is frisch gemonteerd, hier en
daar met Hollandsche hardhandigheid opgeka
lefaterd, en wordt doorgaans goed gespeeld;
daardoor krijgt men het in een zuiveren vorm te
hooren en te zien, en geeft het een goede kijk op
datgene wat de oude opera-comique van Frankrijk
tijdens de negentiger jaren was.
Wie verwend door grootscheepsche revues en
soundf ilms zulk een luchtig en pretentieloos dingetje
niet meer kan genieten, zal minstens geïnteres
seerd zijn door datgene waarmee zijn grootouders
evenzeer dweepten als wij vandaag met Tauber,
Lehar, Chaplin of Kurt Weill.
Reeds bij het begin van de tweede helft
deivorige eeuw was Offenbach in Parijs een campagne
begonnen voor de lichte muziek, en met zijn eigen
scheppingen wist hij aan deze campagne al direct
een brillante inzet te geven, die hem al spoedig
vele medestanders en mede-scheppers bezorgde.
Menschen als Hervéen Lecocq hebben evenals
Offenbach veel meer voor de evolutie der muziek
gedaan, dan de officieele muziekgeschiedenis
gewoonlijk aanneemt. Ze hebben liefde en belang
stelling voor de muziek en de muziekdramatische
kunst wakker gehouden op een tijdstip, dat het
met het Europeesche muziekleven overigens niet
al te fraai gesteld was.
Een van de nakomers van dit
operette-bloeitijdperk was Edrnond Audran, zelf de zoon van
een weleer beroemden eersten tenor aan de
Operacomique te Parijs, en iemand die via de kerkmuziek
en een drukke Organistenpractijk is gekomen tot
een oeuvre van niet minder dan achtendertig
opera's en operettes. Het bloed kroop bij hem
waar het niet gaan kon.
In 1862 reeds debuteerde hij met L'ours et Ie
Pacha," maar zijn naam werd pas vijftien jaar
later gevestigd door -,Le Grand Mogol," terwijl
La Mascotte," een stuk dat nog steeds op het
repertoire staat, en alleen in Parijs reeds een paar
duizend opvoeringen haalde, hem zijn internatio
nale naam bezorgde.
Les noces d'Olivette" is van na dien tijd, maar
wel uit Audran's grootste periode, toen hij ook
Oncle Célestin" en Miss Helyett" schreef. Wie
de complete lijst van zijn composities nakijkt,
zal verwonderd staan bij de ontdekking dat de
zelfde vroolijke en luchtige baas ook een Mis en een
Oratorium schreef. Dat ging best in die dagen,
men voelde veelzijdiger dan vandaag, en de genres
lagen ook nog niet zoo ver uiteen....
Het is gelijk of men de eeue operette of de
andere neemt, en of men zooiets ook al voor een
keer wat deftiger en zwaarwichtiger opera-comi
que" noemt. Ze hebben hetzelfde type, zijn dra
matisch en literair zoo wat volslagen waardeloos,
maar bezitten een zangerige, vroolijke en gezonde
muziek, die technisch goed in elkaar zit en die
overal perfect klinkt.
Ook in De bruiloft van Olivette" is de muziek
het meest genietbare bestanddeel, en het
minstverouderde element. Een muziek waarin reeds
allerlei antieke Schlager-clichés te herkennen zijn,
die tot op den dag van heden nog gevarieerd en
uitgebuit worden, omdat de omheininkjes der
diatoniek nu eenmaal niet zoo heel veel speling
tce'.aten.
De opvoering door Die Haghesangers" wordt
gekenmerkt door een goede verzorging van juist
dit waardevolste gedeelte. Orkest en koren laten
niets te wenschen over, en ook de solisten ver
tolken de muziek goed. In het spel herkent men
natuurlijk verschillende personen en typen die
zich volkomen gelijk blijven in het goede en het
minder goede: Emilo van Bosch, Jean Janssens,
Kalman Knaack.
Betty v. d. Bosch?Schmidt zingt als Olivette
Jantje's Kladschrift
goed, maar heeft van de Muzen leeds te veel
waardigheid ontvangen voor zoo'n luchtig rolletje.
Yvonne Romein streefde opzettelijk naar een
pompeuze empire-stijl, waarin ze dikwijls nog
slaagde ook !
&De monteering echter. . . . neen, als ik aan
deItaliaansche Opera denk, dan was ook de
monteering best. We zijn nu eenmaal niet in Parijs;
en niet anno 1890 toen de Opera-comique nog een
luxueuze en lucratieve onderneming was.
SCHAKEL
' HEILIGEWEG 11-17"AMSTERDAM
Kleermakerij
Bij ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN