De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 16 augustus pagina 9

16 augustus 1930 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

2776 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 AUGUSTUS 1930 Een boekenplank voor ouders door H. G. Gannegieter GIDDINGB ITUYNENBURG MUYSI ISCHILDEDSI II. Moeilijke kinderen IN mijn vorig opstel herinnerde ik er aan, dat het onderwerp abnormale kinderen," in het l>oek van Ferrière terloops aangeraakt, een af zonderlijke behandeling verdient. Uitgebreid is a^eeds de lectuur, welke den ouders te dezen op zichte wordt voorgehouden. Inzonderheid een ?categorie, die niet geheel onder de abnormale, maar toch eigenlijk ook weer niet geheel onder de volkomen normale kinderen valt, geniet den laatsten tijd de belangstelling. Het zijn de moeilijke Janderen, voor welker speciale zorg reeds een ver«eniging is gesticht. Wat is normaal, wat abnormaal? De grenzen ?zijn niet te trekken. Tenslotte leven wij, zoowel ouders als kinderen, allemaal op het grensgebied. Bet hangt vaak van wisselende normen af, of amen ons met het eerste dan wel met het laatste «pitheton wil kenschetsen. Moeilijk zijn wij alle maal en nerveus ook in dezen spannenden tijd. Toch zijn er, al betreft het slechts een kwestie ?van meer of minder, kinderen, die bizondere zorg «ischen. Noem ze moeilijk, noem ze nerveus, noem ze met het ouderwetsche woord eenvoudigweg lastig, ze zijn er en ze berokkenen de ouders Jieel wat verdriet. Begrijpelijk, dat boeken, welke ?dit verdriet trachten te voorkomen of te verlichten, op het boekenplankje voor ouders menigmaal welkom zijn. Op twee in vorm en inhoud geheel uiteenUoopende en toch beide zeer lezenswaardige gejschriften op dit gebied wil ik in het volgende de .aandacht vestigen. Het eene is van Hollandschen oorsprong en geschreven door een paar speciali teiten op onderwijs gebied, de heeren I. C. van H o u t e , hoofd eeuer school voor buitengewoon onderwijs te Amsterdam en G. J. V o s, directeur van het Instituut voor individueel onderwijs te ?"s-G-ravenhage. De titel luidt: Moeilijke kinderen. -Een boek voor ouders en opvoeders en het is uit gegeven bij Kemink en Zoon te Utrecht in 1929. Prof. dr. Ph. Kohnstamm heeft er een inleidend ?woord bijgevoegd. Die schrijvers zoomede de inleider staan evenals ;prof. Ferrière ook weer optimistisch tegenover den ?erfelijkheidsfactor. Prof. Kohnstamm noemt het overgroote deel der geestelijke vergroeiingen «onnoodig, d. w. z. niet door een erfelijken aanleg ?noodzakelijk bepaald, maar mede gevolg van een ^verkeerd milieu, d. w. z. van opvoedingsfouten." Van groote beteekenis is, dat deze beide schrij vers hun theoretische beschouwingen grond vesten op een overvloed van materieele gegevens uiit hun praktijk. Hun betoog is sterk naar den psychologischen kant gefundeerd en zij blijken ?van de moderne zielkunde degelijk profijt te hebben .getrokken. Bij het kritisch toetsen van de ver.-schillende stelsels sluiten zij zich vrijwel aan bij .-de richting van Alfred Adler, en derhalve is ook lin hun uitgangspunt het verhoogd zelfgevoel met ?deszelfs tegenpool het minderwaardigheidsbesef ?een belangrijke factor. De lezers, misschien is het meer overeen komstig de werkelijkheid in dezen van lezeressen te spreken ! , die zich bij Ferrière prettig op hun ..gemak hebben gevoeld en onder de thee zijn smake.lijk en lichtverteerbaar product hebben gesavoureerd, zullen zich minder op hun gemak voelen bij ?deze meer theoretische voorlichters, die met hun ;±ermen en uiteenzettingen heel wat meer inspan.ning van hen vergen. Zij hooren over organische moeilijkheden, aan.leg, erfelijke belasting, geweten, de ontwikkeling van het kind, kinderlijke activiteit en zelfzucht >en hebben na deze 32 bladzijden algemeen gedeelte ? allicht reeds verademing noodig, voordat zij de .studie over de verschillende ontwikkelingsfasen, /zuigelingentijd, kleutertijd, schooltijd en rijpingsHotel-Pension 'T V EL T-H U Y S" Tel. 17. HATTEM. Tel. 17. met eigen dennenbosch van 5 H.A. Tennisbaan, Garage, kamers m. str. water, centrale verwarming, enz. Geïll. prosp. op aanvrage. Vóór en naseizoen reductie. jaren beginnen. Maar als zij deze voor hen niet altijd even gemakkelijke stof hebben doorworsteld en ook over neuropathische constituties nog een afzonderlijk hoofdstuk hebben gelezen, hebben zij toch ongetwijfeld voldoening van dezen geestelijken arbeid. En een zakenregister aan 't slot zal hen op elk tijdstip in de gelegenheid stellen over te lezen wat omtrent een bepaald onderwerp ineerste instantie hun belangstelling heeft gaande gemaakt. Aan het sexueele gedeelte is in dit boek een groote plaats ingeruimd, terecht, want erotiek en sexualiteit (dat men beide begrippen niet moet vereenzelvigen leeren de schrijvers ons ook) hebben als dominanten van 't leven overwegende beteekenis. Ook hier, gelijk elders, zijn de schrijvers concreter, zakelijker en wetenschappelijker in hun wijze van voordracht dan Adolphe Ferrière. Slotsom van hun onderzoek is, dat als het kind in huis en school gunstige verhoudingen vindt, als het verstandige liefde ontvangt en conse quente leiding en zoodanige bemoediging, dat zijn gemeenschapsgevoel en daarnaast zijn vertrouwen en ontvankelijkheid worden gewekt, er veel minder geklaagd zou behoeven te worden over de geringe of verkeerde resultaten der opvoedingsmaat regelen." Deze conclusie komt overeen met hetgeen wij lezen aan het eind van een der hoofdstukken uit het tweede boek, dat ik bij den aanvang van dit opstel op het oog had. Als wij ouders ons onze hooge roeping waardig willen toonen door in staat en geneigd te zijn gevaarlijke uiterlijke invloeden te overwinnen en de inwendig kwaad veroorzakende moeilijkheden, die komen van verkeerde karakterplooien, dan is er," aldus heet het daar, inderdaad hoop, dat de zenuwachtigheid van onze kinderen geneeslijk zal blijken. Maar als we niet in staat zijn of geen zin hebben, deze kwade invloeden van aangezicht tot aangezicht te zien en zoo te overwinnen, deze bruuskheid van buiten en deze innerlijke angst en bangheid, dan zullen we zien, dat de nerveuze verschijnselen van onze kinderen en de verborgen omstandigheden dio er aanleiding toe gaven, voortwoekeren, hen voortdurend plagen en voortdurend afbreuk doen aan hun geluk en het onze." Het boek, waaraan deze aanhaling is ontleend, is een Amerikaansch werk en draagt alle kenmerken, goede en -kwade, van den Amerikaanschen stijl. Praktisch, op den man af, met oen onvoorwaarde lijk geloof in het gezag van het modernste in de wetenschappen, met film-achtig korte, aphoristische hoofdstukjes en kwasi-grappige prentjes bezit het de suggestieve werking van het genre, waarvan het een voortreffelijk specimen is. Hier nog meer dan bij de onderwijs-specialisten van straks, betreden wij het rijk der psychologie, want de schrijver Frank Howard Richardson is een zenuwarts. Mevrouw J. Riemens-lïeurslag, die zijn werk onder den titel Het nerveuze kind en zijn ouders voor Nederland bewerkte, toont zich een degelijke Hollandsche huisvrouw doordat zij zich niet waagde op een terrein, waarover zij gemakke lijk met het bravour van een dilettante had kunnen equilibreeren, doch dat zij liever overliet aan de deskundige leiding van een vrouwelijke arts, mevrouw C. J. Heijbroek-d'Ancona, die niet alleen de meer speciale medische gedeelten controleerde doch tevens het heele werk kritisch doorlas. Zelfs verzekerde de vertaalster, die sommige te uitsluitend op Amerikaansche toestanden slaande gedeelten geheel vrij voor Nederland bewerkte, zich van de hulp van een leerares in het koken en in de voedingsleer, mevrouw R. Lolgering* Hillebrand, die de voedingslijst klaarmaakte van Hollandsche gerechten en Hollandsche maaltijden. Zoo maakt dit bij de N. V. Van Holkema & Warendorf's Uitgevers Maatschappij verschenen boek wel een uiterst solieden indruk. De schrijver kenschetst het nerveuse kind onder zijn verschil lende gedaanten als een schepsel, dat niet opge wassen is tegen zijn taak om op te groeien, doordat het teveel van zijn nuttig effect" verspilt gelijk een defecte machine dit doet door onnoodige wrijving of hinderlijke stoom-uitlating. Hij wil den ouders leeren, hoe ze met de machine moeten omgaan, zoodat er in 't vers'olg minder wrijving is en geluid en meer productieve arbeid. Kunnen ze dit zelf niet klaarspelen, dan moeten ze naar een bekwamen mecanicien gaan, te weten een zenuw-specialiteit. Allerlei storingen van de menschelijke machine komen nu elk op haar beurt aan de orde: drift buien, jaloerschheid, slecht eten, ongehoorzaam heid, kibbelachtigheid, slaapstoornissen, spraakstoornissen, bedwateren, masturbatie, duimzuigen, nagelbijters, regressies, abnormale angsten, dwang voorstellingen, nerveuse trekkingen (tics), toevallen (geen epileptische), liegen, stelen, wegloopen. Een volgend deel van het werk behandelt de hou ding van de verschillende personen en instellingen in zooverre zij tot het nerveuse kind in betrekking staan: de ouders, het dienstmeisje, de school, de onderwijzer. De schrijver vestigt de bizondere aandacht op factoren als erfelijkheid en voeding en besluit zijn boek met een verhandeling over constitutioneele minderwaardigheid en geestelijke achterlijkheid. Moedgevend is ook deze studie weer, wijl zij zeer optimistisch staat tegenover tevoren als onoverwinnelijk beschouwde factoren. Zoo wijst de schrijver het idee fixe af, als zou de gejaagd heid" van dezen tijd onvermijdelijk tot zenuw achtigheid voorbestemmen. Ook hij verlegt het accent naar een misschien in de praktijk nog riskanter dominant, wanneer hij evenals de overige hier behandelde deskundigen de ouders aansprake lijk stelt voor hetgeen er wordt van hun kroost. Voor wie het kinderleven goed bestudeert," zegt hij, schijnt het wel, alsof veel van de oor zaken van de kwaal te vinden zijn in het verkeerd omgaan met ons kostbaarst nationaal bezit: de Kinderen." Zoo wijzen al de nieuwe aanwinsten op het boekenplankje voor ouders in n en dezelfde richting. Zij houden ons voor, dat erfelijkheid, aanleg, het spannende leven der moderne maat schappij en duizend dergelijke spookbeelden meer ten slotte slechts uitvluchten zijn om te ontkomen aan een zware Verantwoordelijkheid. Zij overtuigen, dat opvoeden een taak is, waaraan men zich niet straffeloos kan onttrekken. Kunst voor het kind Kinder-briefpapier met prentjes van Kora Schnitzler Nora Schnitzler, een onzer beste kinder"teekenaressen m.i., heeft opnieuw een bijdrage willen leveren tot de smaak-ontwikkeling en de vreugde van Z.M. het kind. En zij is in hare be doeling wel geslaagd. 't Idee is niet nieuw, en de stijl der prentjes lang niet van Engelsche invloeden vrij maar de teekeningen zijn knap en geestig en frisch van kleur. De (en hoe !) critische geest van het kind zal er volkomen bevrediging in vinden, en zonder mankeeren zich vermeien in dat guitige touw-danseresje of in dat meiske met haar fox hondje. En is dat prentje van de beide kleuters die elk een bloemruiker torsen niet geknipt voor een mooien verjaarsbrief ? Het kind stelt den onverbiddelijken eisch: Kleurtjes te willen zien. Deze prentjes werdenhelaas de dupe daarvan. Want zij zijn erbarmelijk slordig gedrukt. W. M. KENNERS KOOPEN BOTER VAN OUD-BUSSEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl