Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 AUGUSTUS 1930
No. 2775
Vacantiegenoegens
door Melis Stoke
Teekeningen voor De Groene Amsterdammer" door E. Harmsen van Beek
MIJNE Mathilde bewoont nu reeds bijna zes
weken met de kinderen het zomerhuisje.
Een allergrappigst huisje " zeggen de
kennissen die haar bezoeken en ze voegen daaraan
meestal onmid
dellijk toe: ,,....
maar je moet hier
goed weer heb
ben "
U voelt dade
lijk dat het
maar" waarme
de de toevoeging
wordt ingeluid
niet anders is dan
eene zachte
remaar je moet strictie op den lof
vervat in allergrappigst."
Het huisje is dan ook zeer primitief. Een echt
zomerhuisje. Mathilde spant zich dan ook reeds
zes weken lang in om van het buitenleven te
genieten. De keukenmeid moppert. Haar keuken
is klein en ook alleraardigst primitief. De voedings
middelen moeten kilometers-ver worden aan
gedragen. De kinderjuf helpt mee met het schoon
houden van de petroleumlampen.
Allergenoegelijkst licht is dat. En het water moet met de hand
gepompt worden. Daar helpt iedereen aan mee.
Van die kraantjes raakt de aardigheid al even
gauw af als van het electiische licht. Buiten is
buiten. Dat behelpen geeft een echt
vacantiecachet. Men is er zoo eens heelemaal uit.
Ik ben er niet uit. Ik bewoon het stadshuis.
Arme keiel.... !" zegt iedereen.
En inderdaad.... Ik ga mijn triesten gang. Ik
draai het electrische licht aan, zet zoo maar de
kraan van het bad open, mis alle geneugten van
hot primitieve menu, eet in restaurants en ontbeer
de ontspanning van het drijven eener huishouding.
Wanneer mijn gezin, schuilend in de verandah,
het voorbijdrijven van de grauwe wolken en het
neerpiassen der eindelooze regens op heide en
dennen gadeslaat, dan ga ik uit eten bij kennissen,
, die allemaal medelijden met mij hebben en mijn
lievelings-spijzen ter vertroosting produceeren, of
ga naar de comedie.. ..
Men moet toch iets doen ter compensatie niet
waar ?....
Ik mis zelfs de emoties die mijn gezin daarginds
eiken avond uit het weerbericht put.... Eerst
bet verwachten van de krant, dan het haastig
«zoeken naar de rubriek, dan het lezen van de
verwachting" en tenslotte de zekerheid dat het
morgen weer regenen zal. ...
Ik lees het weerbericht niet eens. Als het morgen
regent zit ik immers toch droog op kantoor....
en. om daarheen te komen is mij immers, omdat ik
zoo zielig in de stad achterblijf, de auto toegewezen.
Ik moet immers ook wat genoegen hebben in deze
maanden ?
Op de sociëteit ontmoet ik lotgenooten. De
families van
al die
stakkerds zitten
ook buiten in
van die aller
aardigste
T?rimitieve huis
jes. We blij ven
lang borrelen
omdat we im
mers toch geen
home hebben lotgenooten
dat ons verwacht. We schilderen elkander de
heerlijkheden die onze gezinnen omringen, het
speciaal en eigendommelijk schoon van deze
of gene landstreek, de afwisseling der natuur,
de volkomen stilte des avonds en de
onbedor.
venheid der landbevolking. En ach, dan blijven
wij maar tezamen eten, en drinken elkander troost
toe met een speciaal fleschje en blijven nog wat
naplakken, omdat het buiten op straat maar blijft
plasregenen....
De ochtendpost brengt brieven van Mathilde.
Ik sta op dagelijksche berichten. Er is uitteraard
echter weinig te vertellen uit zulk eene landelijke
omgeving, waar weinig voorvalt. Dat is juist het
groote voordeel van zulk een rustige vacantie.
Het regende vandaag...." schrijft zij of van
daag heeft het weer geregend" of het schijnt altijd
maar door te blijven regenen...."
Ik verman mij in mijn eenzaamheid om haar
opwekkende antwoorden te zenden. Zoo heb ik
haar uitvoerig voorgerekend hoe onaangenaam
het zou zijn geweest indien zij zulk een langdurige
regenperiode door had moeten maken in een duur
Zwitsersch hotel, of in het algemeen in een hotel,
waar men immers geen afleiding binnenshuis
heeft met huishoudelijke aangelegenheden, of
zelfs ook maar
in een huisje,
waar men, net
als thuis, wa
terleiding en
electrisch licht
zou hebben.
Juist dat
primitieve"
schrijf ik, iet
wat opgebla
zen na een
,,mis ik zoo erg in
DEBE3TEVARIHA5
ietwat opgeblazen
zwaar diner onder heeien
deze omgeving. Eenvoudig, gezond voedsel en heer
lijke buitenlucht knappen een mensch op...."
En dan lees ik, uitgestrekt in een diepen fauteuil,
de zeer geslaagde tirade van mijn verlangende
gedachten die uitgaan naar de houten bank onder
het afdakje waar men zulk een heerlijk uitzicht
geniet over de heide. . . .
Ook hier vervolgde ik regent het eiken
dag. Maar wat bemerkt men in een stad van de
regen als natuurveischijnsel. ...? Niets immeis
dan glimmende straten en parapluies. . .. ? Neen,
daarginds bij jullie, waar het ruischt over de
boomen, waar het gudst en plast en klettert en
stroomt, waar je het verschijnsel dat een man als
Veraart met de grootste inspanning tracht te
verwekken zoo-maar, in volle natuurkracht, kunt
observeeren, daar zou ik willen zijn."
En als ik bet posten van den brief maar uitstel
tot den volgenden morgen, omdat het zulk een
hondenweer is, dan ga ik zuchtend te bed in mijn
eenzaam huis.
Mathilde is geheel ongevoelig voor mijne uit
eenzettingen en dreigt haar heerlijk zomerverblijf
af te breken om terug te keeren tot de triestige
stad. Hoe is het mogelijk! Het dak van het optrekje
is volkomen waterdicht, de pomp heeft overvloed
van .water en de petroleum- en andere leveranciers
trotseeren het noodweer om haar van alles te
voorzien wat zij maar noodig kan hebben.
Ik heb het nietereologisch instituut opmeikzaain
gemaakt op de groote verantwoordelijkheid, die
ze op zich laden met die dagelijksche sombere
weervoorspellingen in de kranten. Het is om de
menschen te deprimeeren en al hun
vacantiegenoegen te
bederven. De
geheele bitter
tafel was dat
volkomen met
mij eens. Ie
mand wilde
zelfs den di
recteur op
wachten om
hem duidelijk
te maken dat
men vrouwen * """-'-!? amnd _._
en kinderen niet ongestraft dag-in-dag-uit behoort
te ontmoedigen. En inderdaad, er behoort meer
opwekkende kracht uit te ga.an van De Bilt. f"«t
Maar onder bet gezamenlijk diner klaarde de
stemming toch weer wat op en ook de verdere
avond stelde ons Weer redelijk schadeloos voor de
zoo deerlijk ontbeerde Vacantiegenoegens.. . .
Kunstzaal
Rokin 126
van Lier
Amsterdam*
Oostersche & Europeesche antiquiteiten
Oude en Modarne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographlca
BOEKBESPREKING
Patiënten, door Sophie de Jongh.
AmsterdamP. N. van Kampen & Zoon.
Ik mag niet zeggen, dat Patiënten als boek
totde patiënten behoort. Eenige gezondheid valt
einiet in te miskennen. Niet bloedwarm, maar
bloedlauw dan toch wel. Gering weerstandsvermogen.,,
gén het leven bedreigende kwalen. Naar het.
kwijnende toe, zonder lastig te worden.
Eerderstil met een vriendelijken trek. Voorts schuldeloos
en betamelijk onschuldig.
Werk van vrije achtermiddagen. Sophie d et
Jongh had reeds vervaardigd: Als het verleden.
ontwaakt, De Zondagen, Landloopers. Dit staat
op het schutblad aangeteekend, bovenaan,
ondeielkaar. Het lijstje is nog voor zeven achtsten»
blank. Het kan in den vervolge geheel worden,
ingevuld. Er gaan van dergelijk rustig geaard
dameswerk zoo niet dertig dan toch
negen-entwintig in een dozijn.
Vlak middelsoort is de taal. Naar den eisch
deimode ontbreken eenige soepels en opvallers niet,.
Een paar nogal onuitstaanbare dannetjes doen ook.
een cent in het zakje: Hij lag korten tijd onbe
weeglijk met gesloten oogen, dan sprong hij na.
tien, vijftien minuten als verschrikt op....'''
Sinds Margot Scharten?Antink toen niet meel
goed is gaan vinden, hebben al onze dames zich
het daji-kwaaltje aangedaan. Laat ze er interes
santer mee zijn.
Het aangehaalde zinnetje kan ook als
proev*.dienen van schrijven in niet zeer geoefenden trant.
Als vóór verschrikt is ballast. Of de verschrikt
erheer B. na tien of dat hij na vijftien minuten op
sprong, we wilden het wel precies weten, maar wij,
hadden geen goedloopend horloge bij ons om den.
tijdsduur te bepalen. Humoristisch tegen schrijf
sters zin klinkt o.m. We reden in zijn Buyck' '
den korten weg naar het naburig dorp."
Debezitter van dien zeker niet dunnen buik is notaben
eeen jonge sportsman. De beeldspraak is bij Sophie
de Jongh zekerlijk niet steeds in overeenstemming;
met de hiervoor door Kloos gestelde regelen..
schoon dan vlug en afwisselend genoeg zijnde..
Een beroemd professor kiijgt eindelijk genoeg van?
de jaloersche bezorgdheid zijner echtgenoot e en
roept uit, dat hij zooveel thee wil drinken als hij
verkiest. Daarop breken de sluizen bij hem open,
dringt er een vloed van verwijten doorheen, bruischt
een schuimende stroom over de strakke stilte in
dekamer, springt professor in zee, slaat de gevangen
vogel zijn vleugels uit; stort zijn toorn zich als,-,
een getergd roofdier op de liefde, die hem te
strak gehouden heeft. Dit is een beeldenstorm te:
noemen, een beeldenorkaan in een kop thee.
Maar tot uitbarstingen als de zoodanige windt
onze schrijfster zich slechts zelden op. Hier en>
daar mag het zoowat ritselen, maar meestal glijdt
zij zachtkens met ons voort. Zij laat een
jongendokter over verschillende patiënten spreken met.
bewaring van het ambtsgeheim. Zonder einaar
nieuwsgierig te zijn geweest, verneemt de
doktergeheimen uit het leven dier patiënten. Er valt
dan iets te doen: het ontraadselen van die geheimen.,
van welke taak de dokter, die ook een gevoelig
mensch is. zich bevredigend weet te kwijten.
In deze triestige Augustusdagen komt dit drietal
schetsen van Sofie de Jongh als
vacantielectuurwel van pas. Dames en ook jongelui, die de regen
vasthoudt in een pension zouden hot boekje kunnen
opslaan. Maar ook bij gunstige weersgesteldheid
behoefde niemand, die dat niet wilde, er zich bij
te vervelen.
,., Ch. F. IIAJF.
POLROGER&C^
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER-GERLINGS HAARLEM