De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 9 augustus pagina 18

9 augustus 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

ET" DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 AUGUSTUS 1930 No. 2775 Croquante Groquetjes door Alida Zevenboom TAALSCHUT zult nooit raden waar ik op het oogenblik zit. Van de week zat ik 's avonds een tikje te soezen een drukke dag gehad meneer Stanislafski zijn kamers een goede beurt gegeven en het behang hier en daar -wat bij geplakt in de zitkamer, en in de slaapkamer een nieuw modern papiertje als ik in mijn slaap tegen zoo iets moest aankijken, kreeg ik beslist nachtmeriiB ik zeg ik zat zoo'n bétje te soezen en droomde van Hoornsche wortelen ??- dat komt door neef uit de Commelinstraat, die nu weer in zijn maag is blijven zitten met een halve wagon van dat goedje, die naar teer smaken toen de telefoon ging en ik in eens de stem van meneer Pierre hoorde, die je uit ?duizenden kan herkennen, zoo mooi «n vol spreekt hij en als mevrouw zaliger maar gewild bad, was hij beslist aan de opera gegaan, en die me in eens vroeg of ik hem niet kon komen helpen, want zijn vrouw zijn ? derde van zijn twee vorige is hij gescheiden, maar dat moet een man '?zelf weten was bevallen, er was wel «en verpleegster, maar zij zaten zonder goede hulp voor de huishouding en dus Aaltje.... u had het hem moeten tooren vragen.... en het trof ge lukkig goed, want al mijn betalende Overproductie-restrictie Als ik de oude aarde was zou ik de mensch tracteeren. ... Dan liet ik mijne gaven niet door winzucht op schier elk gebied «n beurslui exploiteeren. . .. Is er van elk -product teveel.... ? Mij best... .Ik zou ze krijgen... . ! Ik staakte ieder groeiproces en zou bijwijze van een les met voedselstaking dreigen.. .. Geen suiker meer, geen rubber, thee zou aan mijn schoot ontspruiten. Ik sloot de kraam als stil protest. Teveel van 't goede. ... ? Mij is 't best.. Dan kun je er naar fluiten. ... En zit er geen verdienste in mijn groeikracht op te wekken?.... ? Schei danmaar uit.... Ikbennietboos.. Ik liet me steeds belangeloos in 't marktproces betrekken.... Er werd met mij gesold.... gewroet.... Ik liet ze graven, graaien. «n 'k vroeg geen royalty of share.... Macür 'k gooi er nu de boel bij neer om voor mezelf te draaien.... Ik heb voor iedereen genoeg... . als ieder niet wou. ... handelen. ... Maar 'k haat het helsche beursgetier en daarom ga 'k voor mijn pleizier mijn hemelbaan bewandelen. Mijn oliebronnen zet ik stop. De prijzen mogen stijgen. De rubberboomen groeien niet.. . . 'fc Verzwelg mijn suikerriet- en biet. Geen mensch kan zilver krijgen.... En als de beurs dan reageert met wilde haussevlagen. dan ben ik met vacantie. . . . uit.. .. Het kapitaal verdeelt de buit.. . . De leege magen knagen. .. . En tusschen duizend sterren zal 'fc in zalig nietsdoen vluchten, totdat de mensch door een te-kort bescheiden en verstandig wordt en dankbaar voor mijn vruchten.... Maar... . 'k word de oude aarde nooit.. Hoe graag ik ook zou willen.. . . De oude aarde is te goed. ... en blijft haar gullen overvloed aan 't menschenras verspillen.. .. MELIS STOKE gasten" waren met vacantie en ik kon dus best mijn huis voor een dag of wat alleen laten om bij hem de boel op orde te brengen. En zoo sta ik nu, of liever zit ik aan het hoofd van de huishouding van meneer Pierre en b}j zijn schatten. Een jong vrouwtje hoe durf je het als man voor de derde keer aan ! en een schat van een kind en meneer Pierre ook een.... maar die verpleegster, neen, die moest er niet zijn. Die bederft de pret. En alles echt modern en hygi nisch en een bereddering om van om te vallen. Geen wonder dat het tegen woordige geslacht zoo min is als je ziet hoe ze bij hun geboorte behandeld, ik mag bijna wel zeggen mishandeld worden door zoo'n nieuwerwetsche baker. Baker ! U had moeten hooren wat die dame mij ten antwoord gaf toen ik haar baker" durfde te noe men ! Was je maar een goede baker, zei ik terug, want dat kon ik niet op me laten zitten. Mijn moeder ging uit bakeren en daarom weet ik er a 'es van en is er ooit een zuigeTing onder haar handen doodgebleven ? En dacht u dat zoo'n moderne geleerde dame het kind op haar schoot neemt? Ze zijn zeker bang dat ze nat worden ! Op een tafel en als het wurm een tikje lastig is of springerig, wipt het er zoo af. Ik heb haar gewaarschuwd, maar ze lachte me uit! Neen, dat was vroe ger toch veel beter. Als mijn moeder bakerde en zij nam een zuigeling op haar schoot, dan lag het kind warm en veilig en kon er niets gebeuren en wat was practischer dan de vuurmand, waar je de kleertjes voor warmde en het kind geen tocht kon vatten, maar nu is alles koud water en als ze er kans toe zien de ramen open ! En dat heeft diploma's en een drukte of ze de dokter zelf zijn ! En bij ons ging het van moeder op dochter en als ik niet zoo vroeg onder de menschen was gegaan, zou ik ook baker zijn geworden, en fooien nemen de dames niet aan en een glaasje van het een of ander, om je van binnen te verwarmen, nemen ze ook niet, want dat komt een goede baker toe, zei mijn moeder altijd en het is of zij bevallen is en niet mevrouw, zou je bijna zeggen. En dan vind ik het onverantwoordelijk een kraamheer alleen te laten met zoo'n jong ding. Is er n voorbeeld van bekend dat er ooit een baker een kraamheer het hoofd op hol heeft gemaakt ? Zij waren er te oud voor, zal u zeggen, maar dat was juist het mooie van Let bakerschap. Geen man kw-am er door in de verleiding, maar met dat jonge goedje haal je de slang in je huis en het is een slang, dat zeg ik. Niet dat er iets zou zijn met meneer Pierre, maar een man is geen aardappel, vooral als hij tweemaal gescheiden is, maar ik zeg maar: wat niet hoeft dat hoeft niet. Van de week op een avond had kleine Willem hij is naar wijlen meneer genoemd last van gasjes". Wij noemden dat vroeger bij zijn Hollandschen naam, maar dat is niet deftig meer en ik wou het stumperdje een dot met brandewijn er op geven voor de warmte van binnen en net toen ik de brandewijn ingeschonken had, kwam zij er op aan en u had moeten hooren wat ze tegen me durfde te zeggen. Het was of ik bezig was het kind te vergeven en ik kan met een woord van waarachtig verklaren dat alle kinderen, die nu boven de vijftig zijn, met een dot met brandewijn zijn grootgebracht en zijn ze er minder om? Dat zeg ik maar. "V. Taalschut EEN even scherpziend als scherp zinnig kampvechter voor de zaak van het Nederlandsch, de heer F. Lugt te Maartensdijk (Utrecht), doet mij groot genoegen met deze vraag: Is u met het woord Taalschut zelf wel zoo ingenomen? Heemschut kan mij evenmin bekoren. In dat Schut zit naar mijn meening iets Duitsch (Schutz) en ik meende, dat het Hollandsche schut eerder een afschutting beteekende, zooals in kamerschut, en niet beschutting of bescherming. Met die vraag kan ik het doen. Ai! Ik ben in mijn eigen netten gevangen. Zal ik mij er kunnen uitwerken? Vooruit met de geit. Er was mij van redactiewege om een korten titel verzocht. Zoo verviel mijn eerste keuze: Taaibescherming, die met ons taalgebruik 't meest overeenstemde. Toen meldde het korte Taalschut zich aan. Om twee redenen koos ik het. Hier hebt ge de eerste. Ik zag er dadelijk mee aankomen welwillende opmerkingen,zooals Daar heb je die rare taakchutter weer" of zijn taaischuit is leelijk lek, hoor". En ik houd van dergelijke speelsche uitingen van welwillendheid buiten gemeen veel. De andere reden was deze: Schut = bescheiming is wel niet gewoon, maar toch uitstekend verdedigbaar Nederlandsch. Bij Vondel, Batavische Gebroeden, lees ik daarnet of het toeval wil: De Roomsche majesteit, die hun getrouheit kende, Sliep veiligh op de wacht van hunne lijfschut bende. Lijfschut is hier kennelijk bescher ming van het leven, lijfschut bende staat dan voor lijfwacht. Hiermede loop ik al vrij, maar men hoore nog even: Het schut (kamerschut) van den heer L. is niet het mijne. Dit is de schut, de mannelijke kern van het ww. schutten. Wel is dit ww. op zijn beurt afgeleid van het schut, zoo ik meen. Nu is de vraag; kan dit schut uit zijn oorspronkelijke beteekenis van afscheiding en vervolgens van afwering niet die van bescherming verkregen hebben? Zeer zeker. Wie zal deze laatste beteekenis ontkennen in schutdoek, schutblad, schutpaal? liet is een noodelooze schande geweest, den duitschen vorm Schutz als schuts bij ons over te nemen in schutspatroon en schutsengel. Nu kunnen we ons slechts groot houden en zeggen: Kijk eens, in deze woorden zit wel degelijk een goed Nederl. schut, de -s is niet meer dan een verbindings letter." Wat kamerschut betreft, dat de heer L. bijzonderlijk noemt, zeker, het dient tot afscheiding van een deel eener kamer, maar zoo men het schut voor de kamerdeur zet, doet men dit toch om zich tegen van buiten komen de koude te beschermen, nietwaar? In het bezitten van korte, kernach tige vormen moeten wij andere germaansche talen niet den voorrang laten boven de onzf. Verman uw taal, verwijf haar niet. Dit laatste doet ge, als ge nooit of nimmer schut aandurft, omdat ge zoo vreeselij k bezorgd zijt voor beschutting; als ge bang zijt voor schouw (in vlootschouw, boeken schouw), zoodat ge u vastklamptaan-fe/ioincnif/enbescTiOim-WJjr. Zoudt ge soms wegloopen voor een bondig -weer in tegemccfr en brand weer? Feitelijk moest men ook scher men durven herstellen in zijn oor spronkelijke beteekenis van bescher men. Ik ben een vijand van germanismen, maar ik wil de echte onderscheiden van de schijnbare en van de gewaande en de laatste, waar het pas geeft, TELEFOON door Cel 2 Is meneer Groot-Nederlander thuis? Met meneer zelf? Aangenaam, aangenaam. Ik wou u.... Een schandaal, meneec? Over welk schandaal heeft u het ? Ik ken er op het oogenblik minstens een half dozijn. Daar heeft u.... Het schandaal in Antwerpen? Wat is daar dan gebeurd? Toch niet iets met.... Wat zeit u ? Heeft een van onze 384 admiraals er een krans neergelegd aan den voet van een gedenkteeken ? Maar meneer, hoe heb ik het nu met u. Wees toch blij dat eindelijk een van onze admiraals, in plaats van te vechten, zulk een vredelievende daad bedrijft. ??Neen, meneer. Juichen moet u er over want wat kost het de natie? Een krans van vijf en twintig gulden met een paar linten van een daalder en drie stuiver per gedrukt gouden letter en als het heele Wilhelmus" er niet op afgedrukt staat, dan kost hij ons hogstens een dertig pop, terwijl n schot uit een van onze scheepskanonnen ons twaalfhonderd gulden kost plus twaalf dooden, als het tenminste een van de kanonnen is die op ongeregelde tijden uit elkaar ploffen. Ja, meneer en als u dan nog nagaat dat een goedgelukte reparatie aan onze oorlogsschepen altijd gevolgd wordt door een die nog beter gelukt omdat de vorige eigenlijk.... Mijn nationale gevoel? Omdat honderd jaar geleden de Belgen er genoeg van hadden? Meneer, geef ze ongelijk ! Als ik met den dag van vandaag een klein staatje kon op richten met een tikje minder deur waarders en dwangbevelen er in dan in ons geliefde vaderland, dacht u dat ik niet de halve natie meekreeg? Schande meneer? Heelemaal niet. En wat u daar zegt van die arme onderdrukte Vlamingen. . . . Neen, meneer. Heeft u ooit zoo 'n onderdrukt volk gezien ? Ze leven veel prettiger en opgewekter dan wij hier, met al onze vrijheden.... lachte u?. ... o ik dacht soms dat, onze vrijheden.... Zij betalen minder belasting, wonen goedkooper en leven goedkooper in elk opzicht dan wij en ze zijn veel dikker en het bier smaakt ze beter ! Laat u mij dan maar zoo'n slaaf zijn. Wat zegt u? Staan zij er naar te springen om lid te worden van de Groote Volkorengemeenschap die ..Groot-Nederland" heet? Meneer, als ik u dan n ding mag vei zoeken waarschuw de stakkerds, want zij weten niet wat zij vragen. Waar schuw ze ! voor het Nederlandsen opeischen en terugnemen. Wij moeten den strijd, voor onze taal voeren als mannen, wars van pietluttigheid. Als we willen toeslaan, hebben wij vooraf scherp toe te zien, dat we den rechten slag slaan en het onze zelf niet treffen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl