Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 AUGUSTUS 1930
No. 2775
Israés wezen en willen
*<;
Het Jodendom en Jezus
door Prof. Dr. D. Gohen
ALS kinderen vroegen wij elkander: Wie was
de grootste schilder? de grootste zeeheld?"
En met trots antwoordden wij, als het een der
onzen was. Later kwam de twijfel: Kan n de
grootste zijn? Overtreft hij niet den ander slechts
in een enkele begaafdheid, maar is weer zijn
mindere in ander opzicht?" Nu weten wij: in
kunst en wetenschap is er geen absoluut overwicht.
doch slechts verschil in geaardheid en talent.
Zelfverheffing vindt er geen plaats.
Anders in den godsdienst. Daar schuilt de
kracht juist in het geloof, de waarheid te bezitten,
die anderen onthouden is. Vervolgingen om den
geloove, zending en bekeering worden gedragen
door deze gedachte, en door de overtuiging, dat
het eigen geloof beter is dan het vreemde en tot
hoogor geluk voert.
Ook het Christendom heeft, als bijna elke we
reldgodsdienst, hierop steunend, zijn geloof steeds
aan anderen trachten te brengen door dwang
of overreding: want het eigen geluk moesten ook
anderen kunnen genieten en alle kracht moest
daartoe worden aangewend.
Anders het Jodendom. Het heeft noch dezen
wensch gekoesterd, noch deze middelen gebruikt,
dan een enkel maal. Niet omdat het er te zwak
toe was. Maar omdat zijn godsdienst gebonden is
aan zijn volk. Het Christendom is geschapen
voor alle creaturen, Mozes en de profeten spraken
tot Israël alleen. Zoo zijn deze beide in wezen
gescheiden, onvereenigbaar. En toch was Jezus
een Jood.
BCoe is dan zijn wezen te verklaren? Het ant
woord tracht een boek te geven dat, in het
Hebreeuwsch geschreven en dus vooral voor Joden
bestemd, nu, in het Duitsch vertaald, voor ieder
toegankelijk is. 1) Jesus von Nazareth luidt de
titel, met opzet: want de mensch en Jood Jezus
wordt er in beschreven, in Galilaea geboren, niet
de Christus. Het boek heeft daardoor veel aanstoot
gegeven; in Joodsche kringen, omdat Jezus in
sommige opzichten boven zijn groote tijdgenooten
wordt gesteld, in Christelijke, omdat hij, ontdaan
van eiken goddelijken glans, wordt voorgesteld
als mensch, in al zijn kracht, maar ook in al zijn
zwakheid.
De stof, die de schrijver in zijn lijvig boek be
handelt, is inderdaad beperkt; hij raakt, met
opzet, slechts nu en dan de verdere ontwikkeling
van het Christendom, die toch, zuiver historisch
gesproken, even belangrijk is als het leven van
Jezus voor het probleem, dat hij stelt. Het probleem
dat de eeuwen heeft bezig gehouden: waarom
konden, en kunnen, de Joden de leer van den Jood
Jezus niet aanvaarden?
De vraag eischt thans sterker een oplossing
nog dan vroeger. Men weet, dat Jezus' uitspraken
voor verreweg het grootste deel ook voorkomen
in Joodsche geschriften, wier oorsprong ouder is
dan hijzelf. In Nederland hebben in feilen
pennestrijd de opperrabbijtien Tal en Wagenaar dit, vele
jaren gelden, tegenover den hoogleeraar Oort
uiteengezet; en voor korten tijd hebben twee
Christelijke geleerden een uitvoerig commentaar
op het Nieuwe Testament aan den Talmoed en
andere geschriften ontleend. Maar het vraagstuk
wordt door deze wetenschap juist moeilijk. Want
waarom zijn deze gezegden, door Jezus gesproken
en door zijn volgelingen neergeschreven, haast elk
tot een spreekwoord geworden, terwijl dezelfde
gedachten, door Joodsche geleerden geuit, onop
gemerkt zijn gebleven? En tweede vraag
waarom hebben de Joden zich van Jezus afgewend,
indien zijn uitspraken waarlijk Joodsch waren ?
Beide vragen dekken zich door n antwoord.
Voor het Jodendom is al, wat door wet en gebruik
wordt bevolen, van even groote waarde; de hoogste
ethiek en het kleinste voorschrift staan zonder
onderscheid naast elkaar, ja, in een simpele cere
monie kan de hoogste ethiek zijn neergelegd. Het
gouden woord: Heb Uw naaste lief als Uzelf"
is in de vijf boeken van Mozes en andere geschriften
ongescheiden en onafscheidelijk van een bepaling
omtrent de wijze van offeren of omtrent de
aflossingvan schulden. Ongodsdienstig is derhalve de Jood,
die den arme geeft, maar een ceremonie verwaar
loost. Want volmaaktheid wordt slechts bereikt
in volkomenheid van gedachte en daad; en, bovenal
een volk heeft, om te blijven bestaan, behoefte
aan don vorm, die bindt en samenhoudt.
Zoo is het te verklaren, dat temidden van de
vele voorschriften in de Wet en de andere boeken
de gouden spreuken" nauwelijks werden opge
merkt, terwijl zij, gegoten in den korten en
schoonen vorm en in de gelijkenissen, die Jezus' genie
uitbeeldde en die zijn suggestieve persoonlijkheid
inprentte in het hart zijner hoorders, haai- weg
door de wereld vonden. En tegelijk vinden wij
nu het antwoord op de tweede vraag; want de
Joodscho geest kon deze gedachten niet als een
stelsel aanvaarden zonder do ritueelo voorschriften.
En al week Jezus zelf niet af van de oude geboden
en stond dit ook zijii volgelingen slechts voor een
deel toe, in de verklaring en toelichting van het
ritueel, in don nadruk ook dien hij hierop legde,
handelde hij anders dan de leeraren van zijn tijd.
Door zijn maar ik zeg U" plaatste hij eigen, sub
jectieve, meening naast het goddelijk voorschrift,
terwijl Mozes on de profeten altijd in den naam v au
God, nooit in eigen naam, hadden gesproken.
En we1 sprak hij zolt', als zij, alleen tot en voor zijn
volk. niet tot vreemden; maar zijn woorden
eischten deze beperking niot, en zijn volgelingen konden
ze daardoor ook den heidenen" overbrengen.
Zoo werd zijn leer tot prediking inplaats van
gebod, individueel in stede van profetisch, univer
salistisch in plaats van nationaal, ethisch meer
dan vormelijk, gericht op het toekomstig leven
meer dan op deze wereld. En daardoor venvijdeido
zij zich, onbewust en zonder hot te willen, van het
Jodendom, dat de daad stelt boven de beschou
wing, niet uitgaat van den enkeling maar van de
gemeenschap, zich leiden laat door Gods woord
alleen, de volksgedachte onafscheidelijk van den
godsdienst bewaart, ethiek slechts aanvaardt te
zamen met don ritus, en hot oog vooral op het
aardscho leven gevestigd houdt. En hou meer
bij de ontwikkeling dor Christusgedachte de ethiek
zich boven den vorm verhief, des to meer moesten
de Joden er zich vanaf wonden, wildon zij niet
de nationale gedachte in een universalistische
laten te looi' gaan, on overlevering on eigen aard
verliezen.
Het spreekt vanzelf, dat vele vraagstukken,
de grootste en diepste, met deze beschouwing eng
verbonden zijn en er niot in kunnen worden gemist.
Hoeft Jezus zeil' zich (iods zoon genoemd on mogen
daardoor zijn uitspraken als goddelijk worden
beschouwd? Wilde hij do koiiing-Messias zijn alleen
voor zijn volk of do Messias, brongel' van geluk
zalige tijdon voor de geheele Wereld? Waarom
streed hij met i'liarizeei r.s en bobben de/e, of
anderen, zijn kruisiging gewild, 011 waarom.'
Wat is de reden dat Jezus zijn aanhangei's vooral
vond in Galilaea, niet bij de overige Joden? En
vooral, indien hij waarlijk Jood was, ook in zijn
leer zich bezig houdend met de eenvoudige vraag
stukken van het leven meer dan met diepe ab
stracte gedachten, hoe hebben dan zijn volgelingen
juist c p deze laatste den nadruk kunnen leggen,
predikend in Jezus' naam?
Hier raken wij vraagstukken van het geloof,
eeuwenlang in feilen strijd doorworsteld,
zondf.rooit een oplossing te schenken, die elk bevredigt.
Klausner heeft ze alle behandeld, zoo objectief als
de geleerde het wilde en de Jood het vermocht.
Zijn boek is een rijke gave, om de wetenschap,
die hij er in heeft verzameld en uiteengezet;
maar vooral omdat hij, de onvereenigbaarheid
van Jodendom en Christendom toonend, beider
grootheid en zwakheid stelt in het licht der tijden,
waarin het eene uit het andere opkwam. Hij ver
klaart Jezus uit het Jodendom en het Jodendom
uit Jezus. Diens bestaan bewijzend uit zijn om
geving, en uit de omstandigheden van zijn tijd en
zijn leven zijn opkomst, zijn val en herrijzing ver
klarend, scheidt hij Jezus en Christus, maar
verbindt ze weer in het hart zijner volgelingen.
En tegelijk don eigen aard van het Jodendom
schotsend, bepleit hij zijn grootheid, die voor het
Christendom niet onderdoet, noch het overtreft,
maar, ongelijk in wezen, zijn gelijke is in de
kracht, die het zijn volgelingen schenkt. En terwijl
hij het Jodendom afwijst voor den Christen als
het Christendom voor den Jood, legt hij in zijn
boek, streng van wetenschap, de wijding van beide
op elk afzonderlijk.
1) Prof. J. Klausiur. Jesus von Nazareth.
Jiidischer Verlaii. Berliii 1930.
Nieuwe Uitgaven
Practical Commercial Eiiglish, Een serie leer
boeken voor haridelsinstitutoii, cursussen,
handelsavondscholen e.a. door J. M. C. Juursema en
Gilbert de Zilwa. 's Graveiihage, 1>. -V. Daamen's
Vitg. Mij.
Dit eerste deeltje van do serie Commercial
English" is hoofdzakelijk bestemd voor oudere
leerlingen, die een elementaire kennis der EngelseJie
taal noodig hebben om daarna vorder te gaan in
een bepaalde richting Ilaiidels-Eiigelsch of
Technisch Engelsch b.v.
Een beknopte, grondige herhaling der
Enaelsche spraakkunst is dan noodzakelijk om er
weer wat in" te komen. Daarna kan dan de
eigenlijke vakstudie aangepakt worden.
Zulk een beknopte, grondige behandeling van
de voornaamste dingen uit do Engolsche spraak
kunst wil dit boek nu geven.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
M w M DEN HAAG ** *» ?*
AMSTERDAM - ARNHEM
Verhuizingen per Auto^Trein